Het werk van de Heilige Geest 




In deze studie willen we stilstaan bij het Werk van de Heilige Geest, en dan wel aan de hand van een driedeling: Als eerste het Werk van de Heilige Geest aan ongelovige mensen, ten tweede het Werk van de Heilige Geest wanneer iemand tot geloof komt en ten derde het Werk van de Heilige Geest in het leven van de gelovige!


  

De Heilige Geest is God

 

De Heilige Geest is God. In Hand. 5 : 3 en 4 blijkt bijvoorbeeld dat de Heilige Geest God genoemd wordt. De Bijbel schildert Hem aan ons als één van de drie Goddelijke Personen binnen de Drie-eenheid. De Bijbel spreekt over de Heilige Geest als over een Persoon. Wanneer we bijvoorbeeld naar Joh. 16 : 13 kijken, dan zien we dat daar staat: “Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, zal Hij u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelf niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.” Zo zijn er meerdere plaatsen aan te wijzen. De Bijbel laat zien dat er in God drie personen zijn. Bijvoorbeeld Matth. 28 : 19 waar staat: “Gaat dan heen, onderwijst al de volken, hen dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb.” Alhoewel er in de Bijbel drie Personen genoemd worden, staat er toch: ‘In de Naam des…’ God heeft ÉÉN NAAM! En die Naam is HEERE. HEERE God, HEERE Jezus en ook de Heilige Geest wordt HEERE genoemd. In Jesaja 6 : 8 staat: “Daarna hoorde ik de stem des Heeren, die zeide: Wie zal Ik zenden, en wie zal voor Ons heengaan? Toen zeide ik: Zie, hier ben ik, zend mij heen. Toen zeide Hij: Ga heen, en zeg tot dit volk: Horende hoort, maar verstaat niet, en ziende ziet, maar merkt niet op.” Wanneer Paulus naar dit gedeelte verwijst in Hand. 28 : 25, staat er: “…Terecht heeft de Heilige Geest gesproken door Jesaja, de profeet, tot onze vaderen, zeggende: ga heen tot dit volk, en zeg: Met het gehoor zult gij horen, en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien, en geenszins bemerken.” U ziet dat de Heilige Geest ook Heere genoemd wordt! De Heere is God, Hij is Eén, en Hij bestaat in drie personen! “Want Drie zijn er, Die getuigen in de hemel, de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn Eén” (1 Joh. 5 : 7).

  

Elke persoon van de Godheid heeft Zijn eigen taken, in deze studie zullen we dus met name gaan zien wat de Heilige Geest doet.

 

   

De Geest maakt levend

 

