De periode van de grote wereldwijde opwekkingen
De brief aan Filadelfia (Openb. 3 : 7 – 13)



Inleiding

Rome was een vervalste bijbel gaan gebruiken en deed er alles aan om het Woord van God bij de mensen weg te halen, ja, uit de geschiedenis te laten verdwijnen. Maar God deed in Zijn Woord reeds een belofte. In 1 Petr. 1 : 23 – 25 lezen we: “Gij, die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God. Want alle vlees is als gras, en alle heerlijkheid des mensen is als een bloem van het gras. Het gras is verdord, en zijn bloem is afgevallen; Maar het Woord des Heeren blijft in eeuwigheid; en dit is het Woord, dat onder u verkondigd is”. Het Woord des Heeren blijft in eeuwigheid zegt de Heere! Ergens anders in de Bijbel lezen we dat Hij Zijn Woord tegen ons mensen beschermt! In Psalm 12 : 7 en 8 lezen we: “De redenen des Heeren zijn reine redenen, zilver, gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal. Gij, Heere, zult hen [= de reine redenen des Heeren] bewaren; Gij zult hen behoeden voor dit geslacht, tot in eeuwigheid”. In de King James 1611 staat “thou shalt preserve them from this generation for ever” [= “Gij zult hen behoeden van dit geslacht in eeuwigheid”], wat zoveel inhoudt als dat de Heere Zijn Woord tegen de mensen beschermt, want zegt Psalm 12 : 2 en 3: “Behoud, o Heere; want de goedertierenheid ontbreekt, want de getrouwen zijn weinig geworden onder de mensenkinderen. Zij spreken valsheid, een ieder met zijn naaste, met vleiende lippen; zij spreken met een dubbel hart”. De Heere weet wie de mensen zijn, die door de zondeval van nature onder de leiding van de boze, de overste van de macht der lucht, staan (Ef. 2 : 2). En daarom belooft Hij om Zijn Woord tegen deze mensen te beschermen, om Zijn Woord te behoeden, om Zijn Woord te bewaren. En dat heeft Hij gedaan.

Ondanks de vervolgingen van Rome, ondanks de Bijbelverbrandingen van Rome, ondanks het moedwillig vervalsen van Gods Woord, leidt God het zo, dat er in de Reformatie mannen opstaan die Rome doorhebben, en die de capaciteiten hebben om de handschriften bij elkaar te brengen die eens door de eerste Christenen gelezen werden! Het betreft de handschriften die we vinden in de Byzantijnse meerderheidstekst, en die ons bekend zijn geworden via de Textus Receptus in onze Reformatie-Bijbels, zoals de King James 1611 en de Statenvertaling. De Heere heeft Zijn Woord voor ons bewaard! Ondanks dat de kerken uit de Reformatie Rome niet geheel loslieten, door allerlei tradities en sacramenten te handhaven, waardoor deze kerken als dood voor de Heere waren (Openb. 3 : 1), hebben wij door de Reformatie Gods Woord terug gekregen!


“Een geopende deur, die niemand sluiten kan”

En dat heeft zijn uitwerking in de geschiedenis gekregen! We zijn namelijk aangekomen bij de volgende periode in de “kerk”geschiedenis, die we beschreven vinden in Openbaring in de brief aan Filadelfia, Openb. 3 : 7 – 13.

We lezen in Openb. 3 : 7 en 8: “…Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die de sleutel Davids heeft; Die opent, en niemand sluit, en Hij sluit, en niemand opent: Ik weet uw werken; zie Ik heb een geopende deur voor u gegeven, en niemand kan die sluiten; want gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn Woord bewaard, en hebt Mijn Naam niet verloochend”. Deze gemeente(periode) heeft “een geopende deur, die niemand sluiten kan”. Maar wat houdt die geopende deur in? Die geopende deur is de mogelijkheid om Gods Blijde Boodschap, om Gods Woord te verkondigen. Dit blijkt ook uit andere Schriftpassages. In 1 Kor. 16 : 8 en 9 staat geschreven: “Maar ik zal te Efeze blijven tot de pinksterdag. Want mij is een grote en krachtige deur geopend, en er zijn vele tegenstanders”. Paulus blijft te Efeze omdat hem een “grote en krachtige deur” geopend is (zie ook 2 Kor. 2 : 12). Velen horen Paulus, en nemen Gods Woord aan! Wanneer dit nog niet duidelijk genoeg is, vinden we in Kol. 4 : 3 en 4 geschreven: “Biddende meteen ook voor ons, dat God ons de deur van het Woord opene, om te spreken de verborgenheid van Christus, om welke ik ook gebonden ben; Opdat ik die moge openbaren, gelijk ik moet spreken”.

