De bronnen van de HSV



Inleiding

De Stichting HSV heeft zich ten doel gesteld om de Statenvertaling te bewaren voor toekomstige generaties. Op de site hebben we al diverse studies staan, die aantonen dat er toch best wel veel veranderd is in de HSV ten opzichte van de Statenvertaling. We hebben dan ook geconcludeerd dat men de HSV weliswaar wil laten doorgaan voor een Statenvertaling, maar dat de HSV geen Statenvertaling meer is. De Stichting HSV heeft een brochure geschreven, "de Statenvertaling herzien, korte toelichting", waarin men het herzieningswerk toelicht. In een eerdere studie hebben we reeds bij deze toelichting stilgestaan, en het mag duidelijk zijn, dat de toelichting de aard van het herzieningswerk aan het licht brengt. Blijven we met de vraag zitten: Heeft de Stichting HSV wel dezelfde betrouwbare grondtekst gebruikt, die men vroeger ook voor de Statenvertaling gebruikt heeft?

Als we de Stichting HSV mogen geloven, dan heeft men dezelfde betrouwbare bronnen gebruikt, die vroeger ook door de Statenvertalers gebruikt zijn. Reeds in de eerste Deeluitgave van de HSV schreef men:

"Uitgangspunt is de Statenvertaling en de door de toenmalige vertalers gebruikte handschriften van de Bijbel. Daarnaast is ook een grote waarde toegekend aan de bekende Kanttekeningen bij de SV" [1].

En zo lezen we in de eerste uitgave van de HSV:

"Uitgangspunt bij de herziening zijn de door de toenmalige vertalers gebruikte handschriften van de Bijbel en uiteraard de tekst van de Statenvertaling" [2].

Nu heeft men inderdaad voor het Oude Testament de Masoretische Tekst [3] als uitgangspunt gebruikt (bij navraag is dit inderdaad de ‘Biblia Rabbinica Bombergiana’ gebleken), en voor het Nieuwe Testament de Textus Receptus [4]. Deze zijn als uitgangspunt gebruikt. Maar is het daar ook bij gebleven? Ook hier geeft de toelichting bij de HSV inzicht in.



De Septuaginta: een onbetrouwbare bron

Een verwijt, wat de Statenvertalers in de toelichting bij de HSV gemaakt wordt, is dat men zegt dat zij de Septuaginta hebben gebruikt. Wat is de Septuaginta? De Septuaginta zou een Griekse vertaling van het Oude Testament zijn, die reeds in de dagen van Jezus op aarde in omloop was. De Heere Jezus en de discipelen zouden hieruit geciteerd hebben. Echter dat is een sprookje. De Septuaginta als Griekse vertaling bestaat (nu) wel, maar de oudste gevonden handschriften daarvan gaan terug op de 4e en 5e eeuw na Chr. Velen wijzen naar Vaticanus en Sinaïticus. De Septuaginta heeft dan ook haar oorsprong in Egypte, waar Joden, die ongehoorzaam waren aan Gods Woord de Schrift met filosofie vermengden! Zij waren ongehoorzaam omdat zij ten eerste niet mochten terugkeren naar Egypte (zie bijv. Jer. 42 : 13 – 22). Daarnaast gaat het verhaal dat uit elke stam 6 Israëlieten aan de Septuaginta gewerkt zouden hebben, terwijl het bewaren van de Schrift door de Heere was opgedragen aan de stam Levi (Deut. 10 : 8; 17 : 18; 2 Kron. 17 : 7 – 9). Daar komt bij dat de Joden de Schrift was toevertrouwd, en die hebben het Oude Testament in het Hebreeuws geschreven. Tevens bevat de Septuaginta ook apocriefe boeken! Het idee is gewoon totaal on-Bijbels om te denken dat de Heere Jezus en de discipelen een Griekse vertaling geciteerd zouden hebben! De Septuaginta in de tijd van de Heere Jezus heeft nooit bestaan! De Septuaginta is tussen 150 en 350 na Chr. ontstaan, toen Origenes in zijn Hexapla een Griekse vertaling van het Oude Testament samenstelde [5]. Buiten dit feit, schrijft de Stichting HSV over de Septuaginta het volgende:

“Toch hebben de Statenvertalers hun Hebreeuwse tekst niet altijd letterlijk gevolgd. Op een aantal plaatsen, waar de Hebreeuwse tekst ietwat gecompliceerd is, hebben de vertalers de voorkeur gegeven aan de oude Griekse vertaling van het Oude Testament, de Septuaginta, en hebben ze die gevolgd. Door onder andere de vondst van de Dode Zeerollen is echter gebleken dat de vertalers van de Septuaginta op veel plaatsen een tekst voor zich hadden die sterk afweek van de nu algemeen aanvaarde Hebreeuwse grondtekst, de z.g. Masoretische tekst. Op grond daarvan is het gebruik van de Septuaginta niet altijd aan te raden” [6].

Ondanks dat ook de wetenschappers van de HSV het sprookje van de Septuaginta geloven, geven zij hier toch aan dat deze eigenlijk een onbetrouwbare bron is. Zij verwijten de Statenvertalers dus, dat zij de Septuaginta gebruikt hebben! Men geeft aan, dat in deze gevallen de herzieners de Hebreeuwse tekst gevolgd hebben. Men geeft daar drie voorbeelden van. Echter voor alle drie de voorbeelden geldt, dat ze niet kloppen. De vertaling in de Statenvertaling is weldegelijk vanuit het Hebreeuws te verklaren. Eén voorbeeld zullen we hier bespreken. Het betreft Jes. 54 : 8. In de Statenvertaling staat daar geschreven: “In een kleine toorn heb Ik Mijn aangezicht van u een ogenblik verborgen; maar met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij over u ontfermen, zegt de HEERE, uw Verlosser”. In de toelichting van de HSV vinden we daar het volgende commentaar bij:

“De vertaling van ‘een kleine toorn’ is op grond van de Hebreeuwse grondtekst niet goed te verklaren. Het betreffende grondwoord betekent namelijk ‘vloed, overstroming’ en wijst dus op het tegenovergestelde: een stortvloed van toorn. Kennelijk hebben de Statenvertalers hier de Septuaginta gevolgd, die het wel over een kleine toorn hebben” [7].

