De Septuaginta is een mythe!

De Septuaginta (LXX) heeft helemaal nooit bestaan...



Inleiding

 

Wat is de LXX, oftewel: wat is de Septuaginta? Het standaard antwoord dat u te horen krijgt is: “De Griekse vertaling van het Oude Testament, zoals deze in de vroeg-christelijke kerk in gebruik was…” Of: “De Griekse vertaling van het Oude Testament die de apostelen gebruikten…” Of, en dan krijgt u meer uitleg over wat men zegt dat de Septuaginta is: “Een Griekse vertaling van het Oude Testament, die omstreeks 250 vóór Christus in Alexandrië gemaakt is door 72 Joden.” De naam Septuaginta heeft men ontleend aan een oud document dat ‘de brief van Aristeas’ heet. Daar staat het verhaal in dat 72 geleerden uit Israël in Alexandrië het Oude Testament in het Grieks vertaald zouden hebben. Deze vertaling zou worden gedaan door 6 geleerden uit elke stam van Israël. Het is in ieder geval bekend geworden onder de naam ‘Septuaginta’, of: ‘(vertaling van de) zeventig’. Het wordt wel weergegeven door het Romeinse getal LXX, wat de waarde 70 heeft.

   

De ‘brief van Aristeas’

 

Deze zo genoemde ‘brief van Aristeas’  is één van de weinige bewijzen voor het bestaan van de Septuaginta. Maar wat is de ‘brief van Aristeas’ [1]? Het is een filosofisch document, met vragen en antwoorden over van alles, behalve over de Bijbel, de Bijbelse waarheid, Bijbelse leer of over Bijvelvertalen. Het enige wat dan enigszins naar de Bijbel verwijst, is het feit dat er in staat, dat men een Griekse vertaling van het Oude Testament wil. In Kolossensen 2 : 8 zien we dat de Bijbel ernstig waarschuwt tegen filosofie. Laat dit voor ons een ernstige waarschuwing zijn tegen de ‘brief van Aristeas’. Buiten de ‘brief van Aristeas’ om, is er slechts één melding van een Griekse vertaling. Dit betreft echter alleen de eerste vijf boeken van Mozes (de Pentateuch). Het is Eusebius die Aristobelus citeert. Philo haalt de genoemde vertaling aan, en noemt de vertalers geïnspireerd (Philo is een Joodse filosoof, die zich, tegen Gods Woord in, in Alexandrië bevond, (zie ook verderop op deze pagina), en juist hij noemt de vertalers geïnspireerd!!!). Wanneer de vertaling alleen de eerste vijf boeken van Mozes betreft, dan gaat de gehele geschiedenis van de Septuaginta (Griekse vertaling van het HELE Oude Testament) ten onder. Het zou dan immers onmogelijk zijn voor Jezus en de apostelen uit bijvoorbeeld Jesaja, Hosea, en de Psalmen te citeren (Matth. 1 : 23, Mark. 1 : 2 Rom. 9 : 25, Hand. 1 : 20, Hebr. 1 : 8). Tevens is er in de Joodse (!) geschiedenis geen enkele bron dat een dergelijk werk als de Septuaginta in overweging neemt of zegt dat het in uitvoering is genomen.

   

Zijn er bewijzen voor het bestaan van een Septuaginta?

 

