De kracht van de grote God



De Vader van onze Heere Jezus Christus

In deze studie willen we stilstaan bij Efeze 3 : 14 – 21. In Ef. 3 : 14 lezen we: “Om deze oorzaak buig ik mijn knieën tot de Vader van onze Heere Jezus Christus". In Efeze 3 : 1 – 13 wordt verteld hoe Paulus van de Heere de genade heeft ontvangen om de boodschap door te geven dat in Christus ook tot de heidenen het heil is gekomen! Zowel wederom geboren Jood als wederom geboren heiden hebben deel aan het Lichaam van Jezus Christus (1 Kor. 12 : 13). En dat Lichaam gebruikt de Heere om de overheden en de machten in de hemel (Ef. 3 : 10), of zoals Ef. 6 : 12 zegt, om de geestelijke boosheden in de lucht, de “veelvuldige wijsheid Gods” bekend te maken. Daarvoor dankt Paulus de Heere op zijn knieën! Hij buigt zijn knieën tot de Vader “van onze Heere Jezus Christus”. U vindt de Naam "van onze Heere Jezus Christus" alleen wanneer u de Reformatie-tekst van de Bijbel leest, de Engelse King James 1611, of onze, daaraan zeer nauw verwante, Statenvertaling. De nieuwe vertalingen hebben er een handje van om de Heere Jezus van Zijn Godheid te beroven, of Zijn Naam korter te maken of helemaal niet weer te geven. Iets wat in deze tekst letterlijk gebeurd is. Het “van onze Heere Jezus Christus” is in de NBG-’51, Groot Nieuws, Het Boek, en de NBV allemaal geschrapt door het gebruik van de Rooms-katholieke handschriften Vaticanus en Sinaïticus. De Roomse vertaling mist dit gedeelte dan ook. De Naam van Jezus Christus wordt door de filosofie van Egyptisch Alexandrië verwijderd! Echter Paulus buigt zijn knieën voor de “Vader van onze Heere Jezus Christus”.


Gods familie

In Ef. 3 : 15 lezen we vervolgens: “Uit Wie al het geslacht in de hemelen en op de aarde genaamd wordt”. De King James 1611 zegt hier: “Of whom the whole family in heaven and earth is named” (= uit Wie de gehele familie in hemel en aarde genaamd wordt). Het gaat dus niet om alle geslachten, alle volken of zo, maar om al het geslacht, het gehele geslacht, de gehele familie! Om welke familie gaat het dan? De familie van God! Dan zegt u misschien: ‘de familie?’ Ja! De mens is gewend in termen te denken van: God heeft de mens geschapen, dus alle mensen zijn kinderen van één Vader. Alle mensen zijn broeders en zusters. Dit wordt heel mooi duidelijk in bijvoorbeeld het Europees Volkslied [1]. Maar de Heere God is niet de Vader van alle mensen! De Bijbel beschrijft nog een vader, in Joh. 8 : 44 vinden we “Gij zijt uit de vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit wat hem eigen is; want hij is een leugenaar, en de vader der leugen.” De mens van nature, de mens tegen Jezus, heeft een vader, niet God, maar de duivel (zie ook Ef. 2 : 1, 2)! Het is niet voor niets dat de Heere Jezus kwam om Zijn bloed te vergieten. Zijn bloed schenkt verlossing (Kol. 1 : 14), Hij heeft de losprijs betaald (1 Tim. 2 : 5 – 6). Met andere woorden: wanneer wij dat volbrachte werk op Golgotha aannemen, zijn wij verlost, vrijgekocht van de vader de duivel, en worden wij aangenomen als kinderen van God de Vader! Dan zijn wij IN JEZUS CHRISTUS door de wedergeboorte. En juist daarom is dat “van onze Heere Jezus Christus” in Ef. 3 : 14 zo belangrijk.