Echter wat blijkt:

“Ook het voorbeeld uit Jesaja 54:8 is onjuist. Volgens de brochure is de vertaling ‘een kleine toorn’ op grond van het Hebreeuws ‘niet goed te verklaren’. De betekenis van het Hebreeuwse woord dat met ‘kleine’ is vertaald, betekent immers ‘vloed, overstroming’ en wijst dus op het tegenovergestelde: ‘een stortvloed van toorn’. De brochure vermeldt echter niet dat dit Hebreeuwse woord slechts één keer in het Oude Testament voorkomt en dat de herzieners de opvatting volgen dat sprake is van een verwisseling van twee letters in dit korte woord van slechts drie letters. De Statenvertaling volgt echter een andere opvatting die ook steun vindt bij joodse rabbijnen. De brochure slaat geheel de plank mis door te beweren dat de Statenvertaling hier van de Hebreeuwse tekst is afgeweken ten gunste van de Septuaginta” [8].

Het mooie komt nog: het gaat om een letterwisseling die niet teruggaat op de handschriften. Alle edities van de Masoretische tekst schrijven het woord gelijk! Het gaat om een letterwisseling die voorkomt bij de vertalers en de woordenboeken [9]! Met andere woorden: de vertalers zelf passen de grondtekst aan als het ze uitkomt. De Stichting HSV doet daar dus gewoon aan mee. Hetzelfde geldt voor de andere twee voorbeelden [10] die in de brochure beschreven staan. In één van deze twee (Gen. 4 : 1) heeft men overigens wel kritiek op de Statenvertalers, dat zij de Septuaginta gevolgd zouden hebben, maar de HSV verandert de tekst in dat opzicht zelf niet...


De HSV gebruikt de Septuaginta zelf wel!

En ondanks de waarschuwing in de brochure tegen de Septuaginta, en het (onjuiste) verwijt aan de Statenvertalers dat zij de Septuaginta zo nu en dan volgden, zien we bijvoorbeeld in Ezra 8 : 5 het volgende gebeuren:

Ezra 8 : 5.
SV: “Van de kinderen van Sechánja, de zoon van Jaháziël; en met hem driehonderd manspersonen”.
HSV: “van de nakomelingen van Zattu: Sechanja de zoon van Jahaziël; en met hem driehonderd mannen”.
Voetnoot: “Zattu – Zie de Septuaginta”.

Een zelfde soort toevoeging, op grond van de Septuaginta, kent de HSV in Ezra 8 : 10. Hoe durft men verwijt te maken aan de Statenvertalers! Valse voorbeelden geven (!) en zelf wel de Septuaginta gebruiken! Hierbij moet overigens opgemerkt worden dat uit de kanttekeningen bij de Statemvertaling blijkt, dat ook de Statenvertalers de Griekse overzetting [11] geraadpleegd hebben. Wat uit de kanttekeningen echter blijkt, is dat de Statenvertalers de Griekse overzetting nergens hebben willen gebruiken in strijd met de Hebreeuwse tekst, maar juist aan het Hebreeuws de eerste plaats hebben willen geven (zie bijv. de kanttekeningen bij Ps. 40 : 6; Ps. 84 : 7; Hoogl. 6 : 4; Jes. 1 : 9; Jes. 65 : 2; Jer. 23 : 5; Hos. 13 : 14 e.a.). Hoe vals is dan de opmerking die de Stichting HSV over de Statenvertalers maakt:

“Op plaatsen waar het Hebreeuws wat moeilijk was en waar de Septuaginta een duidelijkere tekst had hebben zij vrij kritiekloos gebruik gemaakt van deze oude Griekse vertaling van het Oude Testament” [12].

De Statenvertalers hebben de Septuaginta niet kritiekloos gevolgd! Ook niet op enkele plaatsen. Uit het citaat blijkt ook dat de toelichting bij de HSV het idee geeft dat de Statenvertalers niet kundig genoeg geweest zouden zijn, men zegt immers: “op plaatsen waar het Hebreeuws wat moeilijk was...”. Dat past natuurlijk mooi binnen het plaatje dat de kennis van grondtaal en grondtekst tegenwoordig is toegenomen. Echter het geeft een volkomen verkeerd beeld. Op Getrouwevertaling.nl komen we het volgende tegen:

“In de eerste plaats is het zo dat voor de grote massa aan woorden men in de zeventiende eeuw niet minder kennis had dan tegenwoordig. Dat geldt zeker voor de statenvertalers die op bewonderenswaardige wijze de kennis van voorgaande vertalingen, van joodse rabbijnen en andere taalgeleerden uit hun tijd wisten te combineren. De waarde van huidige nieuwe inzichten ten opzichte van de Statenvertaling is hierdoor in omvang beperkt. Het zijn uitzonderingen wanneer we nu de betekenis van een woord beter weten dan toen” [13].


Valse voorwendselen

En zo zien we eigenlijk hoe men op grond van valse voorwendselen de Schrift aanpast. Men geeft het idee dat de Statenvertalers het soms wat moeilijk hadden met vertalen. En men geeft het idee dat er voor de Statenvertaling een tekstsoort gebruikt is die niet helemaal betrouwbaar is. Dit blijkt gewoon niet waar te zijn! En daarentegen heeft de Stichting HSV zelf de Septuaginta wel gebruikt! Met als argument dat de Dode Zeerollen dan de betrouwbaarheid garanderen [14]. Op de betrouwbaarheid van deze laatste bron zullen we zo nog terugkomen.

Wat verder in de genoemde voorbeelden opvalt, logisch wegens de andere bron, is dat de HSV veel van de nieuwe vertalingen volgt in tekstkeuzes! Met het feit dat de HSV wél hier en daar voor de Septuaginta kiest, betekent het dat men ronduit gekozen heeft voor Alexandrijnse getuigen, en dat de bronnen niet meer dezelfde zijn dan die van de Statenvertaling, Wiens handschriften de oorsprong vinden in het Bijbelse Antiochië! Nu lijkt deze conclusie voor sommigen, op grond van de Septuaginta, misschien enigszins overdreven. Maar men heeft nog een bron gebruikt.


De Dode Zeerollen

Die keuze voor de Alexandrijnse getuigen komt ook tot uiting in het gebruik van de Dode Zeerollen als bron. De Stichting HSV schrijft hierover in haar toelichting het volgende:

“Wat het Oude Testament betreft zijn er geen grote problemen. De vondst van de Dode Zeerollen kort na de Tweede Wereldoorlog was weliswaar een gebeuren van groot belang, maar dit heeft betrekkelijk weinig gevolgen gehad voor de keus van de grondtekst voor het Oude Testament. De vondst van deze rollen heeft immers bewezen dat de Hebreeuwse tekst die de Statenvertalers voor zich hadden op zich van een uitstekende kwaliteit was” [15].