Wat is het bewijs van de Septuaginta? De encyclopedie Winkler Prins stelt: “De Septuaginta is bewaard gebleven in 1550 handschriften, waaronder vele kleine fragmenten. De voornaamste codices zijn de Sinaïticus, Vaticanus en Alexandrinus” [2]. De Bijbelse Encyclopedie van Uitgeverij Kok zegt: “De oudste vrijwel volledige handschriften van de Septuaginta zijn de codex Vaticanus en Sinaïticus, uit de 4e eeuw, en de codex Alexandrinus en Ephraemi Syri rescriptus (5e eeuw). (…) Van het Griekse Oude Testament uit de voorchristelijke tijd is niet meer overgebleven dan de papyri Fuad 266 en John Rylands Greek 458, die beide een aantal regels uit Deuteronomium bevatten” [3]. Ook verwijst men vaak naar de vijfde kolom in de Hexapla van Origenes. Deze Hexapla is echter tussen 230 en 245 na Chr. tot stand gekomen. Dat is toch altijd nog zo een 450 jaar na de veronderstelde ontstaansdatum van de Septuaginta, en een 100 jaar na de voleindiging van het Nieuwe Testament. Deze vijfde kolom, vaak naar verwezen als zijnde de LXX, bevat tevens de  dubieuze geschriften ‘Bel en de Draak’, ‘Judit’, ‘Tobit’, en andere apocriefe boeken, die door Rome als gezaghebbend worden gezien.


Uit voorgaande alinea blijkt dat de meeste bewijzen van een eventuele Septuaginta stammen uit de 4e en 5e eeuw na Christus. Dat is heel wat anders dan de ontstaansdatum van 250 voor Chr. Er zijn namelijk geen enkele vondsten gedaan die bewijzen dat er in 250 voor Chr. een Septuaginta bestaan heeft. Maar…, zegt men dan, wat wij in de Vaticanus en Sinaïticus bewaard hebben gekregen, is een kopie van de Septuaginta die niet langer bestaat. Maar indien dit zo is, dan geldt dit ook voor de zogenaamde late handschriften die Erasmus gebruikte voor zijn Textus Receptus, die ten grondslag ligt aan de King James 1611 en de Statenvertaling. Ook deze komen van de originele Griekse handschriften, die niet langer bestaan, maar bewaard zijn gebleven in de Textus Receptus. De meeste ‘Christelijke’ wetenschappers zijn het ermee eens dat de Vaticanus handschriften een tekst vertegenwoordigen die 500 jaar ouder is, dan dat Vaticanus zelf geschreven is, maar zij zijn het er niet mee eens dat de Receptus handschriften (die overigens teruggaan tot de 3e eeuw) een tekst vertegenwoordigen die 200 jaar ouder is. Want 200 jaar eerder in de geschiedenis brengt ons tot de tijd van de apostelen zelf. Wanneer de ‘Christelijke’ wetenschap dit argument gebruikt tégen de Textus Receptus, laten zij dit dan niet gebruiken vóór de Septuaginta. Feit blijft dat er geen enkel bewijs is dat er 250 jaar voor Christus een Griekse vertaling van het hele Oude Testament heeft bestaan. Hetgeen het dichtst bij een Grieks ‘Oude Testament’ komt is John Rylands 458 dat enkele delen van Deut. 23 – 28 bevat (en daarnaast Papyrus 266, dat enkele delen van 458 herhaalt). Maar dit handschrift wordt gedateerd op 150 voor Chr. En dat is altijd nog zo een honderd jaar na de veronderstelde ontstaansdatum van de Septuaginta. Daar komt bij dat uit dit gedeelte nooit door de Heere Jezus en de apostelen geciteerd is! Wat de wetenschappers verder als Septuaginta-handschriften aanvoeren, zijn 24 stukjes handschrift, die 200 jaar NA de dood van Christus geschreven zijn. Deze handschriften zijn als volgt (in het Engels overgenomen, A.D. = na Chr.):

