De eerste Christusprofetie uit de Bijbel wegvertaald

 


Inleiding

Dit is ondertussen een vierde artikel in de serie Bijbelstudies over de bespreking van de “Herziene Statenvertaling” (HSV), eigenhandig ‘omgedoopt’ tot de “Heel Subtiele Versie”. We hebben gezien dat de HSV niet puur een hertaling is van de oude Statenvertaling. Men heeft zinnen vereenvoudigd, waardoor men zichzelf heeft gedwongen om te sleutelen aan de letterlijke overzetting van de tekst in het Nederlands. Tevens hebben we gezien dat men weliswaar zegt niet de ‘moderne’ handschriften te hebben gebruikt, die ten grondslag liggen aan alle nieuwe vertalingen [1], maar via de moderne theologische opvattingen, vinden we verschillende lezingen van de nieuwe vertalingen nu terug in de HSV. Oók in de HSV is bijvoorbeeld op verschillende plaatsen het woordje ‘hel’ verdwenen, net als in de andere nieuwe vertalingen, en soms is de nieuwe lezing, die de HSV biedt, erger dan de lezingen die de nieuwe vertalingen bieden.

 


De zondeval

In deze studie willen we stilstaan bij één van de eerste Messiaanse profetieën in het Oude Testament. Wanneer God de aarde, de dieren en de mensen geschapen heeft, komt er een moment dat de vrouw verleid wordt door de slang (Gen. 3 : 1). Zij eet van de vrucht van de boom der kennis des goeds en des kwaads, de boom in het midden van de Hof van Eden, de boom waarvan de mens van God niet mag eten (Gen. 2 : 17; Gen. 3 : 2, 3). En zij geeft van de vrucht ook haar man te eten (Gen. 3 : 6). En daarmee zondigen zij. Hiermee begint het hele proces van zonde, degeneratie, dood en verderf. We spreken ook wel van de zondeval.

Toen de mens gezondigd had, onderging de mens de straf, die daarop stond. We kunnen daar uitgebreid over lezen in Genesis 3, maar ook in de rest van Gods Woord. Maar ook de slang werd door God toegesproken. In Genesis 3 : 14 en 15 lezen we: “Toen zeide de Heere God tot die slang: Omdat gij dit gedaan hebt, zo zijt gij vervloekt boven al het vee, en boven al het gedierte des velds! Op uw buik zult gij gaan, en stof zult gij eten, al de dagen van uw leven. En ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; dat zal u de kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen”.

De satan heeft op de één of andere manier gebruik gemaakt van een wezen in de schepping, de slang, om de mens ten val te brengen. Het mag duidelijk zijn dat de Heere de slang hierom vevloekt (Gen. 3 : 14). Hij zal al de dagen van zijn leven op zijn buik gaan en stof eten. Deze vloek geldt nota bene tot op de nieuwe aarde, waarover we lezen in Jes. 65 : 25: “De wolf en het lam zullen tesamen weiden, en de leeuw zal stro eten als een rund, en stof zal de spijs der slang zijn; zij zullen geen kwaad doen noch verderven op Mijn ganse heilige berg, zegt de Heere”. Maar de vloek gaat veel verder, en raakt niet alleen het dier, dat door de satan gebruikt werd, of dat een type van de satan was, maar het raakt de satan zelf, de satan, die, in Gods Woord, de oude slang genoemd wordt. In Openbaring 12 : 9 staat geschreven: “En de grote draak is geworpen, namelijk de oude slang, welke genaamd wordt duivel en satanas, die de gehele wereld verleidt, hij is, zeg ik, geworpen op de aarde; en zijn engelen zijn met hem geworpen”. Het is deze oude slang, de duivel en satanas, die kan verschijnen als een “engel des lichts” (2 Kor. 11 : 14), alsof hij van God gezonden is, om mensen te verleiden. Tegen deze oude slang wordt ook Gen. 3 : 15 gesproken: “En ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; dat zal u de kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen”. Hier zien we wat er uiteindelijk met die oude slang gebeurt: zijn kop zal vermorzeld worden! De oude slang zal volledig uitgeschakeld worden.


