Engelen

over: dienaren van God en UFO's




Inleiding

 

De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor bovennatuurlijke zaken. Men is op zoek naar vragen over de oorsprong van het leven, over het doel van het leven, maar heeft daarbij van te voren afgerekend met het geloof in de God van de Bijbel. Toch zal er iets moeten zijn, volgens de moderne religieuze mens. Films, muziek en boeken over buitenaards leven en over engelen en demonen doen het goed. Loop maar eens een willekeurige boekhandel binnen. Zo is men zeer geïnteresseerd in het onderzoek naar UFO’s, wat de officiële afkorting is van ‘Unidentified Flying Object’, oftewel ‘Ongeïdentificeerd vliegend voorwerp’. De laatste tijd neemt de aandacht daarvoor ook op TV steeds meer toe. Verschillende Tv-stations hebben hun documentaires; in de maand december 1998 onder andere: Discovery-Channel verzorgde meerdere uitzendingen. Ja, de hele Oudejaarsavond werd ermee gevuld. Radio 1 van de publieke omroep en RTL-5 lieten ook van zich horen. Ongetwijfeld zullen er nog meerdere uitzendingen geweest zijn, en zullen er nog meerdere volgen. [Ondertussen leven we in 2004, en wat blijkt: er wordt veel en steeds meer aandacht besteed aan buitenaards leven, aan mystiek en magie, helaas ook binnen de ‘Christelijke’ wereld, of wat zich daarvoor uitgeeft].

 

Uit de genoemde programma’s bleek echter dat het niet bij vliegende objecten, gezien van een grote afstand, bleef. Het is bij verschillende mensen tot contact met ‘buitenaardse wezens’ gekomen. De wezens werden duidelijk herkend en zijn in de programma’s ook beschreven. Er zijn zelfs operaties door hen uitgevoerd, waarbij bleek dat de wezens op zoek waren naar genetisch (erfelijk) materiaal. Verschillende personen hielden hier dezelfde soort littekens aan over. Er was een vrouw die in verwachting was (bevestigd door een arts) na een bezoek van ruimtewezens, maar haar kind verdween uit haar lichaam. Bij een later bezoek kreeg zij haar foetus in de ruimte te zien.

 

Wat moeten wij met deze verhalen? Zijn het pure nonsens verhalen, is het fantasie? Of is het waar? Of zit er tenminste een kern van waarheid in? Kunnen we er op grond van de Bijbel iets mee? Deze laatste vraag zullen we vast bevestigend beantwoorden. Deze wezens hebben niets gemeen met de Heere God en Zijn Woord! De Bijbel waarschuwt er juist tegen. Het zijn namelijk gevallen engelen, oftewel, het zijn boze machten en krachten, die zich momenteel proberen te openbaren aan de mensheid. Daarom is het goed om eens een Bijbelstudie te wijden aan het onderwerp ‘engelen’. In dit artikel zullen we dan ook de Bijbel naslaan op teksten die gaan over het bestaan van engelen, de taken van engelen, het aantal engelen, de val van engelen, de superioriteit van engelen boven mensen, èn in sommige gevallen de superioriteit van mensen boven engelen. Dit laatste in verband met de redding van de mens.

 

 

Wat zijn dat: ‘engelen’?

 

De Bijbel gaat er heel gewoon vanuit dat engelen bestaan. Het woord ‘engel’ komt voor het eerst voor in Genesis 16 : 7, waar de Engel des Heeren Hagar hielp, toen zij door Sarai onjuist behandeld was. In de Psalmen staat: “Hij maakt Zijn engelen geesten” (Psalm 104 : 4). Hebr. 1 : 14 zegt: “Zijn zij (= de engelen van vers 13) niet allen gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden, om degenen, die de zaligheid beërven zullen?”. Engelen zijn dienende geesten!

