Afval van het geloof: Terug naar de Wet...



Inleiding

In de studie "Tekenen der tijden: De afval van het geloof" (n.a.v. 2 Thess. 2 : 3) hebben we gezien dat de verwerping van Gods Woord (wat bijvoorbeeld in de nieuwe vertalingen tot uiting komt) de basis is van de afval van het geloof. We zien vandaag de dag dat mensen Gods Woord niet meer serieus nemen. Door de zogenaamde Bijbelorganisaties (denk aan het NBG) wordt de inhoud van Gods Woord gewoon geloochend en gerekend tot de mythen en legenden [1]. Zo zagen we dat de vijand van God, de duivel, in die strijd ook de apocriefe boeken gebruikt. Denk aan het boek "Judas" en het boek "Henoch". In de studie over het boek “Henoch” kunt u lezen waarom dat boek vals is en wat het effect is wanneer mensen dat gaan aannemen als geopenbaarde waarheid van God. Men gaat dingen geloven die nota bene het Woord van God tegenspreken! 


Gods Woord verdelen

De Heere zegt in Zijn Woord dat we Gods Woord recht moeten snijden of verdelen. 2 Tim. 2 : 15 zegt: “Benaarstig u, om uzelf Gode beproefd voor te stellen, een arbeider, die niet beschaamd wordt, die het Woord der waarheid recht snijdt”. Dit heeft te maken met het feit dat God soms dingen tegen Israël zegt, die we niet moeten toepassen op de Gemeente, maar zo zegt God in Zijn Woord ook dingen tegen de Gemeente die niet voor Israël zijn. Ook zijn er passages die voor de heidenen zijn, en die moeten we weer niet betrekken op de Gemeente of op Israël of andersom. Doen we dit wel, dan maken we één grote puinhoop van Gods Woord en gaan we beweren dat Gods Woord Zichzelf vaak tegenspreekt. Iets wat we in de theologie dan ook vaak horen. Maar Gods Woord spreekt Zichzelf niet tegen!


Verschillen tussen de Wet en de Gemeente

Zo laat de Bijbel zien dat er een verschil is tussen de Wet en de Gemeente van Jezus Christus. Tijdens de Wet eiste de Heere gehoorzaamheid in daden en dan zou de Heere zegenen (Lev. 18 : 5 en Deut. 27 : 26). Terwijl de Heere tegen de Gemeente zegt met Ef. 2 : 8 en 9: “Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave. Niet uit de werken, opdat niemand roeme”. Tijdens de Wet namen de werken een behoorlijk centrale plaats in. Tijdens de periode van de Gemeente juist niet! In ieder geval niet als het gaat om behoud! Het is niet voor niets dat Ef. 2 : 15 zegt: “Heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees te niet gemaakt, namelijk de Wet der geboden in inzettingen bestaande; opdat Hij die twee in Zichzelf tot een nieuwe mens zou scheppen, vrede makende”. Onder de Wet moesten de mensen offers brengen, dat hoeven wij niet meer te doen, want de Heere Jezus is voor onze zonden gestorven! In de studie "Zondag of Sabbat?" kunt u lezen dat de Sabbat een teken is tussen God en Israël, en dus één van die inzettingen van de Wet is, die de Gemeente niet hoeft te houden!

