Hemel en hel 

 

Alzo het recht is bij God (…) te vergelden (…), u, die verdrukt wordt, verkwikking met ons, in de openbaring van de Heere Jezus van de hemel met de engelen Zijner kracht; met vlammend vuur wraak doende over hen, die God niet kennen, en over hen, die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn. Zij zullen tot straf lijden het eeuwig verderf, van het aangezicht des Heeren en van de heerlijkheid Zijner sterkte” (2 Thess. 1 : 6 – 9).



   

Verschil tussen hemel en hel

 

In dit Schriftgedeelte komen we twee dingen tegen, waar we in deze studie bij stil willen staan. Aan de ene kant spreekt het gedeelte over “de verkwikking in de openbaring van de Heere Jezus van de hemel” (vers 7); aan de andere kant spreekt het gedeelte over het “tot straf lijden het eeuwig verderf” (vers 9). Dat is de tegenstelling tussen hemel en hel. Een tegenstelling, die de Bijbel ons heel reëel voor ogen stelt, een tegenstelling ook tussen twee werkelijke plaatsen, die aanwezig zijn.

 

   

De hemel: een echt bestaande plaats

 

Jezus Christus is voor ons een plaats aan het bereiden in het Nieuwe Jeruzalem (Joh. 14; Gal. 4 : 26). Het Jeruzalem dat nu nog boven is, maar in de toekomst zal afdalen naar de aarde (Op. 21 : 10). De hemel, alwaar het Nieuwe Jeruzalem zich nu bevindt, is een hele echte plaats, de Heere geeft in Zijn Woord exact aan waar Hij woont!

  

Allereerst laat de Bijbel zien dat er drie verschillende hemelen zijn. Zie 2 Korinthe 12 : 2: “Ik ken een mens in Christus, voor veertien jaren (of het geschied is in het lichaam, weet ik niet, of buiten het lichaam, weet ik niet, God weet het), dat de zodanige opgetrokken is geweest tot in de derde hemel.” En vers 4 van dat gedeelte noemt de derde hemel het paradijs, oftewel, het is de woonplaats van God. In Job 35 : 5 vinden we vervolgens een beschrijving van de eerste hemel: de wolken. De eerste hemel is dus de atmosfeer, de laag om deze aarde met zuurstof waar wij mensen in leven! De tweede hemel vinden we beschreven in Genesis 1 : 6 – 8: het uitspansel (het heelal), waar de planeten, zon, maan en sterren in zijn.

  

De woonplaats van God, de derde hemel is boven, is in het Noorden. “Zo ik opvoer ten hemel, Gij zijt daar…” (Psalm 139 : 8a; zie ook Psalm 48 : 3).

  

Ook in Job 26 : 5 – 13 vinden we een aantal opmerkingen die de Heere maakt over Zijn verblijfplaats, over Zijn troon. In vers 5 en 6 staat het volgende: “De doden zullen geboren worden van onder de wateren, en hun inwoners. De hel is naakt voor Hem, en geen bedekking is er voor het verderf.” ‘De dingen die onder de wateren zijn’ worden in verband gebracht met de hel. In vers 7 van deze passage staat: “Hij breidt het noorden uit over het woeste; Hij hangt de aarde aan een niet.” Dit ‘woeste’ noemt de King James, de Engelse Statenvertaling ‘de lege plaats’. Dus wat we nu hebben is een waterlaag, een lege of woeste plaats waarin de aarde hangt, en daarboven het noorden. Dan zegt vers 9 dat de Heere het vlakke van Zijn Troon vasthoudt, of zoals de ‘Engelse Statenvertaling’ het zegt: “Hij houdt het gezicht van Zijn Troon weg”, wat simpelweg inhoudt dat wij mensen Zijn Troon niet kunnen zien! En dat gebeurt opnieuw door een waterlaag, die in het vers ervoor beschreven wordt. Vers 8 zegt namelijk: “Hij bindt de wateren in zijn wolken, nochtans scheurt de wolk daaronder niet.” Dit is dus een gebonden waterlaag, die ook een vaste plaats heeft gekregen. Vers 10 zegt namelijk: “Hij heeft een gezet perk over het vlakke der wateren rondom afgetekend.”