De familie van God bestaat uit alle gelovigen door de tijden heen

In het Oude Testament (onder de Wet bijvoorbeeld) was het de verdraagzaamheid van God die de mensen de zonden vergaf. Het bloed van stieren en bokken kon de zonden niet wegnemen (Hebr. 10 : 4). Daarvoor moest alsnog de Heere Jezus komen. In Rom. 3 : 25 - 26 lezen we: “Die God voorgesteld heeft tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden, die te voren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods; tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid in deze tegenwoordige tijd…”. De ‘familie van God’ is dan ook veel groter dan alleen de Gemeente, het Lichaam, bestaande uit wederom geboren Jood en wederom geboren heiden, van deze gemeente-bedeling, de tijd waarin wij leven. Bij het Avondmaal van de Bruiloft des Lams (Openb. 19) zijn niet alleen de bruid (de Gemeente, Ef. 5 : 27, 30; 2 Kor. 11 : 1 – 2) en de Bruidegom (Jezus Christus) aanwezig, maar ook vrienden (gelovigen uit het Oude Testament onder de Wet), gasten (gelovigen uit de heidenvolken uit de Grote Verdrukking) en maagden (gelovige Joden uit de Grote Verdrukking). Zo geeft Psalm 45 nog andere groepen mensen die aanwezig zullen zijn. En zo zullen uiteindelijk na die bruiloft ook nog de gelovigen uit het Duizendjarig Vrederijk aan de familie van God toegevoegd worden! De Heere verzamelt door de tijd heen degenen die naar Hem, naar Zijn Woord, geluisterd hebben. Zij allen behoren tot de familie van God!


Versterkt in de inwendige mens

Paulus buigt zijn knieën, hij bidt: “Opdat Hij u geve, naar de rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in de inwendige mens; opdat Christus door het geloof in uw harten wone, en gij in de liefde geworteld en gegrond zijt” (Ef. 3 : 16, 17). Het is de Heilige Geest, Die ons “verlichte ogen van ons verstand” geeft (Ef. 1 : 18), Die ons “de uitnemende grootheid van Zijn kracht” kenbaar maakt, “naar de werking van de sterkte Zijner macht, die Hij gewerkt heeft in Christus toen Hij Hem uit de doden heeft opgewekt; en heeft Hem gezet aan Zijn rechterhand in de hemel” (Ef. 1 : 19, 20). De kracht van de Heilige Geest is de opstandingskracht die ons zal opwekken of overkleden (2 Kor. 5 : 2 - 4) en Die ons zal opnemen tot de Heere Jezus in de lucht (1 Thess. 4 : 16 – 17). Die kracht versterkt nu reeds onze inwendige mens: onze ziel die bevrijd is van ons vlees, onze geest die door de wedergeboorte levend is. Hij verkwikt ons, Hij vertroost ons. Dat is dus geen werk aan de uitwendige mens door middel van krachten, tekenen en wonderen, of door middel van extra openbaringen die wij moeten waarnemen, zoals in vele kringen vandaag de dag beweerd wordt. Ook in bijvoorbeeld de Jongerenbijbel is men gericht op gevoel en ervaring. De wonderen, tekenen en krachten worden niet voor niets de “merktekenen van een apostel” (2 Kor. 12 : 12) genoemd. Het apostelambt is nu voorbij (1 Kor. 4 : 9). De Heilige Geest doet ons nu Gods Woord begrijpen (zie bijvoorbeeld Joh. 14 : 26)! En Hij vertroost ons en Hij doet ons uitzien naar de machtige toekomst met Jezus Christus. Daardoor woont de Heere Jezus door het geloof in onze harten, en worden wij in de liefde geworteld en gegrond.


Bijbelse liefde

In de liefde geworteld en gegrond? Houdt dat in dat wij alles maar goed moeten vinden? Lief zijn voor elkaar… De Bijbelse liefde is gestoeld op waarheid! Wat de Bijbelse liefde inhoudt, mag duidelijk blijken uit bijvoorbeeld Joh. 14 : 23 en 24: “Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn Woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem komen, en zullen woning bij hem maken. Die Mij niet liefheeft, die bewaart Mijn Woorden niet; en het woord dat gij hoort is het Mijne niet, maar van de Vader die Mij gezonden heeft”. De Bijbelse liefde begint bij het bewaren van het Woord! En dan kan liefde, waarheid, ook wel eens hard zijn. Het was immers de liefde van God, dat Hij Zijn Zoon gaf om voor onze zonden te sterven! Zo lief had God Zijn schepselen, dat Hij verzoening heeft bewerkstelligd! Maar dat betekende wel dat de Heere Jezus Zijn leven gaf! Hij gaf Zijn leven voor ons! Zo mogen wij in Zijn liefde, en dus in Zijn Woord geworteld en gegrond raken!