 

Wanneer men alleen de grondtekst gebruikt om de betekenis van “engel” te achterhalen, dan zegt men dat een engel een “bode” of “boodschapper” is. Maar in dat geval geeft men het woord “engel” een veel te nauwe omschrijving. Woordstudies leveren niet de juiste betekenis, maar wanneer we Schrift met Schrift vergelijken, andere Schriftplaatsen over engelen opzoeken, dan komen we erachter wat de Bijbelse betekenis van “engel” is. De Bijbelse definitie is “gedienstige geesten” (Hebr. 1 : 14), dat is veel ruimer, en dat blijkt ook uit de rest van Gods Woord. Inderdaad zijn er engelen die boodschappen van God overbrengen. Denk aan de engel die de geboorte van Johannes de Doper en van de Heere Jezus Christus aankondigde (Lukas 1). Maar engelen zijn meer, en doen meer… In de hemel is hun taak om de Heere God te eren, te aanbidden en te dienen (Openb. 5 : 11 – 12, Openb. 8 : 3). Verder vinden we een engel die Filippus er toe leidde om de Ethiopische kamerling te ontmoeten (Hand. 8 : 26). We vinden engelen die ondersteunen en dienen (Daniël in Dan. 6 : 23; de Heere Jezus in Luk. 22 : 43, etc): toen de Heere Jezus Christus bloed zweette in de hof van Gethsémané en bad, verscheen Hem een engel en die diende Hem; een engel hielp Elia in 1 Koningen 19 : 1 – 8. We vinden engelen die overleden gelovigen naar de hemel brengen (Luk. 16 : 22), en zo zijn er nog wel meer taken van engelen in de Bijbel te vinden: Ze lieten Hagar een waterput zien, ze verschenen voor Jozua met een getrokken zwaard, ze bevrijdden Petrus van de gevangenisketenen (Hand. 12 : 7), ze openden gevangenisdeuren, ze voedden, sterkten en verdedigden kinderen Gods en ze voer(d)en Gods oordelen uit. Een engel doodde Heródes in Handelingen 12 : 23. En engelen verzamelen al het ‘onkruid’ (de ongelovigen) in het Oecumenische Wereldcongres van UNESCO (valt onder de Verenigde Naties), wat onder leiding staat van onder andere Rome, bij de slag van Armagéddon, alvorens zij verbrand zullen worden in de poel des vuurs (overeenkomstig de gelijkenis in Matth. 13 : 41, 42). Engelen zullen onze Heere begeleiden als Hij terugkomt (2 Thess. 1 : 7 – 8). Nogmaals, engelen zijn dienende geesten!

 

We weten dat engelen geestelijke wezens zijn. Als geesten worden engelen dus niet gebonden door menselijke wetten. Engelen kunnen gesloten gevangenissen binnenkomen (Hand. 12 : 7), gevangenisdeuren openen (Hand. 5 : 19), en zij kunnen verschijnen in een vlam (Richt. 13 : 19 – 20). Engelen zijn klaarblijkelijk instaat om grote afstanden zeer snel af te leggen. Bijvoorbeeld in Daniël 10 : 12 – 13, waar de engel zich verontschuldigde dat hij 21 dagen later was door de worsteling met de overheden en machten in de hemelse gewesten. Engelen zijn wijzer dan mensen en zij zijn sterk. Eén engel doodde 185.000 Assyrische soldaten in één nacht (2 Kon. 19 : 35). Zo lezen we in 2 Samuël 24 : 15 – 16 dat één engel 70.000 Israëlieten sloeg die de zonde van David navolgden. Evenzo deed één engel de macht van Rome teniet, brak het zegel en rolde de steen van het graf van de Heere Jezus weg (Matth. 28 : 2 – 4). En op een dag zal een engel de duivel binden en hem voor duizend jaar gevangen zetten in de afgrond (Openb. 20 : 1 – 3). In Psalm 103 : 20a lezen we: “Looft de Heere, Zijn engelen! Gij krachtige helden.” In 2 Samuël 14 : 20b zegt de vrouw die tot David spreekt: “Mijn heer is wijs, naar de wijsheid van een engel Gods, om te merken alles, wat op de aarde is.” Engelen zijn dus echt. Ze zijn er, en het zijn geestelijke wezens. Ze kunnen zichtbaar worden en menselijk voedsel tot zich nemen (Luk. 2 : 9; Gen. 32 : 1 – 2; Gen. 18 : 5). Engelen blijken ontelbaar te zijn. In Openbaring 5 : 11 lezen we: “En ik zag, en ik hoorde een stem van vele engelen rondom de troon, en de dieren en de ouderlingen; en hun getal was tien duizendmaal tien duizenden, en duizendmaal duizenden.” Er wordt gesproken over “de vele duizenden der engelen” (Hebr. 12 : 22). De King James 1611 (zeg maar de Engelse Statenvertaling) spreekt hier van “een ontelbare verzameling van engelen”. Jezus sprak dat Hij in staat was om de Vader om bijstand van twaalf legioenen engelen te vragen (Matth. 26 : 53). In elk legioen zou dan een aantal van drie tot zesduizend engelen zitten, en elk van deze engelen zou 185.000 mensen kunnen verslaan. In 2 Koningen 6 : 17 zag de knecht van Elisa de berg gevuld met vurige paarden en wagens rondom Elisa. Dit waren zonder twijfel engelen. Nog een eigenschap van engelen is dat ze onsterfelijk zijn (Luk. 20 : 35 – 36).

