Duivelen

krachten en machten van de nacht

 

 

 

Inleiding

 

In de nachtelijke periode, waarin de Gemeente van Jezus Christus leeft, hebben we te maken met onder andere “de overste van de macht der lucht”, “de geest der wereld” of “de god van deze wereld”: de satan. Uiteindelijk is het zijn doel om zoveel mogelijk mensen mee te nemen in de val die hij zelf gemaakt heeft vanuit de hemel, totdat hij uiteindelijk zal belanden in de poel des vuurs. God heeft dienaren, bijvoorbeeld engelen, maar de geestelijke wereld van de nacht bestaat ook uit wezens. De satan is namelijk heer van een koninkrijk (Matth. 12 : 26). Zo zagen we dat er gevallen engelen zijn. Gevallen engelen die zich op aarde vermengd hebben met mensen (Gen. 6 : 1 – 6). De mythologie uit de verschillende volken bestaat dus niet uit pure onzin, maar is een verering van wat de Bijbel aanwijst als de “geestelijke boosheden in de lucht”. In de toekomst zal dit volgens Gods Woord weer gebeuren. Maar naast de gevallen engelen, spreekt Gods Woord ook over duivelen. En daar gaat deze studie over. Toepasselijke Bijbelgedeelten zijn Matth. 8 : 28 – 34 en Mark. 5 : 1 – 20.

 

 

Land der Gergesénen of der Gadarénen?

 

In deze gedeelten komen we allereerst een paar dingen tegen waardoor critici kunnen zeggen: “Zie je wel, er zijn dingen in de Bijbel die niet met elkaar overeenkomen!”. In Matthéüs is sprake van “het land der Gergesénen”, terwijl Markus spreekt over “het land der Gadarénen”. Vervolgens spreekt Markus over de genezing van één bezetene, terwijl Matthéüs spreekt over de genezing van twee bezetenen. In de nieuwe vertalingen wordt dit gedeeltelijk aangepast. De NBG-’51 en de NBV spreken in Matthéüs bijvoorbeeld over “het land/gebied van de Gadarenen”, terwijl de Statenvertaling, zowel als de Engelse King James 1611, spreken over het land der Gergesénen! Dit allemaal omdat er een theorie bestaat dat Matthéüs ‘zijn’ boek ten dele overgeschreven zou hebben van Markus. Maar dan past men Matth. 8 dus aan Mark. 5 aan! En dat terwijl de Bijbel Zelf zegt: “al de Schrift is van God ingegeven” (2 Tim. 3 : 16). Volgens 2 Petr. 1 : 21 werden de “heilige mensen Gods” daarbij “door de Heilige Geest gedreven”. God heeft Zijn woordvoerders gebruikt om Zijn Woord aan ons kenbaar te maken. Elk stukje Schrift is door Hem Zelf geïnspireerd, en niet overgeschreven van iemand anders. Gods Woord mag niet door mensen aangepast worden! Het feit dat de Bijbel aan één gebied, waar mensen uit afkomstig zijn, twee namen geeft, is helemaal niets bijzonders. De Bijbel spreekt bijvoorbeeld over “de zee van Galilea” (Matth. 4 : 18). Wanneer de Bijbel over diezelfde zee spreekt met namen als “zee van Tiberias” (Joh. 6 : 1), of “het meer Gennesareth” (Luk. 5 : 1), dan doet niemand daar moeilijk over, omdat die zee aan alle drie de plaatsen ligt. Is het zo moeilijk om in te denken dat een bepaald gebied ook aan meerdere plaatsen ligt? Zo zien we hoe men in de theologie ten koste van Gods Woord zijn eigen brood verdient.

 

Vervolgens noemt Matthéüs de genezing van de twee bezetenen, waarvan Markus er één persoon uithaalt, en die genezing uitgebreid behandelt. En zo zien we hoe we de Bijbeltekst kunnen lezen en bespreken, zonder daar ook maar iets aan te veranderen. Gods Woord is Waarheid! Daar hoeft, daar mág, niet aan getornd worden!

 

 

Duivelen of demonen?