God zorgt voor Zijn kinderen

En wanneer wij die God leren kennen, dan weten we dat Hij Alomtegenwoordig is, dat Hij Alwetend is! En dan geeft dat een vrede in onze harten. In Filip. 4 : 6 en 7 lezen we: “Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus”. Wat er ook gebeurt, wanneer u wederom geboren bent, in Christus bent, wanneer u alles bij Hem brengt, zal Hij u vrede in uw hart geven, een vrede die wij menselijkerwijs niet kunnen begrijpen. En ik denk dat dit juist een mooie belofte ook voor deze tijd is. Juist nu we veel dingen op ons af zien komen (ontkrachting van Gods Woord door zogenaamde Christelijke stromingen; terreur, occultisme, oorlogen en pestilentiën, etc., etc.). Wanneer we ons leven aan Hem hebben overgegeven, mogen we bij Hem schuilen. En wat er ook gebeurt: GOD ZORGT VOOR ZIJN KINDEREN! Hij zal u Zijn vrede in uw hart geven!


"De breedte en lengte, en diepte, en hoogte..."

Het gebed van Paulus gaat verder: “Opdat gij ten volle kondet begrijpen met al de heiligen, welke de breedte en lengte, en diepte, en hoogte is, en bekennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot al de volheid Gods.” (Ef. 3 : 18 en 19). Lied 458 in de zangbundel van Joh. De Heer heet: “Neem de wereld, geef mij Jezus”. Het koor van dat lied begint zo: “O de hoogt’ en lengt’ en diepte – Van Zijn liefde zonder peil – O! de volheid van verlossing, Onderpand van ’t eeuwig heil.” Dit lied is gebaseerd op de Bijbeltekst in Efeze. En men zingt, en dit is ook wat men in de meeste naslagwerken vindt: “O de hoogt’ en lengt’ en diepte – Van Zijn liefde zonder peil”. Maar is dit ook wat er in de Bijbel staat? Gaat het om de hoogte, lengte en diepte van Zijn liefde? De Bijbeltekst zegt: “Opdat gij ten volle kondet begrijpen met al de heiligen, welke de breedte en lengte, en diepte, en hoogte is, EN bekennen de liefde van Christus” [dus niet: VAN]. Met andere woorden: wij gaan de liefde van Christus bekennen, EN de breedte en lengte, hoogte, en diepte. Tenminste… dit is wat Gods Woord in de Reformatie-tekst ons zegt. Groot Nieuws en Het Boek zijn volledig aan de gangbare theologie aangepast (De NBV heeft dit niet).


"Alles in allen"

Maar de “breedte en lengte, hoogte, en diepte” waarvan dan? Rom. 8 : 38 en 39 maakt duidelijk dat het niet “van de liefde” is. De tekst zegt: “Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onze Heere”. Dus hoogte en diepte kunnen ons niet scheiden van de liefde Gods! Dan zijn die hoogte en diepte dus in ieder geval niet van die liefde Gods! Spreuken 25 : 3 kan ons misschien opheldering geven: “Aan de hoogte des hemels, en aan de diepte der aarde, en aan het hart der koningen is geen doorgronding”. Bij de Schepping in Gen. 1 : 2 lezen we: “en duisternis was op de afgrond”, zoals de King James 1611 zegt: “was upon the face of the deep” (= was op het aangezicht van de diepte). En jawel: Gods Geest zweefde op de wateren, de wateren die de Heere in Gen. 1 : 6 en 7 ging scheiden, en waartussen Hij het uitspansel of heelal maakte! Met andere woorden: de Heere woont in het Noorden en de wateren zijn de diepte! Wanneer de Bijbel spreekt over ‘breedte en lengte, hoogte, en diepte’, dan gaat het over de ruimtelijke schepping van de Heere God! En vervolgens over Zijn ruimtelijke werking! Een ruimtelijke werking die we ruim uitgemeten vinden in de context van Efeze! In Ef. 3 : 15 vinden we: “Uit Wie al het geslacht in de hemelen en op aarde genaamd wordt”. Iets verder terug in Ef. 3 : 10 – 11 vinden we: “Opdat nu door de Gemeente, bekend gemaakt worde aan de overheden en de machten in de hemel de veelvuldige wijsheid Gods, naar het eeuwig voornemen, dat Hij gemaakt heeft in Christus Jezus, onze Heere”. In Efeze 1 : 20 – 23 staat geschreven: “Die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden heeft opgewekt en heeft Hem gezet aan Zijn rechterhand in de hemel; ver boven alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en alle naam, die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende; en heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen, en heeft Hem de Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen; welke Zijn Lichaam is, en de vervulling van Hem, Die alles in allen vervult”. Het Hoofd is verbonden met het Lichaam, de Gemeente op aarde. In Christus is die Gemeente dan ook gezegend met “alle geestelijke zegening in de hemel” (Ef. 1 : 3). Ef. 1 : 10 zegt: “Om in de bedeling van de volheid der tijden, wederom alles tot één te vergaderen in Christus, beide wat in de hemel en wat op de aarde is”. In 1 Kor. 15 : 28 lezen we dan ook dat uiteindelijk God zal zijn “alles in allen”! Dan lezen we nog in Efeze 2 : 6: “En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in de hemel in Christus Jezus”. Ziet u wat onze gerichtheid mag zijn? Behoort te zijn? Onze God is de Schepper van hemel en aarde, ja van de hemelen en de aarde! Uit liefde voor Zijn schepselen is Hij naar deze aarde toegekomen, en heeft de Heere Zijn leven voor ons gegeven! Hij is naar de Vader gegaan, en zal ons komen halen! Wij, Zijn Lichaam, zullen verenigd worden met Hem. Uiteindelijk zal het Nieuwe Jeruzalem naar de aarde afdalen, God zal bij de mens wonen en bij hen zijn (Openb. 21 : 3). En in Jezus Christus zal God zijn alles in allen. Dat is de Heere, Die een Plan heeft met Zijn hele schepping! Dat is de Heere, Die door alle tijden heen de Zijnen verzamelt, om deel te hebben aan dat eeuwige Koninkrijk in de toekomst (en dan kijken we dus verder dan het Duizendjarig Vrederijk)!