 

Hoe wonderlijk engelen ook zijn, we moeten hen nooit vereren of aanbidden (Openb. 22 : 8 – 9). N.B.: Soms wordt in de Schrift met het woord ‘engelen’ wel eens een groep mensen bedoeld. Markus 8 : 38b zegt: “Wanneer Hij zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met de heilige engelen”. Maar deze heilige engelen, ook wel “uitverkoren engelen” genoemd (1 Tim. 5 : 21), zijn zij die veranderd zijn naar het beeld van Christus, de kinderen van de opstanding. Daarom verwijzen zij hier naar de mensen die deel hebben aan de eerste opstanding, die wedergeboren zijn, en veranderd zijn naar het beeld van de Heere Jezus Christus, de Engel Gods.

 

 

Engelen: mannelijke verschijningen zonder vleugels

 

Elke engel, die in de Bijbel verschijnt, verschijnt als man. Dit wordt helaas in bijna geen enkel Christelijk boek over engelen gevonden. Bijna altijd wordt van engelen verteld dat het geslachtsloze wezens zijn. Maar dit is on-Bijbels! Engelen worden door de Heere in Zijn Woord ‘mannen’ genoemd. Ze zijn nooit geslachtsloos! In Genesis 18 komen drie mannen bij Abraham om hem de geboorte van zijn zoon aan te kondigen. Abraham spreekt ze aan met: “Heere! heb ik nu genade gevonden in Uw ogen, zo gaat toch niet aan Uw knecht voorbij” (Gen. 18 : 3). Abraham had door dat hij te maken had met de Heere. Zo blijkt dan ook, toen de drie mannen naar Sodom gingen (Gen. 18 : 16, 23) om Lot te waarschuwen voor het oordeel, dat er maar twee in Sodom aankwamen (Gen. 19 : 1). Deze twee mannen worden daar engelen genoemd. De Derde was namelijk bij Abraham achtergebleven. Deze Derde was de Heere Zelf, de Engel des Heeren zoals we nog zullen zien. In Genesis 18 : 22 lezen we namelijk: “Maar Abraham bleef nog staande voor het aangezicht des Heeren.” Verder lezen we dat de Heere uiteindelijk van Abraham wegging (Gen. 18 : 33), en van de andere twee engelen lezen we dat ze in Sodom aankwamen (Gen. 19 : 1). Deze twee engelen worden ook in Sodom vervolgens herkend als twee mannen (Gen. 19 : 5). Wanneer u voor uzelf nauwkeurig de Bijbelgedeelten in Genesis 18 en 19, Richteren 13, Lukas 24 : 4 en 23 bestudeert, zult u erachter komen dat er nergens in de Bijbel geslachtsloze engelen voorkomen. Evenzogoed komt er nergens in de Bijbel een engel voor, die vleugels heeft. De engelen worden niet voor niets herkend als mannen. Indien u Gods Woord nauwgezet bestudeert, zult u ontdekken dat de Heere Zelf ook wel de Engel des Heeren genoemd wordt. Overtuigende Schriftplaatsen hiervoor zijn Genesis 16 : 1 – 13, Richteren 6 : 12 – 16, Genesis 31 : 11 – 13 en vergelijk Richt. 