  1. Pieces on Genesis, 200 – 400 A.D. (Berlin Genesis [1], Amherst [2], British Museum [3], and Oxyrhyncus [4]).
  2. A Bodleian papyrus leaf [5] containing part of Song of Solomon, written between 600 – 750 A.D.
  3. An Amherst papyrus [6] containing part of Job 1 and 2, written between 600 – 700 A.D.
  4. An Amherst papyrus [7] containing parts of Psalm 5, written between 400 – 550 A.D.
  5. Fragmenta Londinensia [8], in British Museum, containing parts of Psalm 10, 18, 20 – 34, written between 600 – 750 A.D.
  6. British Museum “230” [9], containing Psalm 12 : 7 – 15 : 4, written between 220 – 300 A.D.
  7. A Berlin papyrus [10], containing Psalm 40 : 26 – 41 : 4, written between 250 – 400 A.D.
  8. Oxyrhyncus papyrus “845” [11] containing parts of Psalm 68, 70, written between 300 - 500 A.D.
  9. Amherst papyrus [12] has part of Psalm 108, 118, 135, 138, 139 and 140, written between 600 – 700 A.D.
  10. Leipzig papyrus [13] which has part of the Psalms, written around 800 A.D.
  11. Heidelberg Codex [14] containg Zechariah 4 : 6 – Malachi 4 : 5, written around 600 – 700 A.D.
  12. Oxyrhyncus “846” [15], contains part of Amos 2, and was written between 500 – 600 A.D.
  13. A Rainer papyrus [16], containing Isaiah 38, in part; written between 200 – 300 A.D.
  14. A Bodleian papyrus [17], containing part of Ezekiel 5 – 6, written between 200 – 300 A.D.
  15. The Rylands papyri: a) Deut. 2, 3 [18], written between 1300 – 1400 A.D. b) Job 1, 5, 6 [19], written between 550 – 700 A.D. c) Psalm 90 [20], written between 400 – 600 A.D.
  16. The Oxyrhyncus volumes have part of: a) Exodus 21, 22, 40 [21, 22], written between 200 – 300 A.D. b) Genesis 16 [23], written between 200 – 300 A.D. c) Genesis 31 [24], written between 300 – 400 A.D.

U ziet dat datgene wat de wetenschappers Septuaginta-handschriften noemen, een verzameling handschriften is dat 200 tot 800 jaar te oud is om ook maar iets te maken te hebben met iets wat op een Septuaginta (vertaling van het hele Oude Testament in het Grieks in 250 voor Chr.) lijkt. De mensen die geloven dat er een Septuaginta was voor de tijd van Christus, leven in een droomwereld. Het Oude Testament was gegeven aan de Hebreeën in de Hebreeuwse taal (Rom. 3 : 1 – 4). De “LXX” was heel duidelijk een poging van mensen, waarna verwezen wordt in Rom. 11 : 20 en 25 en Jer. 33 : 24, om de ingegeven ‘profetieën van God’ door veronderstellingen van de Griekse filosofie te vervangen. Wanneer er tegenwoordig dan ook maar een fragment van het Griekse Oude Testament gevonden wordt, wordt daar door de (‘Christelijke’) wetenschap meteen de naam Septuaginta aan gegeven, ook al is de oorsprong van het fragment ver na de geboorte van Christus. Met andere woorden, er is geen bewijs, maar men gaat er gewoon vanuit dat er een Griekse vertaling van 70 Joden is geweest voor de tijd van Christus (LXX is 70 en niet 72). Andere papyrus fragmenten die de ‘Christelijjke’ wetenschappers onmiddellijk als Septuaginta bestempelden zijn:

  1. Portions of Numbers and Deuteronomy, written in 150 A.D.
  2. Portions of Isaiah, written in 230 A.D.
  3. Portions of Genesis 8,24,25, 30-47, written 350 A.D.
  4. Portions of Genesis 9 : 1 - 44 : 22, written 350 A.D.
  5. Papyrus 911, containing Genesis 1 – 35, written around 390 A.D.

Wat bewijst deze verzameling van ‘Chester Beaty papyri’ [4] (zie de voetnoot ook voor de ‘nieuwe’ vondsten van de Dode-Zeerollen)? Niets anders dan dat iemand, lang nadat het Nieuwe Testament reeds afgerond en compleet was, heeft geprobeerd het Hebreeuwse Oude Testament in het Grieks te vertalen. Men had hierbij dus heel gewoon het Griekse Nieuwe Testament op de werktafel liggen, en heeft dit Nieuwe Testament regelrecht het Oude Testament ingekopieerd! ‘De Septuaginta’ (de Hexapla) is een poging om de Massoretische tekst, de Hebreeuwse tekst die ten grondslag ligt aan het Oude Testament van de King James 1611 en onze Statenvertaling, te vervalsen.