Dit alles wordt heel mooi bevestigd wanneer we in Hand. 15 : 5 lezen dat de Joden vinden dat de gelovigen uit de heidenen zich moeten laten besnijden en de Wet van Mozes moeten onderhouden: “Maar, zeiden zij, er zijn sommigen opgestaan van die van de sekte der Farizeeën, die gelovig zijn geworden, zeggende, dat men hen moet besnijden, en gebieden de Wet van Mozes te onderhouden”. In Jeruzalem wordt daar door de apostelen en de ouderlingen over overlegd onder de leiding van Gods Geest. En de uitkomst is dat de heidenen, niet voor hun behoud, maar om goed te doen, zich aan vier dingen moeten houden. Daaronder zit niet de Wet van Mozes houden, en ook niet de Sabbat houden, of zich aan de spijswetten houden. Nee, we lezen slechts over vier dingen, namelijk: “Want het heeft de Heilige Geest en ons goed gedacht, u geen meerdere last op te leggen dan deze noodzakelijke dingen: Namelijk, dat gij u onthoudt van wat aan de afgoden geofferd is, en van bloed, en van het verstikte, en van hoererij; indien gij uzelf voor deze dingen wacht, zo zult gij weldoen. Vaart wel” (Hand. 15 : 28 en 29). Daarmee is eigenlijk alles gezegd als het gaat om de vraag of wij als Christenen ons aan de inzettingen van de Wet moeten houden! Sterker nog, wanneer wij als wederom geboren gelovigen het wel van de werken der Wet gaan verwachten, dan zegt Gods Woord dat wij ons onder de vloek stellen. In Gal. 3 : 10 lezen we namelijk: “Want zovelen als er uit de werken der Wet zijn, die zijn onder de vloek; want er is geschreven: Vervloekt is een ieder, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der Wet, om dat te doen” (zie ook Gal. 5 : 1 – 15).


Door buiten-Bijbelse bronnen terug naar de Wet...

Maar… we leven in de eindtijd, de tijd van afval van het geloof. En juist in deze tijd zien we dat veel Christenen terugkeren naar de Wet. Ze gaan weer Sabbat houden, en zeggen dat de feesten van het Oude Testament voor ons als Gemeente van Jezus Christus zijn. Mensen die dit al heel lang beweren zijn de Zevende Dags Adventisten. Maar tegenwoordig doen ook steeds meer Christenen dat die meer Evangelisch zijn, ook uit bijvoorbeeld de richting van het Zoeklicht. Het Zoeklicht heeft een boek uitgegeven dat “Wake Up” heet, met als bedoeling om mensen te wijzen op de toekomst van de Heere Jezus. Het is een boek dat als warme broodjes over de toonbank gaat. Er worden conferenties belegd, etc. Maar… men citeert in dat boek uit bijvoorbeeld de Talmoed, dat, net als het boek “Henoch”, toevoegt aan Gods Woord. En zo gaat men door buiten-Bijbelse bronnen aan het dwalen. Het is dan ook dit boek dat proclameert dat de feesten van het Oude Testament voor de Gemeente zijn, en men gaat uiteindelijk zelfs morrelen aan het verzoeningswerk van de Heere Jezus!

Een citaat uit een boekbespreking van “Wake Up”:

“Een ander voorbeeld dat de vreemde visie van de schrijvers van Wake Up typeert is hun visie op de uitstorting van de Heilige Geest op Pinksterdag.  Dat pinksterfeest was niet zozeer de start van Gods Gemeente, maar het was het moment waarop Gods Gemeente pas echt „uit de verf” kon komen door het Verbond dat God opnieuw met de mensen had gesloten door Jezus Christus (2). Met Pinksteren kwam de gemeente niet “uit de verf", zoals de schrijvers zeggen, het was het begin van de gemeente. In het oude testament was de gemeente een geheimenis en deze kreeg gestalte bij de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren. Op blz 30 wordt geschreven dat de Here Jezus in het Oude Testament al aanwezig was en dat dit dus consequenties heeft voor ons denken over de start van de gemeente. Hiermee lijkt men te impliceren dat de gemeente al in het Oude testament bestond, dit verklaart ook hun visie op de feesten en de implicatie voor de wedergeboren gelovige. Paulus noemt de gemeente een geheimenis, nog verborgen in het Oude Testament en christenen worden ook niet opgeroepen om de Bijbelse feesten te vieren. Handelingen 15 geeft aan welke instructies werden gegeven aan de gelovigen uit de heidenen. De schrijvers van Wake Up lijken, naar mijn idee, geen onderscheid te maken tussen de instellingen die specifiek voor Israël waren en die voor de gemeente zijn. Het is niet een vorm van vervangingstheologie maar eerder een vorm van vermenging. Dit is ook te merken aan hun visie op de bedelingen” [2].

Het Zoeklicht geeft dit boek dus uit! En maakt daarmee, om het zomaar te zeggen, “reclame” voor een terugkeer naar de Wet. En helaas zijn er velen met deze terugkeer bezig. En dat is treurig, zeker wanneer men ziet wat de Heere in Galaten allemaal zegt!