13 : 18 met Jes. 9 : 5. De Heere Jezus wordt in het Nieuwe Testament ook wel de ‘engel Gods’ genoemd (Hand. 27 : 23, Gal. 4 : 14). Hieruit wordt dan ook wel opgemaakt dat deze Engel Gods, de Heere Jezus Christus, alreeds in het Oude Testament als Engel op aarde verscheen, namelijk als de Engel des Heeren. Hoe komt men er dan bij om te zeggen dat engelen geslachtsloos zijn? Dat kan maar op één (soort) Bijbeltekst gebaseerd zijn, maar deze tekst wordt dan wel verkeerd uitgelegd. Het gaat om Matthéüs 22 : 30, waar staat: “Want in de opstanding nemen zij niet ten huwelijk, noch worden ten huwelijk uitgegeven; maar zij zijn als engelen Gods in de hemel” (zie ook Mark. 12 : 25 en Luk. 20 : 35, 36). Dat er niet gehuwd wordt in de hemel, dat er dus geen voortplanting plaatsvindt in de hemel, wil niet zeggen dat deze geestelijke wezens geslachtsloos zijn. De Bijbel Zelf heeft, zoals we gezien hebben, het tegendeel bewezen. Ook de Heere Zelf is namelijk niet geslachtsloos. Hij is de Vader in de hemel, Die Zich geopenbaard heeft in Zijn Zoon Jezus Christus: allemaal mannelijk!

 

Nog even aandacht voor het feit dat engelen geen vleugels hebben. Hoe kan het dan dat de wezens op de ark van het verbond wel vleugels hadden, en dat de profeet Ezechiël in zijn gezichten ook wezens met vleugels zag? De Bijbel Zelf geeft het antwoord: dit waren geen engelen, maar Cherubs (zie Ex. 25 : 18 – 20, Ezech. 9 : 3 en Ezech. 10 : 1 – 22)! Vandaar dat gevallen engelen geen vleugels hebben, maar de duivel zelf, de satan, wel, want hij was volgens Ezechiël 28 : 13 – 19 de overdekkende cherub, een troonbekleder van God! Een waarschuwing is hier wel op zijn plaats, want deze gevallen cherub kan zich voordoen als ‘een engel des lichts’ (2 Kor. 11 : 14). De Bijbel geeft duidelijk uitleg: Engelen hebben geen vleugels; de Engel des Heeren, de Heere Zelf, heeft geen vleugels.

 

 

Gevallen engelen en UFO’s

 

De tegenwoordige verblijfplaats van de engelen is in de hemel, of in de hemelse gewesten indien het gevallen engelen betreft. “Want in de opstanding nemen zij niet ten huwelijk, noch worden ten huwelijk uitgegeven; maar zij zijn als engelen Gods in de hemel” (Matth. 22 : 30). Een groot deel van deze engelen zal in de toekomst nog vallen in overeenstemming met Openbaring hoofdstuk 12. Indien u dat hoofdstuk leest, zult u opmerken dat de aandacht die tegenwoordig in boeken en tv-series gegeven wordt aan engelen en UFO’s, alleen maar een voorbereiding van de mensen is op toekomstige gebeurtenissen. Zij bereiden mensen voor om in de nabije toekomst een positieve kijk te hebben op gevallen engelen, wanneer zij naar de aarde zullen komen. De mensheid, die niet in de Bijbel als Gods Woord gelooft, zal deze gevallen engelen (verschijningen) dan accepteren als buitenaards leven!