De totale uitschakeling van de ‘oude slang’

In Openb. 20 : 1 – 6 lezen we dat de duivel eerst voor duizend jaar gebonden zal worden, daarna nog een korte tijd zal worden losgelaten (Openb. 20 : 7 – 9), om uiteindelijk verbrand te worden door vuur van God uit de hemel, waarbij hij geworpen zal worden in de poel des vuurs. Openb. 20 : 10 schrijft: “En de duivel, die hen veleidde, werd geworpen in de poel van vuur en sulfer, alwaar het beest en de valse profeet zijn; en zij zullen gepijnigd worden dag en nacht in alle eeuwigheid”. Dat de satan dan pas totaal uitgeschakeld is, blijkt uit het feit dat hij, na het Duizendjarig Vrederijk, alsnog in staat is velen te bewegen tot een oorlog tegen Koning Jezus en de heiligen. Velen, hun aantal is gelijk het zand aan de zee (Openb. 20 : 8). Dit maakt meteen een eind aan het fabeltje, dat nog weleens verteld wordt, dat de Heere Jezus aan het kruis de satan volledig overwonnen en uitgeschakeld heeft. De Heere Jezus is voor onze zonden gestorven, die heeft Hij in Zijn lichaam weggedragen! Daardoor ziet God de gelovige in Christus gerechtvaardigd aan, daardoor kunnen we vrij tot God gaan, en hoeven we niet bang te zijn voor het Laatste Oordeel, omdat we deel hebben aan de Eerste Opstanding ten leven. De satan is op dit moment echter nog steeds de god van deze wereld (2 Kor. 4 : 4), die rond gaat als een briesende leeuw (1 Petr. 5 : 8), en die pas in de verre toekomst totaal uitgeschakeld wordt! Het is niet voor niets dat zelfs leden van het Lichaam van Christus opgeroepen worden om de duivel geen plaats te geven (Ef. 4 : 27).

In Gen. 3 : 15 is er dus sprake van dat de kop van de slang vermorzeld zal worden. Ook in andere Schriftgedeelten komt dat iedere keer naar voren. Als voorbeeld nemen we Psalm 68. Dit is een profetische Psalm, waar we ook in de studie  “De Hebreeën in de Grote Verdrukking” bij stilgestaan hebben. In deze Psalm lezen we dat de Heere gaat opstaan, en Zijn vijanden zal gaan verslaan (Psalm 68 : 1); dit speelt dus aan het einde van de Grote Verdrukking. De aarde zal daveren (Ps. 68 : 9), en er zal weer regen zijn (Ps. 68 : 10). En dan lezen we in Psalm 68 : 22: “Voorzeker zal God de kop van Zijn vijanden verslaan, de harige schedel van hem, die in zijn schulden wandelt”. De Heere zal Koning zijn (Ps. 68 : 25), en de koningen der aarde zullen geschenken naar de Heere in Jeruzalem brengen (Ps. 68 : 30).

 


Het Zaad van de vrouw

Genoeg over de oude slang en zijn einde. Gen. 3 : 15 is een heel bijzonder vers. Wanneer hier staat dat de kop van de slang vermorzeld zal worden, dan staat hier ook dat de slang zaad zal hebben, en wat nog vreemder is, hier staat dat er vijandschap zal zijn tussen het zaad van de slang, en het zaad van de vrouw! Het zaad van de slang zal de hiel van het zaad van de vrouw vermorzelen, terwijl het zaad van de vrouw de kop van de slang zelf zal vermorzelen.

Allereerst: Er is hier sprake van het zaad van de vrouw! Maar een vrouw heeft helemaal geen zaad! Hier is dan de eerste belofte van de maagdelijke geboorte. Er is geen man betrokken bij de geboorte van de Messias.  In het Oude Testament wordt door de profeet Jesaja reeds aangekondigd dat een maagd zwanger zal worden. In Jes. 7 : 14 lezen we: “Daarom zal de Heere Zelf u een teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn Naam Immanuël heten”. In Lukas 1 : 34 vraagt Maria de engel hoe dat mogelijk is, omdat ze nog niet één is geweest met een man. Het antwoord is dat de Heilige Geest over haar zal komen, waardoor Gods Zoon in haar zal groeien (Luk. 1 : 35). Omdat er geen man aan te pas is gekomen, en God er toch voor gezorgd heeft (het teken van Jes. 7 : 14!) dat er een Kind geboren werd, spreekt de Bijbel over het “zaad van de vrouw”. De enige Persoon waarvoor dit in de geschiedenis geldt, is de Heere Jezus Christus, Hij is het Zaad van de vrouw! Hij is Degene, uit Wiens mond een scherp zwaard gaat, en Degene, Die de wijnpersbak van de toorn en van de gramschap van de almachtige God treedt (Openb. 19 : 15). Hij is Degene, Wiens ogen zijn gelijk een vlam vuur (Openb. 1 : 14); Hij is Degene die de antichrist doet vedelgen door de Geest Zijns monds; Hij is Degene, Die het vuur van de hemel zal laten neerkomen, waardoor de uiteindelijke opstand van de duivel gestopt wordt, en waardoor de volken verslonden zullen worden (Openb. 20 : 9), en waardoor de satan in de poel des vuurs terecht zal komen (Openb. 20 : 10). Het zaad van de vrouw zal de kop van de slang vermorzelen!