In Genesis 3 lezen we over de zondeval van de mens. Door de zondeval, die de mens begaan heeft, is de mens geestelijk gestorven. Hoe weten we dat? De Bijbel zegt: “Daarom, gelijk door één mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo is de dood tot alle mensen doorgegaan, in welke allen gezondigd hebben” (Rom. 5 : 12). Door de zonde is dus de dood in de wereld gekomen, en de mens is van nature dood! Efeze 2 : 1 zegt: “En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden.” Adam werd geschapen naar Gods beeld (Gen. 1 : 27), hij was een levend lichaam met een levende ziel en een levende geest. Door de zondeval stierf Adam geestelijk, en de mens na Adam is dan ook niet meer gelijk aan Gods Beeld! In Gen. 5 : 1 – 3 staat het volgende: “Dit is het boek van Adams geslacht. Ten dage als God de mens schiep, maakte Hij hem naar de gelijkenis Gods. Man en vrouw schiep Hij hen, en zegende ze, en noemde hun naam Mens, ten dage als zij geschapen werden. En Adam leefde honderd dertig jaren, en gewon een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld, en noemde zijn naam Seth.” Ziet u dat? Het nageslacht van Adam was naar zijn beeld, en niet naar dat van God! Vandaar dat de mens van nature geestelijk dood is. Daarom roept de Heere Jezus in Joh. 3: “Gij moet wederom geboren worden!” Efeze 2 : 5 en 6 laten ons namelijk zien dat wij door Christus Jezus weer levend worden, wanneer wij in Christus Jezus zijn! En hoe komen wij in Christus Jezus? Door onze zonden te belijden, Hem aan te nemen in ons leven als Heere en Heiland, dan voegt de Heilige Geest ons in het Lichaam van Christus: “Want ook wij allen zijn door één Geest tot één Lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij dienstknechten, hetzij vrijen; en wij zijn allen tot één Geest gedrenkt!” (1 Kor. 12 : 13). Dan zijn we dus in Christus, dan zijn we dus levend voor God, zoals de brief aan Efeze ons laat zien! “De Geest is het, Die levend maakt…”, zegt Joh. 6 : 63. Dat is de wedergeboorte. En dan begint dat beeld, wat Adam verloor, zich reeds hier op aarde te herstellen: “En wij allen, met ongedekten aangezichte de heerlijkheid des Heeren als in een spiegel aanschouwende, worden naar hetzelfde beeld in gedaante veranderd, van heerlijkheid tot heerlijkheid, als van des Heeren Geest” (2 Kor. 3 : 18). Uiteindelijk zal dat volmaakte beeld pas daar zijn, wanneer wij ons aardse lichaam hebben afgelegd, en door de opstanding, bij de Opname der Gemeente, ons verheerlijkte lichaam zullen krijgen (1 Kor. 15).

 

   

De Heilige Geest en de wereld

 

Dat veranderingsproces is dus het werk van de Heilige Geest! De Heilige Geest begint Zijn Werk al aan de ongelovigen. De ongelovige mens, die van nature dus geestelijk gezien dood is! In Joh. 16 : 8 staat: “En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel.” Deze passage is gericht aan de wereld! Niet aan het Joodse volk, niet aan de Gemeente, maar aan DE WERELD, de heidenvolkeren! De Heilige Geest overtuigt de wereld van zonde, omdat zij, vers 9, “in Mij niet geloven”. De Heilige Geest werkt dus niet in de wereld om mensen te laten zien dat zij zondigen wanneer zij doden, liegen en bedriegen of roken, maar om mensen te overtuigen van de zonde van het verwerpen van de Heere Jezus. Mohammed, Boeddha, verschillende Pausen, en noem maar geestelijke leiders van de mensheid op, zijn niet uit de dood opgestaan. Het volgen van hen, en daarmee het verwerpen van de Heere Jezus, is een zonde voor God! Joh. 3 : 18 zegt: “Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alreeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.” De Heilige Geest overtuigt de wereld tevens van gerechtigheid (Joh. 16 : 10), “omdat Ik tot Mijn Vader heenga, en gij zult Mij niet meer zien.” Juist met het feit dat Hij uit de dood is opgestaan, heeft Jezus bewezen Gods Zoon te zijn! Hand. 17 : 31, uit een toespraak van Paulus, zegt: “Daarom dat Hij een dag gesteld heeft, waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen, door een Man, Die Hij daartoe verordineerd heeft, verzekering daarvan doende aan allen, daar Hij Hem uit de doden opgewekt heeft.” Tevens overtuigt de Heilige Geest de wereld van oordeel! Waarom, omdat de overste van deze wereld geoordeeld is (vers 11). De overste van deze wereld is de duivel (2 Kor. 4 : 4). De duivel is door Jezus Christus aan het kruis op Golgotha verslagen. Jezus heeft de dood overwonnen! Zijn kop zal echter nog vermorzeld worden in de eindstrijd. Dit getuigenis is wat de Heilige Geest de wereld biedt, om te laten zien dat de mensheid Jezus Christus en Zijn volbrachte werk nodig heeft! Vier en twintig uur per dag is Gods Geest daar mee bezig! Het hulpmiddel, wat de Heere daarvoor heeft gegeven, is Zijn Woord!