 

De moderne boeken over profetie, die beginnen met het schilderen van een onjuist, on-Bijbels, beeld over engelen, vergeten meestal te vertellen dat engelen geen vleugels hebben en dat het mannelijke wezens zijn. Het enigste wat dan nodig is, is een wezen dat op een mens lijkt, dat handelt als een mens en spreekt als een mens, en dat zich op een andere planeet bevindt. Dan heeft u een compleet excuus voor uw eigen ondergang. De satan zal dit zeker gebruiken, en gezien de huidige aandacht voor UFO’s, bovennatuurlijke verschijningen, en buitenaards leven op bijvoorbeeld de planeet Mars, hoeft de duivel de mens alleen maar wijs te maken dat het hier niet gaat om gevallen engelen, maar om een mens of een (hoog ontwikkeld) menselijk (of goddelijk) wezen vanuit de ruimte. En wie gelooft er tegenwoordig nog in het bestaan van gevallen engelen, die zich als mannelijke wezens op aarde kunnen settelen? Zelfs de meeste Christenen niet. Maar weet u, dat dit in de geschiedenis al eerder gebeurd is? Dit staat vermeld in Genesis 6.

 

 

Gevallen engelen in het verleden al op aarde aanwezig

 

Engelen zijn als heilige wezens geschapen (Luk. 9 : 26). Maar de engelen, hadden hun plaats in de hemel al voor de schepping voorwaardelijk toebedeeld gekregen. Dat is ook nu voor vele engelen nog het geval. Ook zij hadden (en hebben) te gehoorzamen aan de Heere God. En wat bleek: er waren inderdaad engelen die niet voldeden. 2 Petr. 2 : 4 spreekt over gevallen engelen als “engelen, die gezondigd hebben”. Dit heeft direct te maken met hetgeen we vinden in Genesis 6. De gevallen engelen rebelleerden toen satan gelijk probeerde te worden aan God (Jes. 14 : 12 – 15, Ezech. 28 : 11 – 19). Het was de zonde van trots (hoogmoed) en ongehoorzaamheid, het was de zonde van vermenging met vrouwen op aarde (Gen. 6 : 4). Uit deze vermenging kwam een zondig geslacht van reuzen voort (Gen. 6 : 5), een nieuw geslacht, dat zich kon voortplanten, maar wat ontstaan was uit twee gevallen geslachten: Een gevallen mensen-geslacht en een gevallen engelen-ras.

 