 

 

Het zaad van de slang

Maar zo staat er in Gen. 3 : 15 ook geschreven dat de slang zaad zal krijgen! In Gen. 6 : 1 – 6 hebben we gezien dat gevallen engelen op aarde zijn verschenen als man en gemeenschap hebben gehad met de dochters der mensen. Daar kwam een extreem goddeloos geslacht uit voort, wat God heeft vernietigd door de zondvloed. Maar daar hebben we wel het ‘recept’ voor het zaad van de slang. En ook de satan kan op aarde verschijnen als “engel des lichts” (2 Kor. 11 : 14). Kaïn wordt in de Bijbel beschreven als hij “die uit de boze was” (1 Joh. 3 : 12). En in de studie over het “Evangelie van Judas” zagen we dat Judas in de Schrift een duivel wordt genoemd, die naar zijn eigen plaats ging (Joh. 6 : 70, 71; Hand. 1 : 25). Van de antichrist, de zoon des verderfs (2 Thess. 2 : 3), het beest, staat geschreven dat het “was en is niet; en het zal opkomen uit de afgrond”, en dat het “was, niet is, hoewel het is” (Openb. 17 : 8). Ook weten we dat zich in de afgrond een koning bevindt, die “Verderver” heet. Judas, die door Jezus “zoon der verderfenis” (Joh. 17 : 12) en een “duivel” genoemd wordt, is gestorven, maar zijn ziel en geest zullen terugkomen in de antichrist! De duivel zal opnieuw een zaad krijgen! Het is Judas die de Heere Jezus overgeleverd heeft aan de Schriftgeleerden voor dertig zilverlingen (Matth. 26 : 14 – 16). En op die manier heeft de duivel de Heere Jezus kunnen verwonden. Hij heeft Zijn hielen vermorzeld volgens Gen. 3 : 15. Waarom de hielen? De Heere Jezus is wel gestorven, maar Hij is weer opgestaan! De dood en de hel hadden geen macht over Hem (Hand. 2 : 27, 31). Vandaar dat Gen. 3 : 15 over de hielen vermorzelen spreekt. Want de satan zijn kop zal vermorzeld worden, hij zal definitief uitgeschakeld worden!


In de HSV: de eerste Christus-profetie uit de Bijbel wegvertaald


Maar wat is er in de HSV gebeurd met deze tekst? In de eerste deeluitgave van de HSV was daar te lezen:

 

“En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en deze vrouw, en tussen uw nageslacht en haar nageslacht; dat zal u de kop vermorzelen, en u zult het de hiel vermorzelen [2]”.

 

Het woord ‘zaad’ is vervangen door ‘nageslacht’. Maar daarmee is de hele profetie van de maagdelijke geboorte verdwenen! Want dat een vrouw nageslacht heeft, is niets bijzonders! Het teken, dat de Heere Jezus het Zaad van de vrouw is, waar geen man aan te pas is gekomen, is in de HSV wegvertaald! In feite is één van de eerste Christus-profetieën wegvertaald. Ook al omdat het woord ‘nageslacht’ in feite een meervoud inhoudt! Men probeert hier een wending, een eigen uitleg, aan te geven. Dit is te merken in bijvoorbeeld Galaten 3 : 16. Ook daar is het woord ‘zaad’ vervangen door ‘nageslacht’. In de oude Statenvertaling staat: “Nu zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En aan de zaden, als van velen; maar als van een: En aan uw zaad; hetwelk is Christus”. Terwijl er in de HSV geschreven is:

 

“Welnu, zo zijn de beloften aan Abraham en aan zijn nageslacht gedaan. Hij zegt niet: En aan de nageslachten, alsof er sprake zou zijn van velen; maar van één: En aan uw Nageslacht; dat is Christus [3]”.