Men gebruikt dus de Dode Zeerollen als bewijs dat de grondtekst van de Statenvertaling, de Masoretische tekst, zuiver was. Heel veel meer wordt er niet over de Dode Zeerollen gezegd in de toelichting. En toch hecht men er grote waarde aan. Dusdanig groot, dat men de Septuaginta, waarvan men zelf aangeeft dat het in feite een onbetrouwbare bron is, wel weer volgt, wanneer deze overeenstemt met de Dode Zeerollen! In de toelichting bij de HSV lezen we daar het volgende over:

“De Septuaginta is wel van belang, als deze overeenstemt met een Hebreeuws handschrift uit de Dode Zeerollen” [16].


Waar komen de Dode Zeerollen vandaan?

De Dode Zeerollen zijn gevonden in de omgeving van de ruïnes van Qumran. Dit gebeurde voor het eerst in 1947. Uiteindelijk worden er tot 1956 in de omgeving in diverse grotten in totaal circa 900 handschriften gevonden. Slechts 227 daarvan worden omschreven als “Bijbelse rollen”, 670 handschriften zijn niet-Schriftuurlijk van aard! Het gaat dan om zogenaamde regels van de Gemeenschap, om poëtische en wijsheidsteksten, om herschreven Schrift, om commentaren en diverse andere geschriften [17]. Regels van welke Gemeenschap? Velen nemen aan dat de Essenen hier hun leefgemeenschap hadden, en dat de grotten en de handschriften aan hen toebehoorden [18]. En anders is het in ieder geval een gemeenschap geweest die zeer nauw verwant is geweest aan die van de Essenen [19].


De Dode Zeerollen: betrouwbaar?

Nu is het in Christelijke kring, net zoals we zojuist in de toelichting bij de HSV gelezen hebben, een veelgehoord geluid dat de Dode Zeerollen een belangrijke vondst zijn, omdat zij de betrouwbaarheid van de Schrift zouden onderstrepen. Anderen zeggen juist dat de Dode Zeerollen het einde van het Christendom zullen inluiden. Waar komen deze tegenstrijdige geluiden vandaan? Dat komt omdat slechts 227 handschriften van de 900 gevonden handschriften, boeken uit de Schrift betreffen. De andere geschriften laten zien wie deze Essenen waren. Het begint al met het feit dat we tussen de geschriften van de Essenen de apocriefe boeken vinden: Tobit, de Wijsheid van Jezus Sirach, de brief van Jeremia (deel van Baruch), maar ook boeken als Henoch en Jubileeën. Tevens zijn er Psalmen toegevoegd, en zijn er toevoegingen aan Genesis, en nog veel meer. De Heere Jezus Zelf heeft de ons bekende Hebreeuwse canon bevestigd (Matth. 23 : 35; Luk. 24 : 44 – 45)! Er is een andere tekstfamilie, waarin men de apocriefe boeken heeft opgenomen: de Alexandrijnse tekstfamilie, uit Alexandrië, daar waar men Gods Woord met Griekse filosofie heeft willen vermengen! Bijvoorbeeld de Codex Vaticanus bevat apocriefe boeken als deel van de Bijbeltekst!


Wie waren de Essenen?

Maar wie waren dan die Essenen? Naar de Essenen wordt vaak verwezen als een Joodse sekte, waar alles draaide om de gemeenschap. Het was een soort kloostergemeenschap. Er waren verschillende groepen Essenen, onder sommige van hen waren het celibaat en ascese belangrijke kenmerken [20]. De Essenen worden in de Bijbel niet genoemd. Interessant wordt het wanneer we in de Engelse wikipedia het volgende over de Essenen geschreven vinden:

“Veel verschillende, maar wel aan elkaar verwante religieuze groepen uit die tijd, deelden gelijke mystieke, eschatologische, messiaanse en ascetische opvattingen. (...) Verder wasten de Essenen zich elke morgen ritueel in water, aten samen na het gebed, wijdden zich geheel aan liefdadigheid, verboden de uitdrukking van boosheid, studeerden de boeken van de oudsten, bewaarden geheimen en gedachten veel de namen van de engelen, die in hun gewijde geschriften bewaard werden” [21].

De Essenen waren Joden die gericht waren op de eindtijd. Echter... welke eindtijd? Zij hadden messiaanse verwachtingen, maar van welke messias? De Heere Jezus heeft niet voor niets gewaarschuwd tegen valse christussen en valse profeten (Matth. 24 : 24). Zo schrijft “Essenia Foundation” het volgende:

“Zij [de Essenen] waren niet gelimiteerd tot één religie, maar bestudeerden ze allen, om daar op die manier de grote wetenschappelijke principes uit te halen. Zij beschouwden elke religie als een ander stadium van een enkele openbaring. Zij hechtten groot belang aan de leringen van de oude Chaldeeën, van Zoroaster, van Hermes Trismegistus, tot de geheime instructies van Mozes en één van de meesters van het begin van hun orde, die technieken heeft doorgegeven die lijken op die van de Boeddhisten, en op de openbaring van Henoch. Zij bezaten een levende wetenschap van al deze openbaringen. Zo wisten zij te communiceren met engelenwezens, en hadden de vraag van de oorsprong van het kwaad op aarde opgelost” [22].

Zo leerden de Essenen onder andere dat “Meester Jezus” een Esseen was. Sommigen zeggen zelfs dat de Essenen leren dat “Meester Jezus” geen Jood was uit de familie van David, maar dat Hij afstamde van Zoroaster [23]. En zo hebben we een esoterische (geheime, occulte), mystieke gemeenschap die zich laat leiden door engelenwezens en die het bestaan van de Bijbelse Messias en Verlosser Jezus Christus loochent! De bibliotheek van deze gemeenschap wordt nu gebruikt om onze Bijbel aan te passen!


Een ander Evangelie...

Paulus zegt, door de Heere geïnspireerd, in Gal. 1 : 8 het volgende: “Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit de hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt”. Het is niet voor niets dat Gods Woord laat zien dat Gods vijand de duivel kan verschijnen als “een engel des lichts”. In 2 Kor. 11 : 14 lezen we: “En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts”.