In Matth. 24 : 37 – 38 lezen we: “En gelijk de dagen van Noach waren, alzo zal ook zijn de toekomst van de Zoon des mensen. Want gelijk zij waren in de dagen voor de zondvloed, etende en drinkende, trouwende en ten huwelijk uitgevende, tot de dag toe, waarin Noach in de ark ging; en bekenden het niet, totdat de zondvloed kwam, en hen allen wegnam; alzo zal ook zijn de toekomst van de Zoon des mensen.” Met wie werd er in de tijd van Noach getrouwd, en aan wie werd ten huwelijk uitgegeven? Dat kunnen we lezen in Genesis 6. Gen. 6 : 2 zegt: “Dat Gods zonen de dochters der mensen aanzagen, dat zij schoon waren, en zij namen zich vrouwen uit allen, die zij verkoren hadden.” Uit die huwelijken kwamen: “reuzen, (…) deze zijn de geweldigen, die van ouds geweest zijn, mannen van naam.” (Gen 6 : 4). Wat zijn Gods zonen? Gods zonen blijken in het Oude Testament engelen te zijn! In het Oude Testament, na de zondeval, bestond er nog geen wedergeboorte, mensen konden daarom nog niet IN CHRISTUS gedoopt worden door de Heilige Geest (= wedergeboorte, 1 Kor. 12 : 13, 2 Kor. 5 : 17). Deze mensen konden daardoor dus ook géén kinderen, of zonen Gods worden! Dat is aan de Gemeente van Jezus Christus voorbehouden. ‘Zonen Gods’ kan hier dus geen betrekking hebben op mensen (Adam is daarop uitgezonderd, vóór de zondeval was hij door God Zelf naar Gods beeld geschapen, Luk. 3 : 38). Wel komen we in Job 1 : 6 het volgende tegen: “Er was nu een dag, toen de kinderen Gods kwamen, om zich voor de Heere te stellen, dat de satan ook in het midden van hen kwam” (Een zelfde gedeelte vindt u bijvoorbeeld in Job 2 : 1). De King James 1611, zegt hier: “Gods zonen”! Wanneer we de Kanttekeningen bij de Statenvertaling erbij pakken, dan blijkt dat de King James 1611 en de Statenvertaling dezelfde bron gehad hebben. Want bij Job 1 : 6 staat dat ‘kinderen’ vertaald is voor het Hebreeuwse woord wat voor ‘zonen’ staat. Gods zonen staan hier voor engelen, ook zij zijn door God geschapen! Te midden van God in zijn vergadering van engelen komt de satan zijn beklag doen in het boek Job. Deze engelen zijn bij God in de hemel, zij huwen niet (Matth. 22 : 30). In Genesis 6 hebben we te maken met engelen die niet meer bij God zijn, het zijn gevallen engelen. Weet u waar dat tevens uit blijkt? 2 Petr. 2 : 4 – 5 zeggen het volgende: “Want indien God de engelen, die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar, die in de hel geworpen hebbende, overgegeven heeft aan de ketenen der duisternis, om tot het oordeel bewaard te worden; en de oude wereld niet heeft gespaard, maar Noach, de prediker der gerechtigheid, zijn achttal bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld der goddelozen heeft gebracht.” Judas 6 zegt dan nog over de gevallen engelen: “En de engelen, die hun beginsel niet bewaard hebben, maar hun eigen woonstede verlaten hebben, heeft Hij tot het oordeel van de grote dag met eeuwige banden onder de duisternis bewaard.” Deze engelen verschenen op aarde en hadden contact met de dochters der mensen (Gen 6 : 2). Daarvoor hebben zijn hun eigen woonstede (hun geestelijke lichaam) verruild voor een aards lichaam. Zij verschenen als mannen, en vermengden zich met de dochters der mensen. Mogen we de woonstede inderdaad verklaren met lichaam? Ja, want ook Paulus vergelijkt zijn lichaam met een TENT: “Want ook wij, die in deze tabernakel zijn, zuchten, bezwaard zijnde; aangezien wij niet ontkleed, maar overkleed willen worden, opdat het sterfelijke door het leven verslonden worde.” (2 Kor. 5 : 2, 4). Paulus noemt hier dus het verwisselen van het aardse lichaam voor het geestelijke, het verwisselen van tent, van woonstede! De gevallen engelen deden het alleen andersom: zij verwisselden van tent, van soort lichaam en vermengden zich met de dochters der mensen. En daaruit voort kwamen reuzen, een extreem goddeloos geslacht (Gen. 6 : 4 en 5). U begrijpt nu dat bijvoorbeeld de Griekse mythologie van goden en half-goden niet op totale verzinsels berust (Zeus, Olympus e.d.). Echter dat wat de mens als goden is gaan verheerlijken (mythologie), was een vermenging van mensen met onderdanen van de duivel. Vandaar de reuzen, vandaar de extreme goddeloosheid en boosheid in die dagen. En God moest oordelen en stuurde de zondvloed.

 

De dagen van Noach werden dus gekenmerkt door contact met het bovennatuurlijke! Door contact met de geestelijke wereld die zich op aarde manifesteerde! Vandaar dat de eindtijd ook wel omschreven wordt als “gelijk de dagen van Noach waren” (Matth. 24 : 37). Hetzelfde komen we nu namelijk weer tegen!