 

Nu lezen we over twee mannen, die door duivelen bezeten zijn. Tegenwoordig spreekt men echter over demonen. Iets wat we ook in de nieuwe vertalingen terugvinden. In het Grieks komt het woord ‘daimoon’ voor, en ons Nederlandse demoon is daar dus geen vertaling van, maar, zoals dat genoemd wordt, een transliteratie. In feite een vernederlandsing van het Griekse ‘daimoon’. Maar waarom vertaalt men het tegenwoordig niet? Omdat men zegt dat er één duivel is: de duivel, maar vele demonen. Men gelooft niet dat er vele duivelen zijn. Echter: zoals er maar één God is, zo zijn er vele goden (1 Kor. 8 : 5; 2 Kor. 4 : 4); zoals er één Engel des Heeren is, zo zijn er vele engelen van de Heere (Luk. 2 : 9, 13 – 15; Matt. 2 : 13, 19; Hand. 27 : 23). Zo wordt de Heere Jezus ‘Christus’ genoemd, maar de duivel is ook een gezalfde, een christus (Ezech. 28 : 14), en de Bijbel spreekt over valse christussen (meervoud, Matth. 24 : 24). Zo is Jezus Christus de Zoon van God, maar de gelovigen vormen vele zonen Gods. Zo is er dus ook één duivel, maar dat wil niet zeggen dat er niet vele duivelen zouden kunnen zijn. En de oude vertalingen, vertalen het woord ‘daimoon’ dan ook heel gewoon met ‘duivel’. Demonen zijn in de volksmond bekend als boze geesten. Duivelen zijn dat volgens Gods Woord ook. Waarom doen we hier dan zo moeilijk over? Omdat demonen volgens de oude Grieken ook een positieve kant hadden. De oude Grieken zoals Aristoteles, Plato, Socrates e.a. geloofden dat zij een demon hadden, die zij de ‘genius’ noemden. Zij beweerden dat zij hun superieure kennis van een demon hadden, wat voor hen dus een positieve betekenis had. Wanneer u in de Winkler Prins encyclopedie zoekt naar het woord demon, dan vindt u de volgende betekenis: “betekende in het Grieks oorspronkelijk godheid; de betekenis zwakte daarna af tot halfgod, goddelijke macht en geest, totdat het woord uiteindelijk de betekenis kreeg van ‘boze geest’ ”. Een voorbeeld is te vinden in het werk van de Griekse filosoof Plutarchus. Winkler Prins schrijft over zijn filosofie het volgende: “Dit dualisme ziet Plutarchus zowel in de kosmos als in de menselijke natuur vertegenwoordigd. Tussen de transcendente God en mens en wereld voert hij bemiddelende instanties in, demonen genoemd…”. Volgens de Grieken waren demonen dus een soort ‘geleide geesten’, wat volgens hen dus positief kon zijn. De Bijbel sluit een positieve betekenis van een duivel uit! Duivelen zijn boze geesten. Vandaar dat de vertaling van het Griekse woord ‘daimoon’ met ‘duivel’ in de oude vertalingen zo waardevol is. Niet alleen waardevol, maar het is Gods leiding!

 

 

Wat zijn duivelen?

 

Duivelen zijn geestelijke wezens; zij worden in Gods Woord ook wel ‘onreine geesten’ of ‘boze geesten’ genoemd (Mark. 1 : 23, Matth. 8 : 16 bijv.). In Luk. 8 : 2 vinden we dat heel mooi in één vers terug: “En sommige vrouwen, die van boze geesten en krankheden genezen waren, namijk Maria, genaamd Magdaléna, van wie zeven duivelen uitgegaan waren”. Wat hun oorsprong is, daar is de Bijbel niet duidelijk over. Feit is, dat deze boze geesten volgens Gods Woord bestaan.