Gelovigen worden misleid

Maar horen we dan sommige wetenschappers zeggen: “De Dode Zeerollen zijn niet van de Essenen!” Er zijn er weinigen die dit aanhangen, echter, stel dat dit een feit is. Feit is dat de groepering sterk gelieerd is aan de Essenen. Feit is dat ze de apocriefe boeken in hun bibliotheek hadden, en dat ze andere toevoegingen bij de Schrift hadden. Feit is dat engelen een belangrijke plaats innemen in sommige geschriften van de Dode Zeerollen [24], en dat de Dode Zeerollen magische en astrologische teksten bevatten [25], dat ze een amuletformule tegen boze geesten bevatten [26] e.d. De Schriftgeleerden van deze bibliotheek (Essenen of daar nauw aan verwant), hebben ook de Schrift gekopieerd, en hun geschriften worden gebruikt om Gods Woord aan te passen. Zogenaamd zeer betrouwbaar, en dat louter en alleen omdat de handschriften van de Dode Zee ouder zijn dan de andere tot nu toe gevonden handschriften. Waar hebben wij dat eerder gehoord? Bij de Alexandrijnse handschriften! En zo zien we hoe gelovigen vandaag de dag misleid worden, want deze feiten worden nergens opgenomen in Bijbelse encyclopedieën, en worden niet vermeld in een toelichting bij de HSV!


De Dode Zeerollen, Rome en de Nieuwe Wereldorde

Wist u dat de Dode Zeerollen bewaard worden in een museum in Jeruzalem? In de “Shrine of the Book”. Dit museum is een gift van de familie Rockefeller. Eén van de invloedrijkste families op aarde, die zich onder andere via de Amerikaanse “Council on Foreign Relations” en de Vrijmetselarij inzetten voor de Nieuwe Wereldorde [27]! Oftewel: het Koninkrijk van de antichrist. Binnen dit museum wordt onderzoek naar de rollen gedaan door 8 wetenschappers, voorheen onder leiding van Roland de Vaux, een Dominicaans priester en een groot antisemiet, en later onder leiding van Dominicaans priester Benoit! Het team is grotendeels Rooms-katholiek en brengt slechts mondjesmaat gegevens naar buiten [28]. We zien echter wie de rollen en de duizenden kleine stukjes mogen reconstrueren, onder controle van een geldschieter die de Nieuwe Wereldorde promoot. Dát is onder andere de grotere hedendaagse moderne kennis over de grondtekst, waar de Stichting HSV gebruik van maakt! En zo zien we hoe Rome, hoe Alexandrië, hoe de New Age langzaam invloed begint te krijgen op een vertaling die men voor Statenvertaling wil laten doorgaan. De bronnen van de HSV zijn dus bij lange na niet dezelfde dan de Bijbelse bronnen van de Statenvertaling.


"Hoe houdt de goudene op"

Zo geeft de Stichting HSV in de toelichting ook voorbeelden waar men heeft gekozen voor de Dode Zeerollen. In Jes. 14 : 4 staat geschreven: “Dan zult gij deze spreuk opnemen tegen de koning van Babel, en zeggen: Hoe houdt de drijver op? Hoe houdt de goudene op”. In de KJV 1611 staat hier geschreven: “... de gouden stad houdt op”. De kanttekeningen bij de Statenvertaling spreken hier ook over “de goudene” als “de stad Babel” [29]. De HSV heeft hier echter van gemaakt:

“dat u dit spotlied zult aanheffen op de koning van Babel, en u zult zeggen: Hoe houdt de onderdrukker op; opgehouden is de onderdrukking” [30].

In de toelichting vertelt men hoe men tot deze verandering is gekomen:

“De Dode Zeerollen hebben aangetoond dat de woorden ‘[Hoe] houdt de goudene op!’ beter vertaald kunnen worden met ‘opgehouden is de onderdrukking!’. Dit lijkt een groot verschil, maar in het Hebreeuws verschillen de betreffende woorden slechts een pennenstreek van elkaar. De vertalers van de Septuaginta hebben de Hebreeuwse grondtekst overigens ook al op deze manier gelezen” [31].

De Dode Zeerollen, uit de mystieke bron, worden hier gebruikt om de Hebreeuwse tekst te veranderen. En nu is de Septuaginta opeens een bewijs dat men deze tekst zo moet lezen. Echter, laten wij eens naar de context van het gedeelte kijken. In Jesaja 11 : 1 lezen we over de komst van de Messias op aarde: “Want er zal een Rijsje voortkomen uit de afgehouwen tronk van Isaï, en een Scheut uit zijn wortels zal Vrucht voortbrengen”. Dit gaat over de geboorte van de Heere Jezus op aarde. Zoals vaak gebeurt in het Oude Testament, omdat er toen nog geen zicht was op de Gemeente van Jezus Christus, zien we dat de Tweede Komst van de Heere Jezus eigenlijk in één adem genoemd wordt. En vanaf Jes. 11 : 4 zien we dat het gedeelte eigenlijk verder gaat over de Tweede Komst, en het Duizendjarig Vrederijk dat de Heere Jezus zal oprichten. In Jes. 11 : 4b lezen we: “...doch Hij zal de aarde slaan met de roede van Zijn mond, en met de adem van Zijn lippen zal Hij de goddelozen doden”. In Openb. 19 lezen we over die Tweede Komst. In vers 15 lezen we: “En uit Zijn mond ging een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de heidenen slaan zou. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren roede; en Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de toorn en van de gramschap van de almachtige God”. In de rest van het hoofdstuk lezen we hoe de Heere Jezus afrekent met de koningen der aarde en met de antichrist. In Openb. 20 lezen we dan hoe Hij het Duizendjarig Vrederijk opricht. In Jes. 11 : 6 – 10 lezen we over dat Vrederijk: “En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij de geitenbok neerliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee tezamen, en een klein jongske zal ze drijven. De koe en de berin zullen te zamen weiden, hun jongen zullen tezamen neerliggen, en de leeuw zal stro eten, gelijk de os. En een zuigeling zal zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de kuil van de basilisk. Men zal nergens leed doen noch verderven op de ganse berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken. Want het zal geschieden ten dien dage, dat de heidenen naar de Wortel van Isai, Die staan zal tot een banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn”.


In het Koninkrijk zullen de volken optrekken naar Jeruzalem om Koning Jezus te eren (zie ook Zach. 14 : 16). Het zijn die dagen, zegt Gods Woord, dat Israël weer hersteld zal worden, zowel fysiek als geestelijk (Jes. 11 : 11, zie ook Joël 2 : 12, 25, 28). En dan lezen we in Jes. 12 : 1 – 6 een danklied van het volk Israël dat verlost is: “En op die zelfde dag zult gij zeggen: Ik dank U, Heere! Dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij. (...) Juich en zing vrolijk, gij inwoneres van Sion! want de Heilige Israëls is groot in het midden van u” (Jes. 12 : 1, 6).