 

 

Mensen staan open voor magie en het bovennatuurlijke

 

Heel populair zijn de boeken over Harry Potter. Bij de verkoop moet je er tegenwoordig op intekenen. De boeken zijn bij wijze van spreken niet aan te slepen. En in het nieuws is er ruim aandacht voor. De mensen gaan er ruim van te voren al voor uit hun dak! En dan te bedenken dat Harry Potter puur occult is. De dingen die in de boeken beschreven staan komen regelrecht uit het satanisme. Ja, Harry Potter draagt zelfs een merkteken op zijn voorhoofd (Openb. 13 : 16 – 18). Hoe meer magie, hoe beter! We hebben ook al The Lord of the Rings! Er zijn zelfs ‘Christelijke’ uitgevers en organisaties die Bijbelstudies uitgeven gebaseerd op vergelijkingen tussen The Lord of the Rings en de Bijbel. Er worden kerkdiensten gebaseerd op de film en de boeken. En dat terwijl de Bijbel waarschuwt tegen alles wat met toverij te maken heeft (Deut. 18 : 10 – 12a; Hand. 19 : 17 – 20)!

 

Binnen de Christelijke wereld is men momenteel veel gericht op engelen-verschijningen. De EO zendt momenteel een serie uit dat “Touched by an Angel” heet. Wat in de serie ten eerste al opvalt, is dat de meeste engelen vrouwen zijn! Daar gaat de film al mank. Want engelen zijn mannelijke verschijningen!

 

En dan het volgende: We vinden in de Bijbel best veel dingen over engelen! Echter in de brieven van Paulus aan de Gemeente van Jezus Christus vinden we nergens dat we vandaag de dag gericht moeten zijn op engelenverschijningen, of dat we het van engelen moeten verwachten. Wij hebben in deze tijd de wapenrusting van God gekregen, en daarin staan met name geloof, Gods Woord en gebed centraal (Efeze 6)! Vervolgens is de boodschap aan de Gemeente in de Bijbel geen boodschap van aanschouwen. Dat aanschouwen komt nog (1 Kor. 13 : 12). We hebben echter wel de waarschuwing gezien dat de duivel “als een engel des lichts” verschijnt. Wanneer we dan denken aan de on-Bijbelse basis van bijvoorbeeld het programma “Touched by an angel”, dan weten we dat mensen vandaag de dag verleid worden, en voorbereid worden om steeds meer contact te hebben met geestelijke wezens, net als in Genesis 6. Wezens, die niet van God afkomstig zijn, al zegt men van wel! We zien in Openbaring 12 : 9 dat in de Grote Verdrukking inderdaad weer gevallen engelen op aarde geworpen worden: “En de grote draak is geworpen, namelijk de oude slang, welke genaamd wordt duivel en satanas, die de gehele wereld verleidt, hij is, zeg ik, geworpen op de aarde; en zijn engelen zijn met hem geworpen.” Dat is wat nog moet gebeuren in de Grote Verdrukking, en de mensen worden nota bene door onder andere zogenaamde Christelijke instellingen voorbereid om contact te hebben met GEVALLEN ENGELEN!

 

Hierbij horen ook de vele programma’s op Discovery Channel over buitenaards leven, UFO’s en dergelijke. Ook daar spreekt men over verschijningen en over contact met buitenaardse wezens. De mensheid wordt door de andere kant voorbereid op de eindstrijd! “Gelijk de dagen van Noach waren…”

 

Zo mogen wij weten dat we in de laatste dagen leven, en zo mogen we onze Heere spoedig verwachten!

 

 

Engelen en oordeel

 

Engelen zijn evenals onze eerste ouders, Adam en Eva, perfect geschapen. Engelen als geestelijke wezens, onze eerste ouders echter als vleselijke wezens. Wij mensen zijn dan ook ‘een weinig minder gemaakt’ dan de engelen (Ps. 8 : 6, Hebr. 2 : 7). Engelen waren dan ook in de directe nabijheid van God. Echter, in sommige gevallen staat de mens boven de engelen.