  

Uit Job 37 : 9, 10 en 18  blijkt dan dat de hemel een vast ‘iets’ is, en gelijk is aan een spiegel, aan bevroren kristal. In de tekst gaat het om wateren. Meervoud! Ook de wateren over de afgrond zijn bevroren!

   

 

In deze context klopt ook de Scheppingsgeschiedenis. Genesis 1 : 6 – 8a zegt: “En God zeide daar zij een uitspansel in het midden der wateren; en dat make scheiding tussen wateren en wateren! En God maakte dat uitspansel, en maakte scheiding tussen de wateren, die onder het uitspansel zijn, en tussen de wateren, die boven het uitspansel zijn. En het was alzo. En God noemde het uitspansel hemel…” De indeling uit Job wordt dus bevestigd in het eerste boek van de Bijbel, Genesis. Nu begrijpen we wat het betekent, wanneer Johannes opgenomen wordt in Openbaring 4 : 6. Wat ziet hij? “En voor de troon was een glazen zee, kristal gelijk.” Op een dag zullen wij als wedergeboren gelovigen opgenomen worden, we gaan dan onze ruimtereis maken, en we zullen door het water gaan naar God in de hemel.

 

   

De hemel: een plaats van rust en troost

 

De Bijbel laat dus zien dat de hemel een echte plaats is, van waaruit straks het Nieuwe Jeruzalem, met ons als Gemeente zal neerdalen! De Bijbel leert dat de hemel een plaats is van rust. Wanneer de martelaren uit de Grote Verdrukking in de hemel zijn, voor Gods Troon, lezen we in Openbaring 7 : 17: “Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden, en zal hun een Leidsman zijn tot levende fonteinen der wateren; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen.” Wanneer in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde God met de mensen zal zijn, wanneer onder andere dat Hemelse Nieuwe Jeruzalem uit de hemel zal neerdalen (Openb. 21 : 2, 10), lezen we met Openbaring 21 : 4: “En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn; noch rouw; noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan.” De hemel is een plaats van blijdschap. Lukas 15 : 7 zegt dat er blijdschap in de hemel zal zijn als er één zondaar is, die zich bekeert. De hemel is een plaats van eeuwig leven (Joh. 10 : 28, 29). De hemel is een plaats van aanbidding; leest u Openbaring 4 en 5 maar eens, hoe de vier dieren en de vierentwintig ouderlingen de Heere aanbidden. In de hemel zullen de gelovigen uit deze Gemeente-bedeling zijn als Jezus Christus, gelijk aan Zijn heerlijk lichaam (1 Joh. 3 : 2; Filip. 3 : 21; Rom. 8 : 29). In de hemel zijn vele woningen (Joh. 14 : 2 – 3).

  

Wat een zegeningen kunnen we in het Woord van God ontdekken, wanneer we praten over de hemel. Echter het is niet vanzelfsprekend dat een mens in de hemel komt. De Bijbel laat heel duidelijk een waarschuwing horen: er is ook een hel!

 

   

De hel: een plaats van verschrikking en pijn

 

Ook de hel is een reële, werkelijke plaats. Matthéüs 25 : 41 laat zien dat ook de hel geschapen is: “Dan zal Hij zeggen ook tot hen, die ter linkerhand zijn; Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, dat de duivel en zijn engelen bereid is.” We lezen hier over het oordeel van de volken, we lezen hier dat mensen in het vuur geworpen worden, maar dat dit oorspronkelijk in de eerste plaats bereid is voor de duivel en zijn engelen.