   

Voorbeelden van ingekopieerde teksten van het Nieuwe in het Oude Testament


Weet u hoe men (de zogenaamde ‘Christelijke’ wetenschap) denkt? Laten we een paar voorbeelden bekijken. Om goed te kunnen vergelijken hebben we zowel de Statenvertaling en de King James 1611 opgenomen, als de Engelse vertaling van de Septuaginta.

 

In Spreuken 11 : 31 staat:

  • 31 (Statenvertaling (SVV)) Ziet, de rechtvaardige wordt vergolden op de aarde, hoeveel te meer de goddeloze en zondaar!
  • 31 (King James 1611 (AV)) Behold, the righteous shall be recompensed in the earth: much more the wicked and the sinner.
  • 31 (Engelse vertaling van de Septuaginta (LXXE)) If the righteous scarcely be saved, where shall the ungodly and the sinner appear?

 

  • 1 Petrus 4:18 (SVV)  En indien de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal de goddeloze en zondaar verschijnen?
  • 1 Peter 4:18 (AV)  And if the righteous scarcely be saved, where shall the ungodly and the sinner appear?

  

Ziet u het? De ‘Christelijke’ wetenschap redeneert als volgt: De eerste Christenen hebben ‘inderdaad’ de Septuaginta geaccepteerd, zoals u ziet, want Petrus citeert eruit. Vanuit Bijbels oogpunt gezien: Hier hebt u dus een apostel die Spreuken 11 : 31 citeert uit een Afrikaans Griekse tekst, in plaats van de Hebreeuwse tekst! Terwijl God Zijn Woord door de Hebreeën zou geven (Rom. 3 : 1 – 4).

 

Nog zo’n voorbeeld:

Psalm 14 : 3.

  • 3  (SVV)  Zij zijn allen afgeweken, te zamen zijn zij stinkende geworden; er is niemand die goed doet, ook niet één.
  • 3 (AV)  They are all gone aside, they are all together become filthy: there is none that doeth good, no, not one.
  • 3 (LXXE)  They are all gone out of the way, they are together become good for nothing, there is none that does good, no not one. Their throat is an open sepulchre; with their tongues they have used deceit; the poison of asps is under their lips: whose mouth is full of cursing and bitterness; their feet are swift to shed blood: destruction and misery are in their ways; and the way of peace they have not known: there is no fear of God before their eyes.

  

Zo redeneert de ‘Christelijke’ wetenschap: Wat een genade van God! Moet u hier nu zien! Paulus citeerde (Rom. 3 : 12 – 18) een Psalm met veertien verzen, terwijl de Hebreeuwse tekst slechts zeven verzen telde. Wat zijn ‘Bible Believers’ (Bijbelgelovigen) toch een afvalligen en ketters! Hoe zouden we ooit de King James 1611 tekst van Psalm 14 : 3 kunnen geloven, terwijl het zeven schitterende verzen weglaat die door de Heilige Geest geïnspireerd zijn? Hoeveel nauwkeuriger is de Afrikaanse Bijbel waaruit de apostelen citeerden! (Terwijl God de Joden verbood om terug te gaan naar Egypte (Afrika)!!! zie verderop).

 

Amos 5 : 26.

  • 26 (SVV)  Ja, gij droegt de tent van uw Melech, en de Kijun, uw beelden, de ster van uw god, die gij uzelf hadt gemaakt.
  • 26 (AV)  But ye have borne the tabernacle of your Moloch and Chiun your images, the star of your god, which ye made to yourselves.
  • 26 (LXXE)  Yea, ye took up the tabernacle of Moloch, and the star of your god Raephan, the images of them which ye made for yourselves.