En dan lezen we in Jes. 13 over de ondergang van Babel (Jes. 13 : 1). En alhoewel er in vers 17 sprake is van de Meden, die destijds Babel als rijk zijn opgevolgd (Dan. 5 : 28 – 6 : 1), zien we dat de context van de profetie verder gaat. Jes. 13 : 6 spreekt over de “Dag des Heeren”. De Dag van het Duizendjarig Vrederijk, die eerst zal beginnen met Gods toorn over de zonde van de mens in de Grote Verdrukking. Jes. 13 : 4 spreekt dan ook over “een groot volk, een stem van gedruis van de koninkrijken van de verzamelde heidenen...”. Maar ook de Heere heeft een leger, zoals Jes. 13 : 4 en 5 laten zien. “...de Heere der heerscharen monstert het krijgsheer. Zij komen uit een ver land, van het einde des hemels; de Heere en de instrumenten van Zijn gramschap, om dat ganse land te verderven”. Dit komt exact overeen met wat we in Openb. 19 beschreven vinden, dat de Heere met Zijn leger terugkomt, om de vijand en zijn leger te verslaan. In Openb. 19 : 11 staat dat de hemel geopend wordt, en dat de Heere Jezus terugkomt. En in vers 14 lezen we: “En de heerlegers in de hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed met wit en rein fijn lijnwaad”. In Openb. 19 : 18 en 19 zien we welk leger verslagen wordt: “Opdat gij eet het vlees der koningen, en het vlees der oversten over duizend, en het vlees der sterken, en het vlees der paarden en dergenen, die daarop zitten; en het vlees van alle vrijen en dienstknechten, en kleinen en groten. En ik zag het beest, en de koningen der aarde, en hun heerlegers vergaderd, om krijg te voeren tegen Hem, Die op het paard zat, en tegen Zijn heerleger” (zie ook Joël 2 : 1 - 11).

En dan lezen we in Jes. 13 : 19: “Alzo zal Babel, het sieraad der koninkrijken, de heerlijkheid, de hovaardigheid der Chaldeeën, zijn zoals God Sodom en Gomorra omgekeerd heeft”. Niet alleen het historische Babel is ten onder gegaan, maar de Bijbel spreekt over nog een Babel, in Openbaring 18, de stad van de Grote Hoer en de stad van de antichrist! Dat Jesaja profetisch over die stad gaat, blijkt uit de vervolgverzen 20 – 22: “Daar zal geen woonplaats zijn in eeuwigheid, en zij zal niet bewoond worden van geslacht tot geslacht. (...) en hun huizen zullen vervuld worden met verschrikkelijke gedierten, en daar zullen de jonge struisen wonen, en de duivelen zullen er huppelen” (Jes. 13 : 20, 21). Het oude Babel is ingenomen door de Meders. De meeste inwoners zijn daaruit weggevoerd, maar toch bleef Babylon een stad tot in de Nieuwtestamentische periode. Tot in 917 na Chr. heeft op die locatie een plaats bestaan. Tussen 1000 en 1980 na Chr. is de plaats inderdaad slechts een ruïne geweest. Echter Sadam Hoessein heeft de stad in de negentiger jaren herbouwd, als een toeristische trekpleister. Met andere woorden: de vervulling van de verzen Jes. 13 : 19 – 20 wachten nog een toekomstige vervulling [32]. En Openbaring schrijft daarover.

Kort voordat de Heere Jezus naar de aarde komt, staat er in Openb. 18 : 1 en 2 geschreven: “En na dezen zag ik een andere engel uit de hemel, hebbende grote macht, en de aarde is verlicht geworden van zijn heerlijkheid. En hij riep krachtig met een grote stem, zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon, en is geworden een woonstede der duivelen, en een bewaarplaats van alle onreine geesten, en een bewaarplaats van alle onrein en hatelijk gevogelte”. In vers 16 lezen we dan nog: “En zeggende: Wee, wee, de grote stad, die bekleed was met fijn lijnwaad, en purper, en scharlaken, en versierd met goud, en met kostbaar gesteente, en met paarlen; want in één uur is zo grote rijkdom verwoest”. Dat is dus de context van Jes. 13! Wanneer we dan in Jes. 14 in de eerste verzen opnieuw over het herstel van Israël lezen, en dat de heidenen haar dienen zullen, en dat zij rust zal hebben, dan weten we dat ook Jes. 14 over dezelfde tijdsperiode gaat. En dan lezen we in Jes. 14 : 4: “Dan zult gij de spreuk opnemen tegen de koning van Babel, en zeggen: Hoe houdt de drijver op? Hoe houdt de goudene [stad] op”. Hier spreekt Jes. 14 : 4 dus over het feit dat Israël Babel en zijn koning, de antichrist, bespot, dat zij ten onder zullen gaan. Hier wordt letterlijk gesproken over de ondergang van Babel! Iets wat in Openbaring bevestigd wordt. Maar juist dat is aan de hand van de mystieke Dode Zeerollen verwijderd uit de vertaling, want het feit dat “de gouden stad ophoudt”, is in de HSV vervangen door “opgehouden is de onderdrukking”. En zo zien we hoe men een mystieke bron, van een gemeenschap die zich liet leiden door engelenwezens, gebruikt om de ondergang van Babel uit de Oudtestamentsche profetie van Jesaja 14 : 4 weg te vertalen. Aan de hand van de Dode Zeerollen wordt afgedaan van Gods Woord! En zo zien we hoe hier de HSV de nieuwe vertalingen volgt! De NBG-’51 zegt hier: “dat gij dit spotlied op de koning van Babel zult aanheffen: Hoe heeft de drijver opgehouden, opgehouden is de verdrukking!” En de NBV heeft hier: “En jullie zullen het volgende spotlied op de koning van Babylonië aanheffen: ‘Het is gedaan met die slavendrijver, gedaan met zijn dwingelandij”.