 

Wat weten we van de hel? Het is een verschrikkelijke plaats! De hel is een plaats van eeuwige pijn (Matth. 25 : 46, Lukas 16 : 23). De hel wordt niet verzadigd, staat er in Spreuken 27 : 20. De hel is een plaats van vuur, waar wening (gehuil) en tandengeknars zal zijn (Matth. 13 : 42). Markus 9 : 47b – 48 zeggen: “…in het helse vuur geworpen te worden; waar hun worm niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt.” Openbaring 20 : 14 laat zien dat “de dood en de hel werden geworpen in de poel des vuurs; dit is de tweede dood.” Waarvan vers 10b zegt: “en zij zullen gepijnigd worden dag en nacht in alle eeuwigheid.” De hel, zoals die nu is, zal uiteindelijk dus in de poel des vuurs geworpen worden. De poel des vuurs zou dus ook een ‘uiteindelijke hel’ genoemd kunnen worden!

 

   

De hel: een echt bestaande plaats

 

Waar is de hel? Wanneer we verschillende passages in Gods Woord gaan bekijken, dan wordt er altijd gesproken over het feit dat de hel beneden is. Spreuken 15 : 24 zegt: “De weg des levens is voor de verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden.” Tegen de duivel wordt in Jesaja 14 : 15 gezegd: “Ja, in de hel zult gij neergestoten worden, aan de zijden van de kuil.” Numeri 16 : 30 zegt bijvoorbeeld: “Maar indien de Heere wat nieuws zal scheppen, en het aardrijk zijn mond zal opendoen, en verslinden hen met alles wat het hunne is, en zij levend ter helle zullen neervaren, alsdan zult gij bekennen, dat deze mannen de Heere getergd hebben.” Niet opvaren, maar neervaren, beneden, zegt Gods Woord. De hel is beneden. Zo zijn er nog wel meerdere teksten in Gods Woord te vinden die dit laten zien (Deut. 32 : 22, Amos 9 : 2). In de laatste tekst zagen we echter dat de mensen ter helle zouden neervaren, nadat het aardrijk zijn mond zou hebben opengedaan. De hel bevindt zich (nu) dus in de aarde!

  

Dan gaan we begrijpen dat we in Openbaring het beest uit de aarde zien opkomen (Openb. 13). In Jesaja lazen we daarnet van de satan die neergestoten was in de hel, aan de zijden van de kuil. Dan gaan we begrijpen dat we in Openbaring 9 : 1 – 3, wanneer we lezen over de afgrond, te maken hebben met een afgrond in de aarde! De ster viel op de aarde en opende de afgrond, staat er in vers 1 en 2a. We lezen dat er rook uitkomt, “als rook van een grote oven”. We lezen dat de wezens (‘sprinkhanen’) een koning over zich hebben (Openb. 9 : 11), en die koning is “de engel van de afgrond”. De King James 1611 spreekt over de “bodemloze put”. Is dit in tegenspraak met onze Statenvertaling? Nee! Wanneer we de toelichting in de kanttekeningen bij de Statenvertaling opzoeken, met betrekking tot de afgrond, dan leggen de Statenvertalers hetzelfde uit: “D.i. een diepte zonder grond” (bij Luk. 8 : 31). Hoe kan die afgrond, die bodemloze put zich in de aarde bevinden? De aarde is toch rond, en niet zonder bodem? Het geheim zit in Jesaja 14 : 15: “Ja, in de hel zult gij neergestoten worden, aan de zijden van de kuil.” De kuil, de afgrond heeft geen bodem, maar wel zijden. Wanneer we nu naar het hart, naar de kern van de aarde gaan kijken, dan zien we dat deze inderdaad alleen maar zijden heeft. De afbeelding hiernaast laat een plaatje uit een atlas zien (‘Winkler Prins Gezinsatlas’, Elsevier, Amsterdam – Brussel, 1974, blz 31). Zulke plaatjes kunt u in alle boeken over geologie terugvinden. Wanneer we aan één zijde van de kern beginnen en naar binnen toe gaan, door het midden heen gaan, komen we vanzelf weer aan een andere zijde uit. Zo kunt u op willekeurige plaatsen beginnen, en u komt alleen maar aan zijden uit. Deze put, deze afgrond heeft geen bodem! Ziet u hoe nauwkeurig onze Bijbel is! De hel bevindt zich in het hart van de aarde, en is een vurige oven, en is een bodemloze put met zijden!