  

De ‘Christelijke’ wetenschap redeneert: Hebben wij nu even het bestaan van Septuaginta voor Christus aangetoond!!! Stéfanus, een orthodoxe Jood, sprekend voor het Sanhedrin, moest een Griekse tekst gebruiken die uit Afrika kwam, om zijn betoog te onderbouwen (Hand. 6 : 12, 15; 7 : 43). Hij durfde immers niet ‘Kijun’ te zeggen, maar hij moest ‘Remfan’ zeggen, zodat het met ‘Raephan’ overeen zou komen, en gelijk zou zijn aan de Septuaginta.

  

Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Waar het nu om gaat? Elk Oudtestamentisch vers van een Septuaginta, was nergens voorhanden tot 240 jaar NADAT alle 27 Nieuwtestamentische boeken reeds geschreven en enkele honderden keren gekopieerd waren. De Septuaginta citaten zijn van 330 – 350 NA Chr.

 

Wanneer Petrus 1 Petrus 4 : 18 geschreven zou hebben, gebruik makend van een Grieks Oude Testament, de ‘Septuaginta’, had Petrus na zo’n 200 jaar begraven te zijn, moeten opstaan, het stof moeten afschudden, moeten afreizen naar Egypte, Origenes’ kantoor moeten binnengaan, om daar vervolgens één van de vier Septuaginten te pakken en zijn tekst 1 Petr. 4 : 18 te schrijven, zodat het overeenkomt met Spreuken 11 : 31. Hetzelfde geldt voor Paulus, Stéfanus, e.a. Dat is hetgeen geleerd wordt op bijna alle Bijbelscholen (Hogeschool/Universiteit/Zaterdagacademie en noem maar op…) in Europa, Azië, Afrika en de Verenigde Staten. En dat wel sinds 220 na Chr. (Origenes).

 

Bewijs: Over die hele periode, 1700 jaar vanaf 220 na Chr., maar ook 500 jaar daarvoor, heeft niemand ooit één stukje perkament, één stukje papyrus, een fragment van een rol, of een deel van een Grieks Oudtestamentisch vers gevonden, dat vóór 4 voor Chr. geschreven zou zijn, en dat ook maar één vers bevat dat geciteerd is door een Nieuwtestametisch schrijver. U heeft er geen, de Bijbelschool leraar kan u er GEEN ÉÉN laten zien!

  

Weet u wat de waarheid is? Origenes schreef DE Septuaginta, door drie andere Septuaginten te bewerken, die overigens allemaal NA CHRISTUS, NA HET ONTSTAAN VAN HET NIEUWE TESTAMENT, ontstaan zijn. Daarover zo nog iets meer. Er was geen DE Septuaginta, totdat Origenes het geschapen had in 220 – 240 na Chr.

  

En wie was Origenes? Origenes van de Bijbelschool te Alexandrië alwaar men ernaar streefde: om de leer van de Schrift voor intellectuele heidenen aantrekkelijk te maken en een dieper inzicht ervan te verwerven met behulp van een platoniserende filosofie [5]. Terwijl het juist het Woord van God is, dat ons waarschuwt tegen de filosofie, omdat filosofie ons niet bij Christus brengt, maar bij de eerste beginselen van de wereld, en de overleveringen van mensen, aldus Kol. 2 : 8. Is de Septuaginta daar geen schitterend voorbeeld van? Niet alleen de leer der Schrift, maar de Schrift zelf heeft men in Alexandrië proberen aan te passen!

  

En jawel, wanneer de Septuaginta verschijnt, bevat zij ook nog eens de APOCRIEFE boeken, als onderdeel van de ‘Heilige Schrift’! Boeken die buiten de canon van de Schrift vallen, en die alleen door Rome geaccepteerd worden en binnen de canon geplaatst worden. Geen wonder dat Psalm 14 : 3 opeens zo uitgebreid is. Het is Gods Woord dat waarschuwt tegen afdoen van dat Woord, maar ook tegen toedoen aan dat Woord (Spreuken 30 : 6 bijvoorbeeld).