Wanneer God de deur van het Woord opent, houdt dat dus niet in dat de gelovige Gods Woord gaat begrijpen, maar dat de gelovige Gods Woord mag uitdragen, en dat de Heilige Geest de ogen van de mensen opent om de boodschap van Gods Woord aan te nemen. We vinden dit in 2 Thess. 3 : 1 met andere woorden verwoord: “Voorts broeders, bidt voor ons, opdat het Woord des Heeren zijn loop hebbe, en verheerlijkt worde, gelijk ook bij u”.


Drie redenen voor een geopende deur…

Wanneer geeft de Heere een geopende deur? Openb. 3 : 8 laat drie dingen zien. Ten eerste heeft de gelovige of de gemeente “kleine kracht”. De gelovige of de gemeente is zich bewust van zijn kleinheid en zwakheid ten opzichte van de Almachtige God! In 2 Kor. 12 : 8 – 10 vinden we daar een mooi voorbeeld van, dat juist in onze zwakheid Gods kracht in ons groot kan zijn. Er staat geschreven: “Hierover heb ik de Heere driemaal gebeden, opdat hij van mij zou wijken. En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone. Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, in smaadheden, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil; want als ik zwak ben, dan ben ik machtig”.

Ten tweede heeft de gelovige of de gemeente Zijn “woord bewaard”. Alleen wanneer mensen Zijn Woord willen bewaren, kan, of beter gezegd: wil de Heere door hen heen werken. In Joh. 14 : 23 lezen we: “…Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn Woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem komen, en zullen woning bij hem maken”.

Vervolgens lezen we nog in Openb. 3 : 8 dat de Heere een geopende deur geeft wanneer de gelovige of de gemeente “Zijn Naam niet verloochent”. In Judas 1 : 4 lezen we: “Want er zijn sommige mensen ingeslopen, die eertijds tot ditzelfde oordeel opgeschreven zijn, goddelozen, die de genade van onze God veranderen in ontuchtigheid, en de enige Heerser, God, en onze Heere Jezus Christus verloochenen”.


Filadelfia: periode van grote opwekkingen

Er is één periode in de geschiedenis aan te wijzen, waarin men, ondanks moeilijkheden en vervolgingen, Zijn Naam niet verloochende. Eén periode waarin men, vanuit onderkende eigen zwakheid en kleinheid, predikte. Eén periode waarin men Gods Woord bewaarde! Het betreft de periode in de geschiedenis van ca. 1650 na Chr. tot ca. 1900 na Chr. Dit is de gemeente-periode die getypeerd wordt door de gemeente Filadelfia. Het is de periode in de geschiedenis die gekenmerkt wordt door die geopende deur van God, die niemand sluiten kon. Het is de periode in de geschiedenis waarin grote opwekkingen plaatsvonden. Het is deze periode in de “kerk”geschiedenis, waar, in de beschrijving in de brief aan Filadelfia, geen enkele oproep tot bekering van de gemeente zelf te vinden is! Het is niet zo dat er in andere periodes geen mensen waren die ondanks vervolgingen en moeilijkheden Zijn Naam niet verloochenden, of dat er geen mensen waren die hun eigen zwakheid en kleinheid onderkenden, of dat er geen mensen waren die Zijn Woord bewaarden, maar in deze periode hebben we te maken met alle drie tegelijk, en de hele gemeente Filadelfia krijgt de lovende woorden van de Heere te horen, en niet slechts enkelen uit de gemeente.


“Hoort het woord des Heeren…”

Filadelfia, profetisch de periode van 1650 tot 1900 na Chr, is een periode met grote opwekkingen. Deze periode van de geschiedenis kent eigenlijk alle grote evangelisten, alle grote mannen, die zielen hebben gered van de ondergang, alle grote zendingspredikers.

Eén ding hadden deze mannen gemeen. Wanneer zij het Woord van God brachten, dan gebruikten zijn een King James 1611, een Nederlandse Statenvertaling, of een vertaling uit een andere taal, maar allemaal vertaald vanuit de Textus Receptus! De moderne Schriftkritiek bestond in die dagen niet, en wanneer men predikte dan was het alsof de profeten spraken, want dan klonk: “Zo zegt de Heere…” (zie bijv. Jer.47 : 2). Men had het niet over: “Maar deze tekst kun je ook anders lezen, want…”, maar men bracht Gods Woord, en sprak: “Hoort het woord des Heeren…” (zie bijv. Jes. 1 : 10). Tegenwoordig hoor je nog steeds predikers verkondigen over grote opwekkingen die moeten komen, terwijl men de Bijbel vanuit de Schriftkritiek bestudeert. Men wil geen moeite doen voor Bijbelstudie, maar gebruikt het liefst een vertaling die zo makkelijk mogelijk leest, en ondertussen gebruikt men de in Alexandrië vervalste tekst. Men gaat er dan ook volledig aan voorbij dat de Heere de laatste dagen omschrijft als de dagen van de “afval” van het geloof (2 Thess. 2 : 3). Wanneer men Gods Woorden niet meer bewaart, hoe verwacht men dan dat de Heilige Geest Zijn verlichting nog zal geven, waardoor men Gods Woord kan verstaan? Men raakt Gods profetische Woord, en daarmee Gods profetische Visie op de tijd kwijt!