 

   

Het hart der aarde

 

Er is nog iets met betrekking tot de ‘hel’. Laten we Lukas 16 : 19 – 31 lezen. Heel duidelijk blijkt uit dit gedeelte dat er eigenlijk twee afdelingen zijn. De ene afdeling heet ‘HEL’, de andere ‘ABRAHAMS SCHOOT’. Deze passage speelt vóór het lijden en sterven van de Heere Jezus, en is dus eigenlijk in de Oudtestamentische situatie. In het Oude Testament is er maar één woord voor ‘hel’: het Hebreeuwse Sheol. De ene keer wordt dit vertaald met graf, de andere keer met hel. We zien echter dat zowel Oudtestamentische heiligen als ongelovigen naar het Sheol gaan! (Jakob in Gen. 42 : 38 en 44 : 31; mensen die de Heere getergd hebben in Num. 16 : 30, 33; Job in Job 17 : 13 en goddelozen in Job 21 : 7 – 13). Hoe kan dat? De verklaring vinden we in Lukas 16 : 19 – 31! Het Sheol, het hart van de aarde (Spr. 30 : 16), bestaat uit twee delen. Aan de ene kant de hel, waar pijniging is, door een kloof gescheiden van Abrahams schoot, waar rust is (was).

 

   

Jezus Christus daalde af in het hart der aarde

 

Wanneer we dan naar het lijden, sterven en de opstanding van Jezus Christus gaan kijken, gaan we de reis begrijpen die de Heere Jezus gemaakt heeft! In Matthéüs 12 : 40 staat: “Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten was in de buik van de walvis, alzo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde.” Nu zult u zeggen: “Ja, de Heere Jezus is in het graf geweest!” Maar een graf is niet in het hart der aarde! Laten we daarom naar Handelingen 2 : 27 gaan, waar staat: “Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten, noch zult Uw Heilige overgeven, om verderving te zien.” In vers 31 staat vervolgens: “Zo heeft hij [David, zie vers 29], dit voorziende, gesproken van de opstanding van Christus, dat Zijn ziel niet is verlaten in de hel, noch Zijn vlees verderving heeft gezien.” Met andere woorden: terwijl de Heere Jezus aan het kruis riep: “Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest” (Luk. 23 : 46), terwijl Zijn lichaam in het graf werd gelegd (Luk. 23 : 49 – 56), is Zijn ziel afgedaald ter helle! Jezus Christus is in het hart van de aarde, in de hel en in Abrahams schoot, geweest!

  

Maar waarom ging Jezus Christus naar de hel? Jezus Christus Zelf was zonder zonden, maar Hij is voor ons door de Vader tot zonde gemaakt (2 Kor. 5 : 21). Dat ging zelfs zover dat Jezus Christus voor ons aan het kruishout van Golgotha tot een vloek werd (Gal. 3 : 13). Jezus Christus droeg onze zonden in Zijn lichaam (1 Petr. 2 : 24)! Maar over het moment dat Hij terugkomt, lezen we met Hebreeën 9 : 28: “Alzo ook Christus, eenmaal geofferd zijnde, om veler zonden weg te nemen, zal ten andere male zonder zonde gezien worden door hen, die Hem verwachten tot zaligheid.” Met andere woorden: Jezus Christus heeft de zonden van ons van Zich afgelegd. Heeft Hij onze zonden aan de voeten van de Vader in de hemel gebracht? Nee! In Openbaring 21 : 27 lezen we bijvoorbeeld: “En in haar [het Nieuwe Jeruzalem] zal niet inkomen iets, dat verontreinigt, en gruwelijkheid doet, en leugen spreekt, maar die geschreven zijn in het boek des levens des Lams.” Bij God kan ongerechtigheid niet bestaan. Er is niet voor niets in Handelingen opgenomen dat Jezus Christus in de hel is geweest. Jezus Christus heeft onze zonden gebracht naar de plaats waar zij behoren! Hijzelf, Zijn ziel, is in de hel niet verlaten, Zijn lichaam heeft geen verderving (ontbinding in het graf) gezien! Jezus Christus is opgestaan uit de dood! Hij heeft onze zonden weggedragen!