"Een stad der verstoring"

Een ander voorbeeld dat men bespreekt betreft Jes. 19 : 18, waar staat geschreven: “Te dien dage zullen er vijf steden in Egypteland zijn, sprekende de spraak van Kanaän, en zwerende de Heere der heerscharen; een zal genoemd zijn een stad der verstoring”. De HSV vervangt “een stad der verstoring” door “Stad van de zon”. Overigens, hier vertaalt de HSV gelijk aan de NBV! De Stichting HSV geeft daar in de toelichting bij de HSV het volgende commentaar bij:

“Oude Griekse vertalingen van het Oude Testament hebben de uitdrukking ‘Een stad der verstoring’ vertaald met ‘Stad van de zon’. De Dode Zeerollen ondersteunen deze lezing. De Statenvertalers hebben de lezing van de Masoreten gevolgd, maar ‘een stad der verstoring’ lijkt, gelet op het positieve spreken over Egypte in het tekstverband, niet voor de hand te liggen. Het is veel waarschijnlijker dat de Masoreten gemeend hebben de oorspronkelijke tekst ‘Stad van de zon’ te moeten corrigeren, om uitdrukking te geven aan hun afwijzende houding tegenover de Joodse tempel in Heliopolis (= Stad van de zon). Ook deze correctie betreft slechts een pennenstreek” [33].

En hier zien we hoe men misleidt. Men heeft het over de positieve context, waar over Egypte gesproken wordt. Maar in Jes. 19 : 2 staat geschreven: “Want Ik zal de Egyptenaars tegen de Egyptenaars verwarren, dat zij zullen strijden een ieder tegen zijn broeder, en een ieder tegen zijn naaste, stad tegen stad, koninkrijk tegen koninkrijk”. Wanneer u de volgende verzen leest, dan ziet u dat het hele stuk eigenlijk negatief is. En dan zegt vers 17: “En het land van Juda zal de Egyptenaars tot een schrik zijn: zo wie het vermelden zal, die zal in zichzelf bevreesd wezen vanwege de raad van de Heere der heerscharen, die Hij tegen hem beraadslaagd heeft”. En dan volgt vers 18: “Te dien dage zullen er vijf steden in Egypteland zijn, sprekende de spraak van Kanaän, en zwerende de Heere der heerscharen; een zal genoemd zijn een stad der verstoring”. Hierna wordt beschreven hoe Egypte tot bekering komt, maar ook dit blijkt weer door de verdrukking heen te zijn. De bekering is wel positief, maar de omstandigheden niet. In Jes. 19 : 20 staat geschreven: “En het zal zijn tot een teken, en tot een getuigenis voor de Heere der heerscharen in Egypteland, want zij zullen tot de Heere roepen vanwege de verdrukkers, en Hij zal hun een Heiland en Meester zenden, Die zal hen verlossen”. En dan lezen we nog in vers 22: “En de Heere zal de Egyptenaars dapper slaan, en genezen; en zij zullen zich tot de Heere bekeren, en Hij zal zich door hen verbidden laten, en Hij zal hen genezen”. Er zal een strijd zijn in Egypte, en Juda zal Egypte tot een schrik zijn. “Een stad der verstoring” is in de context geheel op zijn plaats. Door de verstoring komt Egypte tot bekering.

Nu gebruikt men de teksten in Jesaja wel om aan te tonen dat het Evangelie naar Egypte is gekomen en dat mensen tot bekering zijn gekomen [34]. Sommigen verwijzen naar de Joodse gemeenschap. Maar die was daar in ongehoorzaamheid aan Gods Woord. Want God had gezegd dat ze niet terug mochten keren (Jer. 42 : 19 bijv.). Hiermee hangt ook de tempel samen, die onder goedkeuring van een Egytpisch heerser door Joden in Heliopolis gebouwd is. Anderen verwijzen naar het ontstaan van de eerste Christenen daar, waaruit de Coptische kerk is ontstaan [35]. Deze kerk, net als de Rooms-katholieke Kerk, hangt echter van afgoderij aan elkaar. En om nu te zeggen dat Egypte, het moslimland met de Coptische ‘Christenen’ als minderheid, tot bekering is gekomen? Dat gaat wel heel ver. Ook deze tekst heeft betrekking op het Duizendjarig Vrederijk, waar een overblijfsel van de Egyptenaren de Heere zal aannemen!

En zo zien we hoe men door de Schrift te verdraaien tot theorieën komt. Want men verwerpt de Hebreeuwse overgeleverde tekst, men neemt een door een mystieke gemeenschap aangepaste tekst, past daar de Bijbeltekst mee aan, en vervolgens stelt men dat “het is veel waarschijnlijker dat de Masoreten gemeend hebben de oorspronkelijke tekst ‘Stad van de zon’ te moeten corrigeren, om uitdrukking te geven aan hun afwijzende houding tegenover de Joodse tempel in Heliopolis (= Stad van de zon)” [36]. In plaats van de Schrift als een vast gegeven aan te nemen, leeft men zo van waarschijnlijkheden en veronderstellingen.


"...zal Hij het zien"

En dan een laatste voorbeeld. In Jes. 53 : 11 staat geschreven: “Om de arbeid van Zijn ziel zal Hij het zien, en verzadigd worden; door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen”. De HSV heeft deze tekst in principe niet ingrijpend gewijzigd:

“Om de moeitevolle inspanning van Zijn ziel zal Hij het* zien, Hij zal verzadigd worden. Door de kennis van Hem zal de Rechtvaardige, Mijn Knecht, velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen” [37].

Even buiten het feit dat hier “de kennis van Hem” staat, zien we hier een sterretje in de tekst. De bijbehorende voetnoot luidt als volgt:

“het – Volgens een van de Dode Zeerollen en de Septuaginta: het licht” [38].

Een vertaling als de NBV heeft de wijziging regelrecht in de tekst opgenomen. We zien dus hoe de HSV door toedoen van de Dode Zeerollen, op diverse plaatsen de nieuwe vertalingen, met als bron Alexandrië, navolgt! In de toelichting bij de HSV spreekt men in dit geval over “een verrassend licht” [39] dat op de tekst geworpen wordt, en als toelichting geeft men:

“De uitdrukking ‘het licht zien’ kan uitgelegd worden als ‘weer tot leven komen’. Hier wordt de voorzegging van de opstanding van de Messias uit de dood nog duidelijker door. Omdat de tekst die de Statenvertalers volgden niet per sé fout hoeft te zijn, verwoorden de herzieners van de Statenvertaling de lezing van de Dode Zeerollen in een noot” [40].