   

Origenes, zijn Hexapla en zijn Septuaginta

 

In 220 – 240 na Chr. stelde Origenes de Hexapla samen, bestaande uit – zoals alle wetenschappers erkennen – zes kolommen. Deze zes kolommen bevatten zes vertalingen naast elkaar, zodat ze makkelijk te vergelijken waren. De eerste kolom bevatte een ongeïdentificeerde Hebreeuwse tekst, wat het produkt was van hellenistische (‘verGriekste’) Joden in Egypte (de Jood Philo was daar reeds in de tijd van Jezus bezig met zijn studie van het Oude Testament en zijn vermenging met Griekse filosofie). Vandaar dat er vandaag de dag ook een enkele keer ‘Dode-Zeerollen’ gevonden worden, waarvan de tekst lijkt op de mythologische Septuaginta. Dit bewijst alleen maar dat Origenes bij voorbaat de Traditionele Hebreeuwse tekst verworpen had. De tweede kolom was een transliteratie van die Hebreeuwse eerste kolom, wat inhoudt dat de klanken van de Hebreeuwse letters waren omgezet in het Grieks. De derde kolom was een ‘Septuaginta’, die in elkaar gezet was door een afvallige Jood, genaamd Aquila. Zijn werk dateert uit 130 – 140 na Chr. De vierde kolom was een ‘Septuaginta’ die door Symmachus was samengesteld, een Ebioniet. Hij rondde zijn werk in 190 – 200 na Chr. af. De vijfde kolom werd geschreven door Origenes, en wordt meestel betiteld als ‘DE Septuaginta’ (zie voetnoot 4). De zesde kolom is geschreven door een andere Ebioniet: Theodotion. Hij schreef zijn ‘Septuaginta’ in 170 – 180 na Chr.

  

De waarheid over de Septuaginta is het volgende: Dat wat men vandaag de dag ‘DE SEPTUAGINTA’ noemt (en dat sinds 350 na Chr.) is ORIGENES’ SEPTUAGINTA, oftewel de ‘Setpuaginta’ die Origenes samengesteld heeft! ‘De septuaginta’ is hetgeen Origenes gefantaseerd heeft, als zijnde: zo moet een Septuaginta eruit gezien hebben, indien het ooit geschreven is! Origenes had drie ‘Septuaginten’ om mee te werken, maar geen enkele ‘Christelijke’ wetenschapper heeft in 1600 jaar deze drie Septuaginten ‘Septuaginten’ willen noemen; maar dat is wel wat ze zijn, althans als het om de Griekse vertaling gaat. Origenes zat in hetzelfde schuitje als Aquila, Symmachus en Theodotion. Zij vieren gaven hun mening over wat volgens hen een Septuaginta zou moeten zijn. Geen van alle vier had ooit een echte Septuaginta gezien.

  

De zogenaamde ‘Christelijke’ wetenschappers geven aan dat drie van de vier Griekse Oude Testamenten in de Hexapla geen ‘Setpuaginten’ kunnen zijn, maar dat slechts één van de Griekse Oude Testamenten zo genoemd kan worden, en wel Origenes’ exemplaar. Maar dit is onzin, en het gooien van zand in de ogen van medemensen, want alle vier de Oude Testamenten zijn een gedachtenspinsel van afvallige Joden (waarom afvallig wordt in de volgende alinea duidelijk), hoe een Septuaginta eruit gezien zou moeten hebben [6].

  

Dit houdt in dat alle vier de ‘Septuaginten’ geschreven zijn door Bijbel-verdraaiende (2 Petr. 3 : 16), Bijbel-vervalsende afvalligen, die het Nieuwe Testament reeds compleet op hun tafel hadden liggen, terwijl zij de door God gegeven Hebreeuwse tekst van het Oude Testament vernietigden (Rom. 3 : 2).