Maar wij moeten toch Gods geboden houden?

Diverse keren, wanneer ik door mensen over dit onderwerp benaderd ben, werd ik erop gewezen dat God door Zijn hele Woord heen zegt, dat wij Zijn geboden moeten doen. En waar denken we bij de geboden vaak aan? Eigenlijk standaard aan de Tien Geboden of de Wet van Mozes! Wanneer dan teksten geciteerd worden uit de Evangeliën is dat nog wel Bijbels te verklaren, want de Heere Jezus leefde onder de Wet op aarde. Maar zo eenvoudig ligt het niet. Want zo staat er bijvoorbeeld in 1 Joh. 2 : 3 (niet de Evangeliën!) geschreven: “En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren”. Of we lezen in 1 Kor. 7 : 19, een brief aan de Gemeente, het volgende: “De besnijdenis is niets, en de voorhuid is niets, maar de onderhouding der geboden Gods”. Of we lezen in Openb. 14 : 12: “Hier blijkt de volharding der heiligen, die de geboden Gods en het geloof in Jezus bewaren”. Inderdaad: door het hele Woord van God heen komen we het tegen! “Zie je wel”, zegt men dan, “wij moeten de “geboden Gods” bewaren”. En dan verwijst men meestal naar de Tien Geboden. Hoe zit dat? Is Gods Woord in tegenspraak? Want als wij een deel van de Wet gaan houden, dan moeten wij de hele Wet houden, en dat kunnen wij niet! En Paulus geeft zelfs aan dat we dan de Waarheid ongehoorzaam zijn (Gal. 5 : 7). In diezelfde context staat zelfs: “Een weinig zuurdesem verzuurt het gehele deeg” (Gal. 5 : 9). En zuurdeeg staat in de Bijbel als type voor de zonde... Het houden van de Wet, staat weliswaar in de Bijbel beschreven, maar is voor een andere bedeling, voor Israël. Gaan wij ons daarmee bezig houden, dan is het als een klein beetje zuurdesem, een klein beetje zonde (1 Kor. 5 : 6 – 8), en dat kleine beetje gaat effect hebben op alles! De zonde gaat dan overal doorheen.

Hoe zit dat nu met dat “houden van Gods geboden”? De Bijbel kan niet in tegenspraak zijn, want Gods Woord is de Waarheid (Joh. 17 : 17). Er moet dus een verklaring voor zijn binnen het Woord van God. En de verklaring is dat het bij Gods geboden niet altijd om de Wet of de Tien Geboden gaat!


Gods geboden in het Duizendjarig Vrederijk

Allereerst is het goed om te zien dat wanneer er in Openbaring over “Gods geboden” gesproken wordt, dat dit wel degelijk een verwijzing naar onder andere de Wet is. Het houden van de Wet komt in het Duizendjarig Vrederijk namelijk weer terug! In Kol. 2 : 16 en 17 lezen we: “Dat u dan niemand oordele in spijs of in drank, of in het stuk van de feestdag, of van de nieuwe maan, of van de sabbatten; Welke zijn een schaduw der toekomende dingen, maar het lichaam is van Christus”. Bijvoorbeeld de Sabbat en de feestdagen zijn een schaduw van wat komen gaat. Natuurlijk verwijst de Sabbat naar de rust van het Duizendjarig Vrederijk. Maar de profeten laten zien dat in het Duizendjarig Vrederijk de Sabbat ook weer gehouden gaat worden. In Ezech. 39 : 29 lezen we over de bekering van Israël aan het eind van de Grote Verdrukking (overeenkomstig Joël 2). In de hoofdstukken daarna lezen we over de indeling van het land Israël in het Duizendjarig Vrederijk en onder andere over de tempel die dan in Jeruzalem zal staan. We lezen dan ook over de Vorst, de Heere Jezus, die teruggekeerd zal zijn. En dan lezen we bijvoorbeeld in Ezech. 45 : 17: “En het zal aan de vorst zijn te offeren de brandoffers, en het spijsoffer, en het drankoffer, op de feesten, en op de nieuwe maanden, en op de sabbatten, op alle gezette hoogtijden van het huis Israëls; hij zal het zondoffer, en het spijsoffer, en het brandoffer, en de drankoffers doen, om verzoening te doen voor het huis Israëls”. Hier zien we dus dat in het Duizendjarig Vrederijk de feesten, de sabbatten en zelfs de offers van de Wet weer terug zullen zijn!