George Whitefield en John Wesley

In de periode Filadelfia bewaarde men Gods Woord, en liet men Gods boodschap horen, vanuit Gods Woord! Twee bekende namen uit Engeland zijn George Whitefield (1714 – 1770 na Chr.) en John Wesley (1703 – 1791 na Chr.). Wanneer je de levensbeschrijvingen van deze mannen leest, lijken die erg veel op het werk van de apostel Paulus. In de Bijbel kom je dan nog de “merktekenen der apostelen” tegen (2 Kor. 12 : 12), die we niet in het leven van deze mannen vinden, omdat deze merktekenen met de apostelen verdwenen zijn. Beide mannen werden gestenigd, geslagen en op andere manieren dwars gezeten. Beide mannen veroorzaakten opstootjes door hun prediking. En dat niet omdat ze "opstootjes predikten", maar omdat de mensen vijandig reageerden bij het horen van het Evangelie. In de eigen kerk waren zij niet langer welkom om te spreken, en daarom hielden zij openluchtbijeenkomsten. Zowel Wesley als Whitefield preekten in Engeland, maar gingen ook op zendingsreis naar Amerika.

Whitefield wordt nog wel eens afgeschilderd als verkondiger van een strenge predestinatieleer [1]. Echter ook Whitefield verkondigde een persoonlijk geloof in Jezus Christus, wat hem in ieder geval een gematigd Calvinist maakte [2]. Beide mannen predikten, om het met Gods Woorden uit Handelingen te zeggen: “de bekering tot God en het geloof in onze Heere Jezus Christus” (Hand. 20 : 21). Beiden hadden zich zo overgegeven aan het prediken dat de één vaak sprak tot zijn keel bloedde, en de ander hield gemiddeld twintig preken per week gedurende vijftig jaar [3]. Beiden bereikten wel menigten van 10.000 tot 18.000 mensen tegelijk, en bij één samenkomst van Whitefield bekeerden zich ongeveer 10.000 mensen tot de Heere Jezus [4]. Er zijn schattingen dat de prediking van deze beide mannen meer dan twee miljoen mensen tot de Heere Jezus geleid hebben [5].


Charles G. Finney

Een andere bekende prediker was Charles G. Finney (1792 – 1875). Hij benadrukte in zijn prediking dat de redding van zondaren lag bij de verantwoording van elk individu, waarmee hij duidelijk stelling nam tegen de predestinatieleer. Iedereen is voor zichzelf verantwoordelijk dat hij zich bekeert tot Jezus Christus. Finney was absoluut geen geliefd persoon onder de voorgangers van zijn dagen, maar zijn bediening leidde wel tot een opwekking, waardoor 500.000 mensen Jezus Christus leerden kennen [6].


Gods Woord in India, China, Japan en Afrika

En zo waren er vele predikers meer. William Carey ging naar India, en Hudson Taylor (1832 – 1905) is bekend geworden van de ‘China Inland Missions’. Alle grote zendingsactiviteiten in China, Japan en India dateren uit de periode 1800 – 1900 na Chr. En dan zijn er nog weer andere namen als Moody, Parker, Simpson en David Livingstone, die naar Afrika is gegaan, en nog vele ander namen. Ondanks veel tegenstand verkondigden deze mannen het Woord van God, en velen, velen kwamen tot geloof.


“Zo is dan het geloof uit het gehoor…”

Wat bracht men bij de prediking? In de prediking stond centraal dat de mens zondig was (Gen. 3), en daarom de Verlosser Jezus Christus nodig had, want Hij was voor onze zonden gestorven en opgestaan! Dat is Bijbelse prediking: Oude en Nieuwe Testament met elkaar in verbinding. Want de Heere maakt duidelijk dat: “Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods” (Rom. 10 : 17). Dat is wat anders dan de hedendaagse evangelisatie, waarin men door middel van drama, mime, praise, rockconcerten en allerlei andere activiteiten mensen wil bereiken op een eigentijdse wijze… Het is al net als met de eigentijdse vertalingen… Het “hoort des Heeren Woord” is verdwenen, de opwekkingen zijn verdwenen. Wij leven vandaag de dag in een tijd van afval, maar daar komen we in een andere studie op terug.