  

Jezus Christus is niet alleen in de hel geweest, Hij is tevens in Abrahams schoot geweest. In Éfeze 4 : 8 – 10 lezen we het volgende: “Daarom zegt Hij: Als Hij opgevaren is in de hoogte, heeft Hij de gevangenis gevangen genomen, en heeft de mensen gaven gegeven. Nu dit: Hij is opgevaren; wat is het, dan dat Hij ook eerst is neergedaald in de nederste delen der aarde? Die neergedaald is, is Dezelfde ook, Die opgevaren is ver boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou.” Jezus Christus heeft de gevangenis gevangen genomen. Tegen de moordenaar aan het kruis zei Hij: “Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn” (Luk. 23 : 43). In Éfeze 4 : 8 lezen we dan dat Hij de gevangenis gevangen heeft genomen, in Matth. 27 : 52, 53 lezen we over de Opstanding van Oudtestamentische heiligen. Met andere woorden: Jezus Christus is neergedaald in de aarde, Hij is in de hel geweest, maar heeft tevens het gedeelte dat Abrahams schoot of Paradijs heet, meegenomen naar de Vader. Abrahams schoot is nu dus leeg! Vandaar dat wij ook spreken, met Paulus, van het gaan naar de Vader, wanneer wij sterven. Van de hel staat iets dergelijks niet geschreven. De hel is nog steeds in het hart van de aarde aanwezig, en wacht op het moment van de tweede opstanding. De mensen, die dan opstaan, zullen geworpen worden in de poel des vuurs, evenals de dood en de hel zelf!

 

   

Mensen naar de hemel of naar de hel?

 

Jezus Christus heeft onze zonden weggedragen. Hij is in de hel geweest, maar is weer opgestaan. Maar hoe zit dat met ons mensen? Datgene wat de Bijbel de eerste opstanding noemt, bestaat uit drie delen (eerstelingen (Matth. 27 : 52) – oogst (Opname van de Gemeente, 1 Thess. 4 : 16 – 17) – late oogst (Opname van de gelovigen van de Grote Verdrukking, Matth. 24 : 30 – 31)). Allen, die deel hebben aan de eerste opstanding, hebben geen deel aan de tweede dood (Openb. 20 : 6). Voor de Gemeente van Christus geldt, dat allen die in Hem gestorven zijn, bij de Opname van de Gemeente zullen opstaan en tezamen met de gelovigen, die levend overgebleven zijn, opgenomen zullen worden, om altijd met de Heere te zijn (1 Thess. 4 : 16 – 17). Vervolgens houdt dat in, dat een ieder die niet in Christus gestorven is, tijdens deze Gemeente-bedeling, deel heeft aan de tweede opstanding. Deze mensen staan niet in het boek des levens, en wachten in de hel op de tweede opstanding, om geworpen te worden in de poel des vuurs (Openb. 20 : 15), na het oordeel van de Grote Witte Troon. Over dezen heeft de tweede dood dus wel macht!

  

De mens zegt van nature: “Het is onjuist om mensen op grond van één zonde te veroordelen tot de eeuwige straf.” Helemaal begrijpen zullen we het nooit, maar de Bijbel is wel heel duidelijk. God is een Rechtvaardig God, en kan de zonde niet dulden. Echter God heeft nooit één mens naar de hel verwezen voor moord. Mozes vermoordde een man. God veroordeelde nooit een mens naar de hel voor overspel. David pleegde overspel. God heeft nooit een mens naar de hel gestuurd voor het verloochenen van Christus onder druk. Petrus verloochende Christus onder druk. Mensen die naar de hel gaan hebben hoogverraad gepleegd. God weet dat de mens onrechtvaardig is, daarom biedt God de mens de rechtvaardigheid van Zijn Zoon aan. Nogmaals de tekst 2 Korinthe 5 : 21: “Want Hem, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem.” Daarom is het zo belangrijk Jezus Christus als uw Verlosser aan te nemen, dan draagt u Zijn gerechtigheid. Dan bent u behouden voor tijd en eeuwigheid! Wanneer u Jezus Christus niet aanneemt, dan verwerpt u Hem en Zijn gerechtigheid. Dan bent u voor God reeds veroordeeld, en is uw toekomst in de hel, wat eindigt in de poel des vuurs! Romeinen 6 : 23 zegt het zo mooi: “Want de bezoldiging [= het loon] van de zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onze Heere”. God wil niet dat mensen verloren gaan (2 Petr. 3 : 9), maar dan zult u wel Zijn genadegift aan moeten nemen!