Echter, Jesaja 53 gaat helemaal niet over de opstanding! Het gaat over het lijden van de Knecht des Heeren (Jes. 53 : 3, 4, 5, 7, 8, etc.). Het enige wat naar de verhoging wijst, en niet eens zo zeer direkt naar de opstanding, in dit gedeelte, is Jes. 53 : 10: “...Hij zal de dagen verlengen; en het welbehagen des Heeren zal door Zijn hand gelukkig voortgaan”. Het gedeelte gaat niet over de opstanding, en vervolgens zien we dat de woordjes “het zien” in de tekst verwijzen naar “zo zal Hij zaad zien” in vers 10. Door het “zaad zien”, wordt Hij verzadigd, en dan wordt in vers 11 uitgelegd wat dat tot gevolg heeft: “...door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen”. Dat is exact wat het Nieuwe Testament vertelt over het werk van de Heere Jezus. In Rom. 3 : 25 lezen we bijvoorbeeld: “Die God voorgesteld heeft tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden, die te voren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods”. Dit gaat over het feit dat het geloof in de Heere Jezus en Zijn Volbrachte Werk leven geeft, omdat op grond daarvan zondige mensen gerechtvaardigd worden. Dát is het Leven wat uit Zijn lijden voortkomt! Door er nu “het licht zien” van te maken, door er dus één woordje aan toe te voegen, heeft men de tekst dusdanig veranderd dat er geen verwijzing meer is naar het voorgaande vers. Het vers zou gaan luiden: “Om de moeitevolle inspanning van Zijn ziel zal Hij het licht zien. Hij zal verzadigd worden”. En dan staat er dus dat de Heere Jezus door Zijn inspanning Zichzelf het leven heeft gegeven, waardoor Hij verzadigd zal worden. Dat is geen “verassend licht” op deze tekst! Dat is eerder een tekort doen aan hetgeen waarvoor de Heere Jezus is gestorven, namelijk om ons het leven te geven!


Wat is de plaats van de Statenvertaling?

Zo zien we hoe men zegt de juiste bronnen te gebruiken, maar ondertussen bij dezelfde bronnen als de nieuwe vertalingen uitkomt. En dat men er daardoor zelf geen zicht meer op heeft, blijkt uit het feit dat men de Statenvertaling in de toelichting aan het vergelijken is met andere vertalingen. Daar waar men praat over “De principes achter de Statenvertaling”, zegt men:

“Qua vertaalprincipe staat deze enigszins tussen die van de Naardense Bijbel en die van de Nieuwe Bijbelvertaling in” [41].

Als men het over de vertaalprincipes heeft, doelt men op begrippen als “brontekstgericht”, “brontaalgericht”, “doeltaalgericht” e.d. Men geeft daarmee aan dat de Statenvertaling een minder letterlijke vertaling is dan de Naardense Bijbel, maar de NBV is weer vrijer vertaald dan de Statenvertaling. Echter de vertaalprincipes van de NBV staan haaks op die van de Statenvertaling, en de Naardense Bijbel is echt niet altijd letterlijker vertaald [42]. Daar komt echter bij dat men hier (tactisch?) niet over de bronnen van de vertalingen spreekt. De bronnen van de NBV en van de Naardense Bijbel liggen beide in Alexandrië. De bronnen van de Statenvertaling liggen in Antiochië. De Statenvertaling staat niet tussen de NBV en de Naardense Bijbel in, maar staat juist tegenover de NBV en de Naardense Bijbel! We zien opnieuw dat de toelichting bij de HSV geen juiste informatie geeft.


Een Heel Subtiele Toelichting

De HSV heeft via de moderne theologie, maar ook door de deur open te zetten voor de Septuaginta en de Dode Zeerollen, duidelijk ook de Alexandrijnse invloed in zich. Het is eigenlijk een mengeling van de twee “lijnen” B(b)ijbels. Men is Gods Woord aan het vermengen met filosofie! De resultaten daarvan hebben we we keer op keer gezien: men doet af van Gods Woord! Men breekt Gods Woord af!

De toelichting bij de HSV is dusdanig geschreven, dat mensen met zachte hand een bepaalde kant op gedwongen worden. Wanneer men het niet verder onderzoekt, dan komt men aan de hand van de toelichting zeer waarschijnlijk tot de conclusie dat de Statenvertaling lange tijd goed was, maar dat het (zeker nu) toch nog veel beter kan. Eigenlijk komt men tot de conclusie dat, wil men vandaag de dag, Gods Woord kunnen lezen, men de HSV nodig heeft. Want:
•    zij volgen getrouwer de grondtekst van de Statenvertaling (wat ze niet doen!),
•    zij vertalen consistenter (wat ze alleen doen als het ze uitkomt!),
•    en er is nu meer kennis over de grondtaal (echter slechts in zeer uitzonderlijke gevallen is er meer kennis over een Hebreeuws woord)
•    en er is nu meer kennis over de grondtekst (die echter grotendeels op mystieke bronnen berust!).


Een voortgaand proces

Men geeft in de toelichting bij de HSV aan dat het een voortgaand proces is! Men schrijft:

“De Nederlandse taal is sterk aan verandering onderhevig. Aan de herziening van de Statenvertaling moet dan ook blijvend gewerkt worden” [43].

En hier zien we wat er gaande is. Wat zullen de Dode Zeerollen ons in de toekomst nog meer brengen? Zij zijn immers betrouwbaar, zegt men, en zoals we gezien hebben, worden ze door de Stichting HSV boven de Masoretische tekst geplaatst. Nog maar een klein deel van deze rollen is openbaar! Men heeft de door de Heere overgeleverde en bewaarde tekst, zoals deze in onze Statenvertaling (en de Engelse King James 1611) bewaard is gebleven, terzijde geschoven, en men staat volledig open voor allerlei correcties. En we hebben gezien waar deze correcties toe leiden: valse theorieën en afbraak van het Woord van God. Onder de noemer van de veranderende taal blijft men Gods Woord veranderen. Het zijn nu, bij de uitgave van 2010, al zeer veel veranderingen. We hebben er veel gezien, maar het is slechts een klein percentage van wat er veranderd is. In de HSV zijn vele teksten aangepast, die men niet toegelicht heeft, en waarvan men niets in een voetnoot heeft staan (bijv.: Richt. 5 : 2; 10, 13; Richt. 6 : 26; Jes. 65 : 11; 1 Kor. 9 : 27, e.a.). Of: men geeft in een voetnoot aan dat het Hebreeuws onzeker is, en toch vertaalt men de tekst anders dan de Statenvertaling (bijv. 1 Sam. 6 : 19; 2 Kon. 11 : 6; Pred. 2 : 8, e.a.). Vervolgens staat in de kanttekeningen van de Statenvertaling niet dat het Hebreeuws onzeker is! Men was toch gericht op het bewaren van de Statenvertaling? Waarom verandert men deze teksten dan? Aan de hand van de toelichting bij de HSV valt nog veel meer te zeggen, maar we zullen het hierbij laten.