 

   

De Heilige Geest en het tot geloof komen

 

Wanneer de mens dan, uit vrije wil, wil buigen voor dat volbrachte werk, zijn zonden belijdt en de Heere Jezus Christus vraagt om zijn leven te gaan leiden, dan komt de Geest en verzegelt die mens. Die mens is dan, zegt Gods Woord, verzegeld tot de dag der verlossing (Ef. 4 : 30, 1 : 13). Met andere woorden: die mens mag dan verzekerd zijn van zijn behoud! Efeze 1 : 13 – 14 geeft heel duidelijk aan hoe dat in zijn werk gaat: “In Wie ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Wie gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met de Heilige Geest der belofte; Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregen verlossing, tot prijs van Zijn heerlijkheid.” Dat ‘in Wie’ staat voor ‘in Christus’ (zie vers 12). De Heilige Geest heeft ons dan namelijk ingedoopt in het Lichaam van de Heere Jezus. Dan zijn wij niet lid van de Evangelische Gemeente Apeldoorn, van een andere Protestantse Kerk of wat voor een Kerk dan ook; nee, dan zijn wij lid van het Lichaam van Christus, Zijn wereldwijde Gemeente, die bestaat uit individuele gelovigen. Dit hebben we hiervoor alreeds gezien in 1 Kor. 12 : 13: “Want ook wij allen zijn door één Geest tot één Lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij dienstknechten, hetzij vrijen; en wij zijn allen tot één Geest gedrenkt!” U ziet dat de Heilige Geest een belangrijke rol speelt bij het tot geloof komen, bij het wederom geboren worden. Waarom heet dat: wederom geboren worden? Omdat de Bijbel op een andere plaats zegt dat wanneer wij IN CHRISTUS zijn, wij een nieuw schepsel zijn geworden (2 Kor. 5 : 17)! Wij zijn dan, zoals we eerder zagen, levend geworden voor God, want wij hebben dan opnieuw een levende geest (Ef. 2 : 5, Joh. 3 : 6)!

  