Verschil tussen Gods geboden en de geboden van de Heere Jezus

Maar hoe zit dat dan bij de Gemeente met die geboden van God? Een tekst die dat heel duidelijk maakt, vinden we in Joh. 15 : 10. Daar staat geschreven: “Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijk Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde”. Hier zien we opeens dat de Heere Jezus verwijst naar de geboden van Zijn Vader, en Zijn geboden. Daar is bijkbaar een verschil tussen. De Heere Jezus heeft de Wet vervuld (Matth. 5 : 17), daarmee heeft Hij alle geboden van Zijn Vader bewaard! En nu zegt Hij: “Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven”. En de Heere Jezus maakt hier in de context dan ook een nieuw gebod. Hij zegt in Joh. 15 : 12: “Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijk Ik u liefgehad heb” (vergelijk Joh. 13 : 34). En hoe heeft de Heere Jezus dat gedaan? Door Zijn leven voor ons te geven. Dat lezen we dan ook in Joh. 15 : 13. Vers 17 zegt dan nog: “Dit gebied Ik u, opdat gij elkander liefhebt”. Dan lezen we in 1 Joh. 3 : 23 – 24 nog: “En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in de Naam van Zijn Zoon Jezus Christus, en elkander liefhebben, gelijk Hij ons een gebod gegeven heeft. En die Zijn geboden bewaart, blijft in Hem, en Hij in hem. En hieraan kennen wij, dat Hij in ons blijft, namelijk uit de Geest, Die Hij ons gegeven heeft” (zie ook 1 Joh. 4 : 21).


De geboden Gods in de brieven aan de Gemeente

Maar dan die tekst in de brieven van Paulus. In 1 Kor. 7 : 19 lezen we dus: “De besnijdenis is niets, en de voorhuid is niets, maar de onderhouding der geboden Gods”. Gaat het hier nu om de geboden van de Heere Jezus of om de geboden van de Vader, of om wat anders? Het is goed om hier naar de context te kijken. In 1 Kor. 6 : 12 – 20 wordt gewaarschuwd tegen hoererij, omdat het lichaam van de gelovige een tempel van de Heilige Geest is (1 Kor. 6 : 19). Daarom wordt in 1 Kor. 7 ingegaan op het huwelijk (1 Kor. 7 : 2). En dan lezen we in 1 Kor. 7 : 10: “Doch de getrouwden gebied niet ik, maar de Heere, ...”. De Heere gebiedt… Wij hebben in dit hoofdstuk met Gods geboden te maken aangaande het huwelijk. En dat Paulus Gods geboden mag doorgeven, blijkt ook uit bijvoorbeeld 1 Kor. 14 : 37 waar we lezen: “Indien iemand meent een profeet te zijn, of geestelijk, die erkenne, dat, hetgeen ik u schrijf, geboden des Heeren zijn”. En dat is ook niet zo verwonderlijk, want Paulus kreeg het Evangelie der Genade Gods, dat hij in de brieven aan de Gemeente aan ons mag doorgeven, door de Heere Jezus Zelf geopenbaard (Gal. 1 : 12). Dit wijst erop dat Gods Woord in Zijn geheel Gods geboden voor ons zijn, die we weliswaar op een rechte manier moeten verdelen.


Het bewaren van Gods geboden

Het laatste wordt eigenlijk bewezen door het feit dat in twee gedeeltes in de context van het bewaren van de geboden ook het bewaren van Gods Woord genoemd wordt. In Joh. 14 : 21 lezen we: “Die Mijn geboden heeft, en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en die Mij liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelven aan hem openbaren”. En dan gaat vers 23 dit verder uitleggen naar aanleiding van een vraag van Judas: “Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem komen, en zullen woning bij hem maken”. In een ander gedeelte zien we precies hetzelfde gebeuren, namelijk in 1 Joh. 2 : 3 – 5: “En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren. Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in hem is de waarheid niet; Maar zo wie Zijn Woord bewaart, in hem is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden; hieraan kennen wij, dat wij in Hem zijn”. De geboden van de Heere voor de Gemeente vinden wij dus in de brieven aan de Gemeente, dat is (leerstellig) Zijn Woord voor ons in deze tijd, waar wij naar behoren te leven.