 

De Bijbel spreekt over “de duivel en zijn engelen” (Matth. 25 : 41). Als een gevolg van de val van die engelen, wacht die engelen van de duivel het oordeel. Judas 6 zegt: “En de engelen, die hun beginsel niet bewaard hebben, maar hun eigen woonstede verlaten hebben, heeft Hij tot het oordeel van de grote dag met eeuwige banden onder de duisternis bewaard.” Deze gevallen engelen zullen evenals de ongelovige mensen na de tweede opstanding in de poel des vuurs geworpen worden (Openb. 20 : 15, Matth. 25 : 41). In dit oordeel komt het rangorde verschil van de wedergeboren mens ten opzichte van de engelen aan het licht. Er komt namelijk een dag dat mensen engelen zullen oordelen. In 1 Korinthe 6 : 3 zegt Paulus (over geredde mensen in deze bedeling, die op een dag gelijkvormig zullen zijn aan de Engel des Heeren, de Heere Jezus Christus): “Weet gij niet, dat wij de engelen oordelen zullen?” Dit is ongetwijfeld een verwijzing naar het oordeel over de gevallen engelen, waar Judas 6 over spreekt, en dat deel dat volgens Openbaring 12 nog moet vallen gedurende de Grote Verdrukking.

 

Ondanks dat we in zonde vielen, zal God ons op een dag in Christus boven de engelen verheffen. Wij zullen dan verloste wezens zijn, door Zijn bloed gekocht, die gelijkvormig zijn aan het beeld van Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus. We zullen niet in staat zijn om opnieuw te vallen, en daardoor zullen wij over gevallen engelen oordelen, over geestelijke wezens die zich tegen God keerden. “Weet gij niet, dat wij de engelen oordelen zullen?” Dit oordeel wordt in Openbaring 20 genoemd.

 

 

Engelen en het verlossingswerk van Jezus Christus voor de mens

 

Toen de engelen zondigden, voorzag de Heere hen niet van een Verlosser. Waarom niet? Omdat deze engelen geen ‘vlees en bloed’ waren, zij leefden reeds als geestelijke wezens in aanschouwen bij God in de hemel. Doordat de gevallen engelen zich met de mensen vermengden, zelf een lichaam van vlees en bloed aannamen, probeerden zij òf zelf opnieuw voor redding in aanmerking te komen (staat nergens in de Bijbel hoor!), òf probeerden zij de redding voor de mensheid onmogelijk te maken. Gezien het feit dat de duivel de “mensenmoorder van den beginne” is (Joh. 8 : 44), is het laatste heel waarschijnlijk: Wanneer de mensheid met gevallen engelen vermengd zou zijn, zou Jezus Christus niet kunnen komen om Zijn leven voor de gevallen mens te geven. “Noach was een rechtvaardig, oprecht man in zijn geslachten”, staat er in Gen 6 : 9. Noach en zijn gezin werden gered, en de rest van de (vermengde) mensheid werd door God vernietigd door de zondvloed: Alles wat zich vermengd had met de gevallen engelen, werd door God vernietigd. Toen Christus als Redder naar deze aarde kwam, kwam Hij als Verlosser, in de gedaante van een mens (Filip. 2 : 8), met bloed in Hem, om Zijn bloed te vergieten voor mensen van vlees en bloed, wiens leven was in hun bloed (Lev. 17 : 11, Hand 20 : 28), en wiens bloed fout, verkeerd, was, waardoor zij stierven. Engelen zullen dus nooit de vreugde kennen van de volbrachte verlossing in het bloed van Jezus Christus, want een engel is geen wezen, dat door bloed gekocht is. De mens is ‘een weinig minder gemaakt dan de engelen’, en door de mens-wording nam Jezus Christus Zelf voor een kleine tijd deze lagere plaats in, om de gelovigen met Hem te verheffen boven de engelen (Ps. 8 : 5, 6 en Hebr. 2 : 6, 9, 10). Vandaar dat er in 1 Petrus 1 : 12b ook geschreven staat: “In welke dingen de engelen begerig zijn in te zien.”