We hebben al gezien dat de Geest ons in het Lichaam van Christus doopt! Dat is de term die de Bijbel, Gods Woord, ervoor gebruikt! Dat gebeurt dus wanneer wij tot geloof komen! En niet nog eens later bij één of andere waterdoop. Er zijn velen die dat wel leren, maar dat is on-Bijbels. Door het tot geloof komen, worden wij in Christus’ lichaam gedoopt en worden wij verzegeld met de Heilige Geest. Waar baseren sommigen zich op dat we later met de Heilige Geest gedoopt zouden moeten worden? Meestal gebeurt dat aan de hand van het boek Handelingen. In het boek Handelingen komen we enkele malen tegen dat mensen vervuld worden met de Heilige Geest en dan in tongen spreken. Dit komt drie keer in de Bijbel voor: Hand. 2, Hand. 10 en Hand. 19. Wat belangrijk is om te zien, is dat tongen in de eerste plaats geen brabbeltaal is, maar werkelijk bestaande talen zijn. Tevens zijn tongen tot teken gegeven aan de ongelovigen van het volk Israël (1 Kor. 1 : 22, 1 Kor. 14 : 22). En dit is dan ook wat we in de genoemde gedeelten in Handelingen zien. We zien door het boek Handelingen heen dat de tekengaven verdwijnen. Het worden ook wel ‘de merktekenen van een apostel’ genoemd: “De merktekenen van een apostel zijn onder u betoond in alle lijdzaamheid, met tekenen, en wonderen, en krachten” (2 Kor. 12 : 12). De tongen zijn verdwenen, zoals Gods Woord overigens voorspeld heeft (1 Kor. 13 : 8), net zo als er nu geen apostelen meer zijn (1 Kor. 4 : 9). ‘Tongen’ is dus geen maatstaf voor doop in verband met vervulling met de Heilige Geest! Hand. 2 : 38 wordt vaak gebruikt om mensen aan te geven wat zij moeten doen om behouden te blijven. In deze tekst staat: “Bekeert u, en een ieder van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.” Men vergeet echter daarbij te vertellen dat Petrus’ publiek Joods was (Hand. 2 : 14, 22, 36). En dat Petrus de Joden alsnog wilde overtuigen van het feit dat Jezus hun Messias was! Petrus’ doop was dan ook een Joodse doop, die Johannes de Doper ook toepaste! Een doop tot vergeving van zonden (Matth. 3 : 6, Mark. 1 : 4). In Hand. 2 : 38 werd niet gesproken over wedergeboorte, over het bloed van Jezus dat de zonden wegneemt. De eerste Christenen komen dan ook pas voor in Hand. 11 : 26: “…en dat de discipelen voor het eerst te Antiochië Christenen genaamd werden.” In Hand. 10, waar Cornelius, de eerste heiden, gedoopt wordt, zien we dan ook dat de doop met water niet nodig is om de Heilige Geest te ontvangen! Zie Hand. 10 : 44 – 48. De doop met de Geest is dus niet de waterdoop en de waterdoop is niet de doop met de Geest! De doop met de Geest wordt heel mooi omschreven in Rom. 6 : 3 – 11. Hier is geen sprake van waterdoop. Worden wij soms door water in Jezus Christus gedoopt? Het in Hem gedoopt worden hebben we alreeds in 1 Kor. 12 : 13 en Ef. 1 : 13 gezien. Wanneer wij tot geloof komen ontvangen wij de Heilige Geest, die ons tevens indoopt in het Lichaam van Jezus Christus. Dat is de doop met de Geest! Moeten wij ons dan niet laten dopen door water? Jawel. Maar de doop door onderdompeling is slechts een beeld van wat er geestelijk heeft plaatsgevonden (1 Petr. 3 : 21). Door de doop getuigen wij van de dood en opstanding van Jezus Christus! Wanneer u wederom geboren bent, dan bent u reeds gedoopt met de Heilige Geest, daar hoeft niets extra’s voor te gebeuren.

 

   

De Heilige Geest en de gelovige

 

Naast de doop kent de Bijbel nog een ander begrip: het vervuld zijn met de Heilige Geest. De Bijbel heeft geen oproep om gedoopt te worden met de Geest. U mag de hele Bijbel doorzoeken, en mij laten zien als dat wel het geval is. Wanneer wij tot geloof komen worden wij automatisch gedoopt met de Geest! Wij zijn dan door het geloof gerechtvaardigd (Rom. 4 : 5). Wij zijn dan duur gekocht door de Heere en Zijn eigendom. En de Heere roept ons dan op om God onder andere in onze lichamen te verheerlijken (1 Kor. 6 : 19 – 20)! Paulus omschrijft hoe moeilijk het is om de wil van de Heere te doen. Wanneer hij het goede wil doen, is het kwade hem nabij (Rom. 7 : 21). Maar tevens geeft hij aan wat de oorzaak is. Onze geest is levend geworden door de wedergeboorte! Onze ziel is gered voor de eeuwigheid. Wij zijn geestelijk besneden. Geestelijk gezien hebben wij ons vlees uitgetrokken. Onze ziel kan dus niet zondigen en is behouden voor de eeuwigheid (Kol. 2 : 11 - 12). Paulus laat zien dat wij nog steeds problemen hebben met dat vlees (Rom. 7 : 18). Dat vlees, wat nog deel heeft aan de oude natuur, probeert de gelovige met wereldse zaken te verleiden. En dan zegt de Bijbel dat wij met ons lichaam God moeten verheerlijken. Gal. 5 : 16 zegt bijvoorbeeld: “En ik zeg: Wandelt door de Geest en volbrengt de begeerlijkheid van het vlees niet.” Alweer een opdracht! Maar hoe kan dat dan? Daar zijn wij toch niet toe in staat als mens? De Bijbel kent namelijk de uitdrukking ‘vervuld worden met de Geest’. Dit is niet alleen een uitdrukking, maar een opdracht! Kijk maar in Ef. 5 : 18: “En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met de Geest.” De Heilige Geest is de gelovige gegeven als Trooster, en Hij wil ons leven heiligen (2 Thess. 2 : 13, 1 Petr. 1 : 2) naar de wil van God, zodat wij volgens Gods Woord kunnen leven! De keuze is echter aan onszelf: wandelen wij naar de Geest of blijven wij wandelen naar ons vlees?