 

Wat blijkt er nu uit de genoemde Schriftgedeelten, uit Matthéüs 8 en Markus 5? Duivelen voelen zich thuis in hoog gelegen gebieden, maar ook in vochtige gebieden. Duivelen pijnigen zichzelf. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit de geschiedenis van Elia en de profeten van Baäl (1 Kon. 18). Uit deze geschiedenis blijkt onder andere dat het pijnigen vaak om religieuze redenen is. Dode lichamen en graven hebben een aantrekkingskracht op duivelen. Het roepen of huilen, en het zich ontdoen van kleding behoort ook tot de kenmerken van iemand die door duivelen bezeten is. Verder heeft zo’n persoon vaak een ontembare kracht. Bezetenen zijn vaak religieus. En wat blijkt? Wanneer we in Gods Woord kijken, dan blijken mensen, die bezeten zijn, altijd goed op de hoogte te zijn van het feit Wie de Heere Jezus is. In Mark. 5 : 7 staat dat de bezetene roept: “…Wat heb ik met U te doen, Jezus, Gij Zoon van God, de Allerhoogste? Ik bezweer U bij God, dat Gij mij niet pijnigt!”. Of zoals Matth. 8 : 29 het verwoordt: “…Zijt Gij hier gekomen om ons te pijnigen voor de tijd?”. De duivelen weten dus niet alleen Wie de Heere Jezus is, maar zij weten ook wat hun toekomst is: de poel des vuurs. De duivelen geloven dus in God! “Gij gelooft, dat God een enig God is; gij doet wel; de duivelen geloven het ook, en zij sidderen” (Jak. 2 : 19). Hoe kan het dat het Rooms-katholicisme in Jezus zegt te geloven, maar ondertussen beelden en heiligen vereert? Hoe kan het dat ze geloven in de biecht, en vaak ook zelf-kastijding? Het zijn volgens Gods Woord de duivelen die geloven in God en geloven in de Zoon van God! Wedergeboorte is echter wat anders! Hetzelfde Roomse systeem gelooft in het celibaat: priesters en nonnen mogen niet huwen! Gods Woord zegt daar echter het volgende over: “Doch de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten, en leringen der duivelen, door geveinsdheid der leugensprekers, hebbende hun eigen geweten als met een brandijzer toegeschroeid; verbiedende te huwen,…” (1 Tim. 4 : 1 – 3a). Meer woorden zijn niet nodig. Gods Woord is duidelijk genoeg. Een religieus systeem, los van Gods Woord, is van de duivel! Hoe christelijk ze zichzelf ook noemen.

 

 

“De vogelen des hemels”

 

Vaak wordt beweerd dat gevallen engelen duivelen zijn. Maar dat klopt niet. Engelen hebben de grootte van een mens (Openb. 21 : 17). Wanneer ze op aarde verschijnen, verschijnen ze als man, wat klopt met hun beschreven maat. Maar van de duivelen staat geschreven dat er van Maria Magdaléna zeven uitgegaan waren. In Mark. 5 : 9 antwoordt de onreine geest: “…Mijn naam is Legio; want wij zijn velen”. Uit Matth. 8 weten we dat er twee bezetenen waren, en Mark. 5 : 13 laat zien dat de kudde zwijnen bestond uit ongeveer tweeduizend dieren. Datzelfde vers zegt dat de kudde versmoorde in de zee. Met andere woorden: Er moeten minimaal tweeduizend duivelen geweest zijn, die zich in de twee bezetenen bevonden. Dat maakt minimaal duizend duivelen per bezetene! Dat betekent dat duivelen vele malen kleiner zijn dan (gevallen) engelen. Gevallen engelen zijn dan ook absoluut niet hetzelfde als duivelen. Dit blijkt ook uit het feit dat engelen geen vleugels hebben. Duivelen hebben namelijk, net als hun heer, vleugels. Waar blijkt dit uit? Laten we eens naar Matthéüs 13 : 4 gaan, dat gaat over het gezaaide Woord van God: “En toen hij zaaide, viel een deel van het zaad bij de weg; en de vogels kwamen en aten dat op.” De vogels komen en halen het gezaaide Woord weg! Wat zijn de vogels? De Bijbel Zelf geeft uitleg in Matthéüs 13 : 19: “Als iemand dat Woord van het Koninkrijk hoort, en niet verstaat, zo komt de boze, en rukt weg, wat in zijn hart gezaaid was; deze is degene, die bij de weg bezaaid is.” De vogels zijn hier dus een beeld, een type, van de boze! Boze geestelijke wezens, die getypeerd worden door vogels (gevleugelde wezens!), proberen ervoor te zorgen dat het Woord geen ingang vindt bij mensen. Wanneer het Koninkrijk vergeleken wordt met een mosterdzaad, dat uitgroeit tot een boom, waarin de vogelen des hemels zich nestelen (Matth. 13 : 32), wordt vaak uitgelegd dat de boom de kerk is, waar de gelovigen, als de vogels, hun plekje in vinden. Maar op grond van Matth. 13 : 19 weten we dat het gaat om de groei van een Koninkrijk waar zich boze machten in tussen dringen, die proberen te voorkomen dat het Woord van God ingang zal vinden in de harten van de onderdanen! Gods Woord vergelijkt de boze machten namelijk met ‘vogels’. Vogels zijn over het algemeen in verhouding tot de mens kleine wezens. Zo zien we dat de Bijbel geesten vergelijkt met vogels. De Heilige Geest met een duif (Matth. 3 : 16). De onreine geesten worden in verbinding gebracht met onrein en hatelijk gevogelte (Openb. 18 : 2). De Heere Jezus wordt door de Farizeeën beschuldigd dat Hij in de naam van Beëlzebul, de overste der duivelen (de satan dus), Zijn Werken doet. Beëlzebul staat ook bekend als ‘heer van de vliegen’, een afgod van Ekron (Matth. 12 : 24, 2 Kon. 1 : 2). Zo laat God in Zijn Woord een vergelijking toe, waarin de satan geopenbaard wordt als Beëlzebul, de heer van ‘gevleugelde wezens’! Vandaar dat vogels een beeld (type) zijn van duivelen, maar tevens zijn vliegen een beeld (type) van duivelen.