De liefde van Christus

In Ef. 3 : 19 staat geschreven: “En bekennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot al de volheid Gods”. De liefde van Christus gaat de kennis te boven. Dit vlakt de kennis echter niet uit! In Hosea 4 : 6 maakt de Heere Israël reeds duidelijk dat het ten onder gaat door gebrek aan kennis! Het is de Heere Die laat zien dat wij door het Woord mogen opwassen, mogen groeien (1 Petr. 2 : 2). Het gaat erom: wáár halen wij onze kennis vandaan? Uit de wereld, bij buiten-Bijbelse openbaringen of uit Alexandrië bijvoorbeeld? Of bij het Woord? Onze kennis ligt verborgen in Jezus Christus! Kol. 2 : 2 en 3 zeggen: “Opdat hun harten vertroost mogen worden, en zij samengevoegd zijn in de liefde, en dat tot alle rijkdom der volle verzekerdheid des verstands, tot kennis der verborgenheid van God en de Vader, en van Christus; in Wie al de schatten der wijsheid en der kennis verborgen zijn”. Wat wij daarvan nodig hebben, heeft God geopenbaard in Zijn Woord, waardoor wij mogen groeien!


Vervuld worden tot al de volheid Gods


Maar alles begint met Zijn liefde, omdat Hij naar de aarde toekwam voor ons, waardoor wij nu wederom geboren mogen zijn! Vervolgens mogen wij groeien in Zijn kennis, en niet de menselijke kennis! Groeien in Zijn kennis, opdat Christus gestalte in ons krijgt (Gal. 4 : 19). Het is Jezus Christus in Wie, volgens Kol. 2 : 9, al de volheid der Godheid lichamelijk woont. Vandaar dat we hier in Ef. 3 : 19 vinden, dat we vervuld worden “tot al de volheid Gods”.

Jezus Christus woont bij de wederom geboren gelovige, wij zijn leden van Zijn lichaam, al de volheid Gods zal ons vervullen, wanneer wij ook wandelen naar de Geest, en ons onderwerpen aan Zijn Woord! Die grote God, die Zijn Plan met Zijn hele Schepping volvoert, die door middel van Zijn Gemeente nu reeds aan de geestelijke wereld Zijn wijsheid bekend maakt, Hij, Die alles in Zijn hand heeft, van Hem wordt gezegd: “Hem nu, Die machtig is meer dan overvloedig te doen, boven al wat wij bidden of denken, naar de kracht, die in ons werkt” (Ef. 3 : 20). Geeft dat geen vrede in ons hart, wanneer we dat mogen beseffen?

“Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid in de Gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot alle eeuwigheid. Amen” (Ef. 3 : 21).



[1] Het Europese Volkslied, Zie: http://www.youtube.com/watch?v=Bylj_hZPv-8&NR=1&feature=endscreen (Muziek met tekst); of: http://www.youtube.com/watch?v=EZ9lhoo8fZo (Muziek met beelden).