 

   

De Heilige Geest en de gelovige: vervuld worden

 

Hoe kunnen wij dan vervuld worden met de Heilige Geest? U kunt vervuld worden met de Geest vergelijken met een bak water dat verwarmd wordt. Wanneer iemand tot geloof komt, heeft hij de Heilige Geest. Hij is verzegeld! Er zit water in de bak! Maar dat wil niet zeggen dat hij ook vervuld is met de Heilige Geest. Wanneer u de bak met water gaat verwarmen dan weet u dat er waterdamp ontstaat, waterdamp verspreidt zich door de hele bak, waardoor de hele bak gevuld wordt met water. Zo is het ook met de gelovige en de Heilige Geest. Er zijn omstandigheden, waardoor de gelovige helemaal gevuld wordt met de Heilige Geest. Ten eerste laat Lukas 11 : 13 zien: “…Hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen, die Hem bidden.” Nu, wij, als wederom geborenen, hebben de Heilige Geest reeds ontvangen! Maar wij mogen wel bidden of de Vader ons meer en meer wil vullen met zijn Geest! Kent u die liedjes, van “O Heilige Geest van God…” enzovoort. Gods Woord leert ons nergens de Heilige Geest te aanbidden. En zelfs in deze tekst (Luk. 11 : 13) zegt de Bijbel dat wij de Vader moeten bidden…  Vervolgens kunnen wij erom bidden en gewoon in ons oude vlees verder leven, maar dan onderwerpen wij ons niet aan de Geest, en zal Hij ons nooit vervullen! Rom. 12 : 1 en 2 zegt het alsvolgt: “Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst. En wordt deze wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing van uw gemoed, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God is.” Wij hebben de Heilige Geest als hulp gekregen! Aan u is de keus: of u luistert naar Hem, u geeft u volkomen over en u wordt meer en meer vervuld met de Geest. Of u legt de leiding van de Geest naast u neer en u bedroefd Hem, en blust Hem uit in uw leven, want dat kan ook nog (Ef. 4 : 30; 1 Thess. 5 : 19)! Het tegengestelde van vervullen is dus uitblussen. En de Bijbel waarschuwt ons daartegen.

 

   

De Heilige Geest en de gelovige: kracht tot getuigen

 

Wanneer wij dan vervuld worden met de Geest levert dit een aantal dingen in ons leven op. Wanneer we vervuld zijn met de Geest krijgen we kracht om te getuigen. Hand. 1 : 8 zegt: “Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde.” Een paar bladzijden verder, in Hand. 4 : 8 en 31 zien we dat dat inderdaad zo is. Vers 31 bijvoorbeeld: “…En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest, en spraken het Woord Gods met vrijmoedigheid.” We zien dus dat de Heilige Geest niet aanzet tot één of andere ervaring, tongen bijvoorbeeld, maar Hij zet aan tot het getuigen van het Woord Gods, van Jezus Christus.

 

   

De Heilige Geest en de gelovige: Jezus Christus krijgt de eer!