 

 

Occulte spelletjes werken! Pas op!

 

Nu we dit gezien hebben, is het goed om eens naar Prediker 10 : 20 te kijken: “Vloek de koning niet, zelfs in uw gedachten, en vloek de rijke niet in het binnenste van uw slaapkamer; want het gevogelte des hemels zou de stem wegvoeren, en het gevleugelde zou het woord te kennen geven.” Een moeilijke tekst, die in de meeste commentaren slechts gedeeltelijk besproken wordt! Maar wanneer we het voorgaande in acht nemen, gaan we de tekst wel begrijpen. Het zijn natuurlijk niet de mussen, de mezen, de zwaluwen, de merels, of noem maar een vogelsoort op, die uw woorden doorgeven. Maar er is een geestelijke wereld in de lucht aanwezig. Een geestelijke wereld, onder andere bestaande uit gevleugelde wezens, duivelen, die de Schrift met beeldspraak aangeeft als vogelen des hemels. We vergeestelijken niets, want we blijven binnen de context van Gods Woord. We gebruiken beeldspraak, die de Heere Zelf in Zijn Woord heeft uitgewerkt! Informatie kan door geestelijke kanalen worden doorgegeven! (zie bijv. 1 Kon. 22 : 20 – 24 en Luk. 2 : 26). Telepathie is op grond van de Bijbel dus wel degelijk te verklaren! En vandaar dat al die occulte spelletjes, die men vandaag de dag doet, ook echt werken en wel degelijk gevaarlijk zijn! Men richt zich op het bovennatuurlijke, buiten Gods Woord om, en komt in aanraking met de reële geestelijke wereld van de boze geesten.

 

 

Kan een Christen bezeten zijn?

 