 

   

De hel wordt in de nieuwe vertalingen grotendeels geschrapt

 

Wanneer het gaat om oordeel, om hel, dan is de mens enigszins allergisch. Hel is een hard woord. Dat zegt de mens niet graag. Het woord hel komt in de betrouwbare Reformatie-Bijbels (Statenvertaling) in het Nieuwe Testament 19 keer voor. In de nieuwe vertalingen aanzienlijk minder. De NBG-’51 komt in het Nieuwe Testament slechts tot 8 keer. Op de overige plaatsen is het woord ‘hel’ vervangen door ‘dodenrijk’. ‘Dodenrijk’ is een wat algemenere term en komt minder hard over, maar is het ook juist? Het woord ‘dodenrijk’ wordt ook wel gebruikt omdat uit het Oude Testament blijkt dat ook de heiligen in het Sheol komen. Omdat Handelingen 2 : 27 en 31 een citaat is van Psalm 16 : 10, komt men in de zogenaamde ‘Christelijke’ wetenschap tot de conclusie dat het Griekse woord dat daar gebruikt wordt beter met ‘GRAF’ of ‘DODENRIJK’ vertaald kan worden. Vandaar onze nieuwe vertalingen. Het Griekse Woord in Handelingen 2 : 27 en 31 is ‘HADES’. Ditzelfde woord komt ook voor in Lukas 16 : 23. En in dat gedeelte is bij Hades duidelijk sprake van pijn en vuur! Terwijl we zien dat de arme Lázarus in Abrahams schoot in de rust is (Luk. 16 : 25). Met andere woorden HADES is GEEN DODENRIJK, waar eventueel ook rust is, nee HADES IS HEL! Het gedeelte waar rust is (was), heet ABRAHAMS SCHOOT of PARADIJS! Ziet u dat de Bijbel Zelf de indeling geeft. Wij moeten Gods Woord niet veranderen. Het woord dodenrijk in het Nieuwe Testament is dan ook een filosofische aanpassing van de nieuwe vertalingen waar wij niets mee te maken moeten hebben (Kol. 2 : 8). Het SHEOL, kan dat puur en alleen gelijk zijn aan een GRAF, zoals wij dat kennen? We hebben al gezien dat zowel Oudtestamentische gelovigen als niet-gelovigen daar naartoe gingen na hun dood. Verder lezen we onder andere dat het Sheol een plaats van angsten is, benauwdheid en droefenis (Psalm 116 : 3). Spreuken 30 : 16 laat zien dat het graf (SHEOL!), de aarde, niet van water verzadigd wordt, en dat het vuur niet zegt: Het is genoeg! Met andere woorden het graf in het Oude Testament is gelijk aan SHEOL, is gelijk aan hel. Maar het Nieuwe Testament openbaart in de Evangeliën dat er tevens sprake is van Abrahams schoot voor de Oudtestamentische heiligen! Het aanpassen van de nieuwe vertalingen, door hel in het Nieuwe Testament op vele plaatsen te vervangen door dodenrijk, is Bijbels onjuist! We zien dat de nieuwe vertalingen ons niet dichter bij de Heere en Zijn Woord brengen, maar juist verder van Hem en Zijn Woord af!

  

Laten wij ook in dit geval proberen Gods Woord te bewaren! Dat we Hem blijven verwachten in de lucht bij de Opname der Gemeente. Wanneer u uw leven aan Hem hebt gegeven, zult u bij die Opname zijn! Dan heeft de tweede dood, de poel des vuurs, over u geen macht!