 

Uiteindelijk zal door de Heilige Geest de Heere Jezus de eer krijgen in ons leven! In Joh. 16 : 13 staat geschreven: “Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, zal Hij u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelf niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.” De Heilige Geest spreekt dus niet over de Heilige Geest! Tegenwoordig hoor je binnen vele kringen dat men al maar praat over het werk van de Geest en de gaven van de Geest, maar dat is on-Bijbels, want is juist Die Geest Die mensen doet spreken en getuigen over het volbrachte werk van Jezus Christus aan het kruis op Golgotha. Zoals Joh. 15 : 26 zegt: “Maar wanneer de Trooster zal gekomen zijn, Die Ik u zenden zal van de Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die van de Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen.” Duidelijker kan het haast niet. Een Christen-leven hoort gekenmerkt te zijn door het getuigen van Jezus Christus, en niet door het praten over de Geest en zijn gaven. Joh. 16 : 14 zegt dan ook: “Die zal Mij verheerlijken.” De Naam van Jezus moet groot gemaakt worden!

 

   

De Heilige Geest en de gelovige: leiding bij Bijbelstudie

 

De Heilige Geest heeft kennis. 1 Kor. 2 : 10 – 13 laat ons zien dat de Heilige Geest de diepten Gods doorzoekt en dat Hij het is die ons de dingen van God doet begrijpen! Van nature kan een mens Gods Woord niet begrijpen, maar wanneer hij/zij wederom geboren is geworden, geestelijk levend is geworden, leidt de Heilige Geest het in zijn/haar leven zo, dat die mens Gods Woord mag gaan begrijpen. Wanneer wij de Bijbel bestuderen, waartoe de Heere ons oproept, door het recht te verdelen (2 Tim. 2 : 15), dan zal de Heilige Geest ons in herinnering brengen wat we bestudeerd hebben! Joh. 14 : 26 zegt: “Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb.” Kortom de Heilige Geest leidt ons bij Bijbelstudie en doet ons Gods Woord begrijpen!

 

   

De Heilige Geest en de gelovige: vrucht

 

De Heilige Geest zal ons vrucht geven. Het is niet toevallig dat juist in het gedeelte in Johannes dat over de Geest handelt (Joh. 14 – 16), het gedeelte is opgenomen over de ware Wijnstok. En wat lezen we daar: het is de bedoeling dat wij veel vrucht dragen. En dat kan door in de Heere Jezus te blijven (Joh. 15 : 5). De Bijbel spreekt niet over veel vruchten, maar over veel vrucht. Het is één vrucht, die zich op verschillende manieren uit: de vrucht van de Geest. Deze vrucht vinden we in Gal. 5 : 22. In Gal. 5 vinden we eerst de werken van het vlees, en daarna wordt de vrucht van de Geest genoemd, wij hebben immers de keus om naar het vlees of naar de Geest te wandelen. Gal. 5 : 17 – 21 zegt het volgende: “Want het vlees begeert tegen de Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet, wat gij wildet. Maar indien gij door de Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet. De werken van het vlees nu zijn openbaar; welke zijn overspel, hoererij, onreinheid, ontuchtigheid, Afgoderij, venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen, Nijd, moord, dronkenschappen, brasserijen, en dergelijke; van welke ik u te voren zeg, gelijk ik ook te voren gezegd heb, dat die zulke dingen doen, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven.” Wat een tegenstelling is dat met de vrucht van de Geest, die in vers 22 genoemd wordt: “Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.” Dit is één enkele vrucht, die bestaat in negen delen! De Heilige Geest woont in ons. Geven wij Hem de gelegenheid om deze vrucht in ons leven uit te werken?