 

We zien in deze tekst dat zowel het woord ‘zaad’ als het woord ‘zaden’ is vervangen door respectievelijk ‘nageslacht’ en ‘nageslachten’, maar dan hebben we direct een Nederlandstalige fout in de HSV, terwijl de HSV een correcte weergave in hedendaags Nederlands wil zijn. Op zich is ‘nageslachten’ een correcte meervoud van ‘nageslacht’, maar ‘nageslacht’ is op zich al meervoud. In ‘Van Dale Hedendaags Nederlands’ staat bij nageslacht de volgende definitie: ‘al iemands kinderen, kleinkinderen enz. => nakomelingschap, nakroost’, of een tweede definitie: ‘mensengeslacht in later tijd’. In het ‘Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal’ van uitgeverij Wolters staat bij nageslacht het volgende: ‘nakomelingschap’, en dat woord wordt uitgelegd als: ‘nageslacht, de nakomelingen’, en bij ‘nakomeling’ staat als tweede betekenis: ‘(in het mv) nageslacht’. Volgens deze twee woordenboeken betekent nageslacht ‘al iemands nakomelingen’! Heb je meerdere nageslachten, dan zijn dat nageslachten van verschillende partners, of met een verschillende familienaam. Maar dat Christus één nageslacht van Abraham is, zoals de HSV zegt, is onzin! Abraham had naast de twee zonen, Izak en Ismaël, nog meerdere nakomelingen. Uit Izak kwamen Jakob en Ezau, en uit Jakob kwamen twaalf zonen, waarvan één Juda heette, en uiteindelijk kwam uit hem, naar het vlees, de Heere Jezus. Jezus Christus behoort naar het vlees tot het nageslacht van Abraham, maar was niet één nageslacht! Wat de oude Statenvertaling zegt, klopt wel: Christus is één zaad! Terwijl een nageslacht uit vele zaden bestaat!

 

Terugkomend bij Gen. 3 : 15, zien we dat ook hier de verwarring gaat toeslaan. Want heeft het nageslacht van de vrouw per definitie strijd, vijandschap, met het nageslacht van de slang? Nee. De mensen komen nota bene van nature op de wereld als kinderen des toorns, onder de overste van de macht der lucht (Ef. 2 : 2, 3). Pas wanneer zij wederom geboren worden, ontstaat de strijd van de gelovigen tegen de geestelijke boosheden in de lucht (Ef. 6 : 12). En dan is er niet eens sprake van vlees en bloed, oftewel: nageslacht! Dat deze verwarring ontstaat, blijkt door de manier waarop de NBV met het woord ‘nageslacht’ omgaat in Gen. 3 : 15: “Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel”. Hier blijkt dus de verwarring ten top. Alsof de satan ons in de hiel bijt, en alsof wij als mensen, het nageslacht van de vrouw, de satan de kop zullen vermorzelen! Dit staat los van elke Bijbelse waarheid! En ondanks dat de HSV vasthoudt aan “dat zal u de kop vermorzelen, en u zult het de hiel vermorzelen”, vervangen ze toch het woordje ‘zaad’ door ‘nageslacht’, waardoor de profetie in feite niet meer kan verwijzen naar één Persoon: Jezus Christus; en waardoor de maagdelijke geboorte in deze tekst volledig verdwenen is.


Bovenstaande tekst, Gen. 3 : 15 uit de HSV, kwam uit de eerste deeluitgave. Ondertussen is de tekst gewijzigd. Men heeft ingezien dat er iets niet klopt, en in de HSV staat nu geschreven:

 

"En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen [4]".

 

Men heeft hoofdletters gegeven aan "Nageslacht" en "Het", waardoor men zegt: "Zie je wel dat deze tekst verwijst naar Jezus Christus!". Echter feit blijft, dat Jezus Christus niet hét nageslacht van Abraham is. Dat is het Joodse volk, waar Jezus Christus Eén van is (naar het vlees). Echter, zou Hij één zaad uit het Joodse volk zijn geweest, dan was Hij ook zondig geweest, en was Hij niet de Zoon van God geweest! Hij was echter "het Zaad van de vrouw". Door de Heilige Geest was een vrouw bevrucht. Dat was het wonder! Hij was Gods Zoon in een menselijk lichaam (1 Tim. 3 : 16). Ondanks de aanpassing, ten opzichte van de eerste deeluitgave uit 2004, blijft het wonder van de maagdelijke geboorte in Gen. 3 : 15 uit de HSV weg. Deze tekst geeft in de HSV Gods Woord niet weer, maar haalt er een wezenlijk element uit. De HSV doet af van de Woorden Gods!

 

Dat is de HSV, de Heel Subtiele Versie! U bent opnieuw gewaarschuwd!

 

[1] De moderne handschriften zijn weliswaar oude handschriften, die juist vanwege de ouderdom in de moderne tijd geprefereerd worden, maar dit zijn onnauwkeurige handschriften. Betrouwbaarheid van handschriften is ondergeschikt geworden aan de ouderdom!

[2] ‘Bijbel, in de herziening van de Statenvertaling’, Deeluitgave, Stichting HSV, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen, 2004, blz. 3.

[3] ‘Herziene Statenvertaling’, via de tekstzoeker op http://www.statenvertaling.nu op 03-12-2010.

[4] Idem.