In de besproken Schriftgedeelten (Matth. 8 en Mark. 5) gaat het om twee mensen die bezeten zijn. En dan komt de vraag: Kan een Christen ook bezeten zijn? In 1 Petr. 5 : 8 – 9a lezen we over de tegenstander, de duivel: “Weest nuchter, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een briesende leeuw, zoekende, wie hij zou kunnen verslinden; en weerstaat hem, vast zijnde in het geloof,…”. Het feit dat deze tekst laat zien dat wij de duivel (en dus de duivelen) kunnen weerstaan, door vast te staan in het geloof, betekent dat zij invloed op een gelovige kunnen hebben. Ze kunnen hen in hun macht krijgen zodat ze niet durven te getuigen, zodat ze een dwaalleer gaan volgen i.p.v. de Bijbel, etc. Maar kan een Christen door (een) duivel(en) bezeten zijn? Dit is iets wat de Bijbel niet heel direct in één vers zegt, maar er zijn wel teksten die een duidelijke heenwijs in die richting geven. Ef. 4 : 27 zegt bijvoorbeeld: “En geeft de duivel geen plaats”. En in 2 Kor. 11 : 1, 3 – 4 vinden we geschreven over het ontvangen van een andere geest: “Och, of gij mij een weinig verdroegt in de onwijsheid; ja ook, verdraagt mij! (…) Doch ik vrees, dat enigszins, gelijk de slang Eva door haar arglistigheid bedrogen heeft, alzo uw zinnen bedorven worden, om af te wijken van de eenvoudigheid, die in Christus is. Want indien hij, die komt, een andere Jezus predikte, die wij niet gepredikt hebben, of indien gij een andere geest ontvingt, die gij niet hebt ontvangen, of een ander evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, zo verdroegt gij hem met recht” [in de kanttekeningen bij de Statenvertaling staat dat ‘met recht’ ‘wel’ betekent. Dit komt overeen met wat er geschreven staat in de Engelse King James 1611: “ye might well bear with him”]. Er staat dus dat de Korinthiërs Paulus niet meer verdragen, maar dat zij afwijken van de eenvoudigheid in Christus, en dat zij een ander evangelie, een andere Jezus aannemen, en daardoor een andere geest ontvangen, die zij eerder niet ontvangen hebben! Zij hebben de Heilige Geest ontvangen, want het gaat om wedergeboren gelovigen, die Paulus toebereid heeft om als een reine maagd aan Christus voorgesteld te worden (2 Kor. 11 : 2). En zij ontvangen een andere geest! Een geest die zij ontvangen door toedoen van valse apostelen, die doen alsof zij apostelen van de Heere Jezus Christus zijn (2 Kor. 11 : 13 – 15).

 

We leven in een tijd waaruit heel duidelijk blijkt dat bezetenheid onder Christenen voorkomt. Harry Potter met z’n merkteken op het voorhoofd is ‘in’. Zo ‘in’, dat de boeken over hem niet aan te slepen zijn. De boeken zijn puur occult. Houd je niet van Harry, dan hebben we “Lord of the Rings”. En zo zijn er nog vele voorbeelden meer te noemen. Magie en toverij onder Christenen is heel normaal. Er worden aan de hand van Harry Potter en “Lord of the Rings” kerkdiensten gehouden en bijbelstudieboeken geschreven! Zie de bovenstaande Figuur. En dat terwijl Gods Woord waarschuwt tegen toverij en magie (1 Sam. 28 : 7; Lev. 20 : 6; Gal. 5 : 20; Jes. 47 : 9; Hand. 19 : 19; 1 Sam. 15 : 23). Maar de mensen verwerpen deze waarschuwingen in Gods Woord, en daarmee verwerpen zij Gods Woord en roepen een geestelijke blindheid over zichzelf af. Zij laten zich op dat moment leiden door wat de boze wil… Het is niet voor niets dat de Bijbel ons oproept om de Heilige Geest niet te bedroeven of uit te blussen (Ef. 4 : 30; 1 Thess. 5 : 19), en om de duivel geen plaats te geven (Ef. 4 : 27). Waarmee geven we de duivel plaats in ons leven? Door ons open te stellen voor alles wat met het bovennatuurlijke, buiten Gods Woord om, te maken heeft. En dan kunt u denken aan alternatieve geneeswijzen, astrologie, spiritisme, yoga, meditatie, magie en noem maar op. Wanneer u beseft dat steeds meer mensen op zwangerschapsyoga gaan; wanneer u in de babyboeken, die u in de gewone boekhandel haalt, al leest dat mensen, wanneer hun baby last heeft van buikpijn, een hand moeten leggen op het hoofdje en de buik, en zich dan moeten voorstellen dat hun handen genezend zijn, en dat er dan een genezende stroom door het babylichaam loopt; wanneer de kinderen vervolgens volgegooid worden met hekserij en magie, dan begrijpt u waarom we in een tijd leven dat er steeds meer ‘nieuwe-tijds-kinderen’ zijn, die bijvoorbeeld helderziend zijn e.d. Vervolgens begrijpt u waarom er steeds meer ‘zinloos geweld’ is, en waarom mensen steeds vaker in het openbaar uit de kleren gaan. De mensheid is bezeten. En ook de Christenen worden hier mee ‘besmet’ als ze niet oppassen!