  

De liefde van God is naar ons toegekomen. Hebben wij Hem lief? Hebben wij Zijn Woord lief? Meestal wordt de liefde naar elkaar toe op de voorgrond geschoven. Maar wanneer de Heere het over liefde heeft in Mark. 12 : 30 – 31, dan heeft Hij het toch eerst over de liefde naar God toe, en dan naar de medemens. De Bijbelse liefde is echter een andere liefde, dan wij mensen er vaak op na houden. Joh. 14 : 23 zegt: “Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn Woord bewaren.” Van daaruit kunnen we dan de naaste liefhebben. Vanuit de waarheid. De liefde kan soms wel eens inhouden dat iemand gewaarschuwd moet worden vanuit het Woord van God! Laten wij verlangen naar de redelijke onvervalste melk van het Woord van God (1 Petr. 2 : 2). Filip. 4 : 4 – 7 laat zien hoe wij verblijd kunnen zijn in de Heere, en hoe Hij ons vrede geeft. De goedertierenheid en goedheid houden niet in dat we elkaar naar de mond moeten praten. We moeten eerlijk zijn, goed zijn. Jezus Christus was ook goedertieren, maar dat nam niet weg dat Hij de zweep door de tempel haalde, dat Hij de Schriftgeleerden aansprak als slangen en adderengebroed (Matth. 23)! De Samaritaanse vrouw en Maria Magdalena benaderde Hij echter weer heel anders. Zo hebben we enkele van die vruchten nader bekeken.

 

   

De Heilige Geest en de gelovige: gaven

 

Uit de Bijbel weten we dat de Heilige Geest ook gaven geeft! En Hij deelt ze uit naar Hij wil. De vrucht is voor iedereen. De gaven dus niet! In 1 Kor. 12 : 7 – 11 lezen we: “Maar aan een ieder wordt de openbaring des Geestes gegeven tot hetgeen nuttig is. Want deze wordt door de Geest gegeven het woord der wijsheid, en een ander het woord der kennis, door dezelfde Geest; En een ander het geloof, door dezelfde Geest; en een ander de gaven der gezondmakingen, door dezelfde Geest. En een ander de werkingen der krachten; en een ander profetie; en een ander onderscheidingen der geesten; en een ander menigerlei talen; en een ander uitlegging der talen. Doch al deze dingen werkt een en dezelfde Geest, delende aan een ieder in het bijzonder, gelijk Hij wil.” We zien dus dat niet iedereen automatisch al die gaven krijgt, ook al is de persoon nog zo vervuld met de Geest. De Geest geeft, gelijk Hij wil! Maar er bestaan ook teken-gaven, die heel direct aan de apostelen gegeven waren om het Woord te bevestigen. Na de periode van Handelingen zijn die gaven dan ook verdwenen! In 2 Kor. 12 : 12 lezen we: “De merktekenen van een apostel zijn onder u betoond in alle lijdzaamheid, met tekenen, en wonderen, en krachten.” We zien dus dat de merktekenen van een apostel omschreven worden door ‘tekenen, en wonderen, en krachten.’ Met de apostelen (1 Kor. 4 : 9) zijn ook deze gaven (hierna even teken-gaven genoemd) verdwenen! Wanneer we dan nu nog eens naar 1 Kor. 12 : 8 – 10 kijken dan vallen voor de Gemeente van vandaag de dag vier van de acht gaven af. Meer gaven worden beschreven in de voetnoot van het artikel over apostelen.

 

  • Woorden van wijsheid en kennis zijn geen teken-gaven, mits we het in de context van Gods Woord laten staan. Zie bijvoorbeeld Kol. 1 : 9 en 2 : 3.
  • Geloof is geen teken-gave.
  • Gezondmakingen: WEL, zie Mark. 16 : 17 – 18.
  • Werkingen der krachten: WEL een teken-gave
  • Profetie, WEL een teken-gave, profeten waren de 'mond van God'.
  • Onderscheiding der geesten: geen teken-gave
  • Tongen: WEL, zie 1 Kor. 14 : 22.