Het Oude Testament is niet minder belangrijk!

En maakt dat bijvoorbeeld de Wet van het Oude Testament voor ons minder belangrijk? Nee, want het Nieuwe Testament bevestigt de Wet, alleen maakt wel duidelijk WAT wij daaruit moeten naleven: het is ons immers als voorbeeld gegeven (1 Kor. 10 : 6). Zo vat Paulus de Wet bijvoorbeeld samen. In Rom. 13 : 8 – 10 lezen we: “Weest niemand iets schuldig, dan elkander lief te hebben; want die de ander liefheeft, die heeft de wet vervuld. Want dit: Gij zult geen overspel doen, gij zult niet doden, gij zult niet stelen, gij zult geen valse getuigenis geven, gij zult niet begeren; en zo er enig ander gebod is, wordt in dit woord als in een hoofdsom begrepen, namelijk in dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. De liefde doet de naaste geen kwaad. Zo is dan de liefde de vervulling der wet”. We zien hierin het nieuwe gebod van de Heere Jezus terug, dat ook wij in de Gemeentetijd dus dienen na te volgen! We zien hier in feite een opsomming van de Tien Geboden van de Wet. Maar daar waar diverse geboden met name genoemd worden, geboden die gaan over de verhouding tussen mensen onderling, wordt de Sabbat als leefregel en teken tussen God en Israël, hier niet met name genoemd! En dat komt omdat de Heere ons op andere plaatsen voorhoudt dat Hij “de wet der geboden in inzettingen bestaande” te niet heeft gemaakt (Ef. 2 : 15). Niet “Zijn geboden” te niet gemaakt, maar wel “de WET der geboden IN INZETTINGEN BESTAANDE” te niet gemaakt. En zo worden wij in feite dus nergens in de brieven van Paulus opgeroepen om de geboden van de Wet te volgen, maar wel om, zoals de Heere Jezus zei, onze naaste lief te hebben als onszelf!

Zoals al eerder gezegd: Gods Woord is niet met Zichzelf in tegenspraak, Gods Woord is de Waarheid (Joh. 17 : 17).


Laten wij de Heere blijven verwachten!

Terug naar de tekenen der tijden: doordat mensen buiten-Bijbelse bronnen als de Talmoed en het boek van “Henoch” gaan raadplegen krijgen zij een andere visie op God, op Zijn Woord en op het Volbrachte Werk van de Heere Jezus. Een boek als “Wake Up” van het Zoeklicht illustreert dat maar al te duidelijk. Men gaat zelfs terug naar de Wet, terwijl de Heere juist zo waarschuwt om dat niet te doen. Gelukkig mogen wij weten dat de Heere Zijn Woord bewaard heeft (Ps. 12 : 7 en 8). Maar willen wij Zijn Woord ook bewaren? Laten wij daartoe blijven bij het door de Heere bewaarde Woord, en alle toevoegingen en weglatingen van de Schriftkritiek in de nieuwe vertalingen links laten liggen. Temidden van alle ellende op deze aarde mogen wij dan onze Heiland blijven verwachten. Want dat is één van de geboden die wij als lid van de Gemeente van de Heere Jezus hebben gekregen in Zijn Woord, namelijk Titus 2 : 11 – 13:

“Want de zaligmakende genade Gods is verschenen aan alle mensen. En onderwijst ons, dat wij, de goddeloosheid en de wereldse begeerlijkheden verzakende, matig en rechtvaardig, en godzalig leven zouden in deze tegenwoordige wereld; Verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker Jezus Christus”.

Amen.



[1]  Zie: 'De ontmaskering van het Nederlands Bijbelgenootschap', A. Huurnink, Bijbel en Geloof, december 2014, bron: www.bijbelengeloof.com.
[2]  'Wake Up', Rejoice Now, bron: http://www.rejoicenow.nl/page/wake-up.