 


Tot slot:

 

Is het toeval dat men een brochure schrijft die in feite vol staat met leugens? NEE!

“Doe niet tot Zijn woorden, opdat Hij u niet bestraffe, en gij leugenachtig bevonden wordt”.

Dat zegt Gods Woord. Spreuken 30 : 6.

 

 

[1] ‘Bijbel, in de herziening van de Statenvertaling’, Deeluitgave, Stichting HSV, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen, 2004, blz. VI.
[2] ‘Herziene Statenvertaling’, Stichting HSV, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen, 2010, zie het voorwoord door het bestuur Stichting Herziening Statenvertaling.
[3] ‘de Statenvertaling herzien, korte toelichting’, www.statenvertaling.nu, Stichting Herziene Statenvertaling, blz. 21.
[4] Idem, blz. 23, 25.
[5] ‘One Book Stands Alone, the Key to Believing the Bible’, Dr. Douglas D. Stauffer, McCowen Mills Publishers, Millbrook, AL, USA, 2001, blz. 280.
[6] ‘de Statenvertaling herzien, korte toelichting’, www.statenvertaling.nu, Stichting Herziene Statenvertaling, blz. 21.
[7] Idem, blz. 22.
[8] ‘Verantwoording HSV schiet tekort’, C. Valk, Getrouwevertaling.nl, augustus 2010, bron: http://www.getrouwevertaling.nl/hsv-201006-verantwoording.html.
[9] Dhr. C. Valk van Getrouwevertaling.nl geeft dit feit in een mailwisseling.
[10] ‘Verantwoording HSV schiet tekort’, C. Valk, Getrouwevertaling.nl, augustus 2010, zie onder het kopje ‘Septuaginta’, bron: http://www.getrouwevertaling.nl/hsv-201006-verantwoording.html.
[11] Bekend als de Septuaginta, echter het betreft de vijfde kolom uit de Hexapla, het werk van Origenes.
[12] ‘Monument-taal’, dr. P. de Blois, Reeuwijk, 2006.
[13] ‘Voors en tegens van de Herziene Statenvertaling’, C. Valk, Getrouwevertaling.nl, december 2010, bron: http://www.getrouwevertaling.nl/herzienestatenvertaling-bezwaren.html.
[14] ‘de Statenvertaling herzien, korte toelichting’, www.statenvertaling.nu, Stichting Herziene Statenvertaling, blz. 22.
[15] ‘de Statenvertaling herzien, korte toelichting’, www.statenvertaling.nu, Stichting Herziene Statenvertaling, blz. 21.
[16] Idem, blz. 22.
[17] ‘The Dead Sea Scrolls Fiasco’, Will Kinney, AV1611 Bible Forum Archive, 2008, bron: http://av1611.com/forums/showthread.php?t=283.
[18] ‘Tien eeuwen bijbel in onze taal’, Lesbrief 9/10, Nederlands Bijbelgenootschap, 1984, blz. 7.
[19] ‘Bijbelse Encyclopedie’, Prof. dr. W.H. Gispen e.a., Uitgeversmaatschappij J.H. Kok, Kampen, 1982, blz. 219.
[20] ‘Bijbelse Encyclopedie’, Prof. dr. W.H. Gispen e.a., Uitgeversmaatschappij J.H. Kok, Kampen, 1982, blz. 267, 268.
[21] ‘Wikipedia, the Free Encyclopedia’, zie onder ‘Essenes’, bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Essenes.
[22] ‘Who were the Essenes?’, Essenia Foundation, 1998 – 2010, bron: http://www.essenespirit.com/who.html.
[23] ‘De Esseners’, Antoinette Meesters, Universele Vrede, bron: http://www.universelevrede.nl/De%20Esseners.htm.
[24] Zie bijvoorbeeld: http://apocrief.skynetblogs.be/archive/2008/08/13/3-dode-zeerollen-qum-ran.html.
[25] ‘Wikipedia, de vrije encyclopedie’, zie onder ‘Dode Zeerollen’, bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Dode_Zee-rollen.
[26] ‘Beware the Dead Sea Scrolls’, Texe Marrs, Power of Prophecy, Austin, TX USA, bron: http://www.biblebelievers.com/RealAudio.html.
[27] Idem.
[28] ‘De Dode Zeerollen’, Algemeen Christelijke Informatie, Moria, 2002, bron: http://www.aciweb.nl/verslagen/verslag-4643.html.
[29] ‘Bijbel met kanttekeningen, Job – Maleáchi’, Den Hertog B.V., Houten, 1997, blz. 346.
[30] ‘Herziene Statenvertaling’, Stichting HSV, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen, 2010.
[31] ‘de Statenvertaling herzien, korte toelichting’, www.statenvertaling.nu, Stichting Herziene Statenvertaling, blz. 22.
[32] ‘Ruckman Reference Bible’, dr. Peter S. Ruckman, BB Bookstore, Pensacola, FL, USA, 2009, blz. 930.
[33] ‘de Statenvertaling herzien, korte toelichting’, www.statenvertaling.nu, Stichting Herziene Statenvertaling, blz. 23.
[34] ‘Matthew Henry’s Commentaar op de Bijbel’, Online Bijbel DeLuxe 2001, Importantia Publishing, 2000, zie bij Jes. 19 : 18.
[35] ‘In-Depth Bible Study Notes For Isaiah 19:18-25’, Gail Sanders, 2010, bron: http://www.bukisa.com/articles/402365_in-depth-bible-study-notes-for-isaiah-1918-25.
[36] ‘de Statenvertaling herzien, korte toelichting’, www.statenvertaling.nu, Stichting Herziene Statenvertaling, blz. 23.
[37] ‘Herziene Statenvertaling’, Stichting HSV, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen, 2010.
[38] ‘Herziene Statenvertaling’, Stichting HSV, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen, 2010, blz. 1153.
[39] ‘de Statenvertaling herzien, korte toelichting’, www.statenvertaling.nu, Stichting Herziene Statenvertaling, blz. 23.
[40] Idem.
[41] ‘de Statenvertaling herzien, korte toelichting’, www.statenvertaling.nu, Stichting Herziene Statenvertaling, blz. 12.
[42] ‘Verantwoording HSV schiet tekort’, C. Valk, Getrouwenvertaling.nl, augustus 2010, bron: http://www.getrouwevertaling.nl/hsv-201006-verantwoording.html.
[43] ‘de Statenvertaling herzien, korte toelichting’, www.statenvertaling.nu, Stichting Herziene Statenvertaling, blz. 3.