Tegenstand

Ook in deze periode bestaan natuurlijk nog steeds de Rooms-katholieke kerk van de geestelijke hoererij, en tevens de pas ontstane dode Protestantse kerk. Beide kerken denken in de plaats van Israël gekomen te zijn, waarmee zij een synagoge des satans geworden zijn (Openb. 2 : 9). We vinden dat ook terug in de beschrijving van Filadelfia. In Openb. 3 : 9 staat geschreven: “Zie, Ik geef enigen uit de synagoge des satans, van hen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het niet, Ik zal maken dat zij zullen komen, en aanbidden voor uw voeten, en bekennen, dat Ik u liefheb”. In de geschiedenis vinden we dan ook dat mannen als Whitefield en Wesley, en anderen met hen, tegengewerkt worden vanuit deze denominaties. Beiden weten wat het is om gestenigd en geslagen te worden [7]. Beiden waren in hun eigen kerk niet meer welkom om te spreken, wat er toe leidde dat Wesley uit zijn kerk stapte en er een nieuwe kerk ontstond [8]. Zij mochten zich troosten met de gedachte dat God hen liefhad. En in de toekomst zullen ook hun tegenstanders dat moeten erkennen!


Gods Woord bewaren leidt tot zegen

Er is nog iets waar de jaren 1650 – 1900 door gekenmerkt worden. Doordat Gods Woord vrije doorgang kreeg, zien we dat juist ook in deze periode van de geschiedenis de ontwikkeling van de mens een grote sprong neemt. Het is de tijd van de Industriële revolutie, het is de tijd van grote wetenschappelijke vooruitgang, de tijd van de grote kunstenaars en musici. De dingen gaan zo goed, dat mensen eigenlijk alleen nog maar geloven dat de wereld alleen nog maar vooruit kan, alleen nog maar beter kan worden. Maar dan laat men Gods Woord dus los… Vandaar dat in deze tijd ook een leer als de evolutieleer van Darwin ontstaat [9]. En zo zien we dat de Heere zegent onder de verkondiging van Zijn Woord, maar dat, daar waar mensen Zijn Woord loslaten of verwerpen, direkt de kiem ontstaat voor de eindtijd.

Wat wij mogen zien, is dat de vervalsing van Gods Woord onder Rome, het leven met een vervalste bijbel, leidt tot afgoderij, vervolging, marteling en moord en leven in een maatschappij die aan elkaar hangt van bijgeloof en achterdocht (Middeleeuwen/Dark Ages). Maar daarnaast mogen we zien dat wanneer Gods Woord bewaard wordt, dat mensen tot geloof komen, dat mensen tevens vrij worden van de traditie en zich daardoor ook nog eens kunnen ontwikkelen. Het bewaren van Gods Woord leidt tot Opwekking! Een bekend Bijbelvers zegt: “…want uit de vrucht wordt de boom gekend” (Matth. 12 : 33), of zoals Matth. 7 : 15 – 18 zegt: “Maar wacht u van de valse profeten, die in schaapskleren tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven. Aan hun vruchten zult gij hen kennen. Leest men ook een druif van doornen, of vijgen van distelen? Alzo iedere goede boom brengt voort goede vruchten, en een kwade boom brengt voort kwade vruchten. Een goede boom kan geen kwade vruchten voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten voortbrengen”.

Daar waar in de eindtijd de mensen zich weer richten op de vervalste bijbel van Rome, die, via zogenaamde “nieuwe” handschriften, weerslag heeft gekregen in de nieuwe vertalingen, is het bijna te raden wat er in de eindtijd gebeurt: Afgoderij en geweld nemen hand over hand toe! Maar daar komen we in een andere studie op terug.



[1]  ‘Encarta, Encyclopedie 2000, Winkler-Prins’, Microsoft Corporation/Elsevier, 1993 – 1999. Zie onder ‘Wesley, John Benjamin’.
[2]  ‘The History of the New Testament Church’, Volume 2, 1600 A.D. –  , Peter S. Ruckman, Ph.D., Bible Baptist Bookstore, Pensacola, USA, 1984, blz. 23.
[3]  Idem, blz. 23.
[4]  Idem, blz. 28.
[5]  ‘The Revelation of Jesus Christ, the Bible Believer’s Commentary Series’, dr. Peter S. Ruckman, Bible Baptist Bookstore, Pensacola, Florida, USA, 1970, 1998, blz. 111.
[6]  ‘The History of the New Testament Church’, Volume 2, 1600 A.D. –  , Peter S. Ruckman, Ph.D., Bible Baptist Bookstore, Pensacola, USA, 1984, blz. 66, 67.
[7]  Idem, blz. 23.
[8]  ‘Encarta, Encyclopedie 2000, Winkler-Prins’, Microsoft Corporation/Elsevier, 1993 – 1999. Zie onder ‘Wesley, John Benjamin’.
[9]  ‘The Revelation of Jesus Christ, the Bible Believer’s Commentary Series’, dr. Peter S. Ruckman, Bible Baptist Bookstore, Pensacola, Florida, USA, 1970, 1998, blz. 101, 106.