Wat blijkt nu, men is binnen de huidige Charismatische Beweging juist met die teken-gaven bezig, daarmee zich niks aantrekkend van wat Gods Woord over deze dingen zegt. Wij zijn gewaarschuwd dat in de eindtijd, de laatste dagen, vele valse messiassen en christussen zullen opstaan en tekenen en wonderen zullen doen (Matth. 24 : 24 bijvoorbeeld; 2 Thess. 2 : 9 – 11)! Wij zijn gewaarschuwd, want onze strijd is niet vleselijk, maar geestelijk. Volgens Ef. 6 : 12 hebben wij namelijk te strijden tegen geestelijke boosheden in de lucht. Geestelijke machten die proberen om zoveel mogelijk kinderen van God onder hun macht te krijgen. Men denkt dan met de gave van de Geest bezig te zijn, ondertussen is men een instrument in de handen van de boze! En dat als gelovige! Jawel! U ziet opnieuw hoe belangrijk het is om Gods Woord recht te verdelen.

  

Een voorbeeld:

Zalving en gebed: “Is iemand krank onder u? Dat hij tot zich roepe de ouderlingen der gemeente, en dat zij over hem bidden, hem zalvende met olie in de Naam des Heeren. En het gebed des geloofs zal de zieke behouden, en de Heere zal hem oprichten, en zo hij zonden gedaan zal hebben, het zal hem vergeven worden” (Jak. 5 : 14 – 15). Ten eerste merken we hier op dat er géén sprake is van handoplegging! In vele Charismatische/Pinkster/Evangelische kringen, wil men bij ziekten genezen door gebed met handoplegging. Hier staat heel duidelijk dat men de oudsten moet roepen, en dat die bidden! Géén handoplegging dus! Denk hierbij ook aan de waarschuwing: “Leg niemand haastig de handen op” (1 Tim. 5 : 22a). Tevens lezen we ook niet dat iemand, die niet geneest, geen geloof genoeg zou hebben. Het ‘gebed des geloofs’ is het gebed dat de ouderlingen óver de zieke uitspreken, en niet mét de zieke. Maar dan komen we meteen tot de kern van de zaak: hier blijkt dat genezing afhangt van het gebed van de ‘genezer’! We hebben hier te maken met de apostolische gave van genezing! De gave die de apostelen hadden gedurende de tijd van het boek Handelingen, en die aan het eind daarvan ophield te bestaan! Dat brengt ons bij de aanhef van de brief van Jakobus, waarin staat: “aan de twaalf stammen, die in de verstrooiing zijn” (Jak. 1 : 1). Ziet u dat? Deze brief is aan Israël gericht! Aan het volk van God, de Joden. Weet u het nog? “De Joden begeren (vereisen, King James 1611) een teken”. Het is dan ook leuk om te zien dat de brief van Jakobus, net als de eerste brief aan Korinthe, één van de vroegste brieven in het Nieuwe Testament is (tussen 40 en 60 n. Chr.). De latere brieven behandelen deze ‘merktekenen van een apostel’ niet meer, omdat deze tekenen opgehouden zijn te bestaan. Gebed dat samen moet gaan met zalving is dus niet van toepassing op de Gemeente van de Heere Jezus Christus in deze tijd. Het blijkt dat de Hebreeënbrief en Jakobus de leerstellige basis vormen voor de Joden die tijdens de Grote Verdrukking tot geloof komen. Vandaar dat in deze brieven de werken ook weer een meer centrale plaats innemen.

 

   

Tenslotte

 

De vrucht van de Geest is veel belangrijker! Weet u waaraan de boom wordt herkend? Aan zijn vrucht! (Matth. 12 : 33). De Heere roept ons op om ons te buigen voor de leiding van de Geest (Gal. 5 : 13, 25), zodat de Heilige Geest ons kan gaan vormen naar het Beeld van Jezus Christus. Een proces wat hier op aarde reeds begint, maar wij zullen natuurlijk pas volmaakt zijn, wanneer wij ons opstandingslichaam hebben ontvangen!

  

Zie ook: ‘Wat zegt de Bijbel over ons behoud’.