  

Maar de verschillen tussen de geciteerde Oudtestamentische teksten in het Nieuwe Testament en de teksten zelf in het Oude Testament dan? Hoe zijn die dan te verklaren als er geen Griekse vertaling van het Oude Testament in de tijd van Jezus was?  De Nieuwtestamentische citaten zijn geen citaten van een Septuaginta of een Hexapla. Zij zijn van de auteur, de Heilige Geest, Die de vrijheid heeft in het citeren van Zijn werk in het Oude Testament op de manier zoals Hij dat wenst. De Heilige Geest citeert zeker geen niet-bestaande Septuaginta. Dit komt volledig overeen met wat de Schrift zegt: “Al de Schrift is van God ingegeven” (2 Tim. 3 : 16).

   

De Heere verbiedt Joden terug te keren naar Egypte (Alexandrië)


Buiten alle feiten om, die het bestaan van de Septuaginta, feitelijk loochenen: heeft u wel eens aan de volgende gegevens gedacht? Er vanuitgaand dat de Septuaginta WEL zou bestaan:

Een koning in Egypte Ptolemeüs II Filadelfus kwam op het idee om het Hebreeuwse Oude Testament in het Grieks te vertalen, zodat alle afvallige Joden in Egypte hun eigen Bijbel zouden kunnen lezen. Zij zouden hun eigen taal namelijk vergeten zijn. Deze koning regeerde rond 285 – 250 voor Chr. Maar weet u wat hier nu het probleem is? Het gaat er om dat deze Joden AFVALLIG waren. Waarom? Het was de Heere Zelf die hen gezegd had NOOIT weer te keren naar Egypte! Leest u de Bijbelgedeelten Jer. 44 : 25 – 26 en Jer. 42 : 13 – 22 maar. Jer. 42 : 19 zegt bijvoorbeeld: “De Heere heeft tegen u gesproken, gij overblijfsel van Juda! Gaat niet in Egypte; weet voorzeker, dat ik heden tegen u betuigd heb”. Wanneer u de gedeelten opzoekt en leest, komt u erachter hoedanig de Heere Zijn volk waarschuwt om niet naar Egypte te gaan. Wat de zogenaamde Christelijke wetenschap nu doet, is het werk van Joden uit Alexandrië, die dus volledig tegen het Woord van God ingingen, een belangrijke plaats toe te schrijven. Het werk van afvallige Joden wordt gebruikt om Schriftkritiek te bedrijven, om kritiek op de Schrift te bedrijven, eigenlijk helemaal geen wonder… De zogenaamde ‘Christelijke’ wetenschap brengt u twijfel en onzekerheid over wat er in Gods Woord zou  moeten staan, terwijl de Bijbel zegt dat het Woord ZEER VAST is (2 Petr. 1 : 19).

   

Alleen de stam Levi had Gods opdracht m.b.t overlevering van de Schrift

 

72 Joden zouden in opdracht van een mens aan de Septuaginta gewerkt hebben. 72 Joden, uit elke stam 6! Maar weet u dat de Heere God Zelf aan de stam Levi de opdracht gegeven heeft om het Woord Gods te bewaren? ALLEEN AAN DE STAM LEVI (Deut. 10 : 8; 17 : 18; 31 : 25 en 26; 2 Kron. 17 : 7 – 9; Mal. 2 : 4 – 7). De Septuaginta, als deze al vóór Christus zou hebben bestaan, is dan dus tot stand gekomen in ongehoorzaamheid aan de opdracht van God Zelf.

   

Een mythe, een sprookje aan de evolutietheorie gelijk

 

Mensen, de Heere heeft Zijn Woord voor ons bewaard in de King James 1611 en onze, daaraan zeer nauw verwante, Statenvertaling! De Septuaginta wordt vaak aangehaald, om te laten zien dat het in de oorspronkelijke handschriften niet zo gestaan heeft. Echter de Septuaginta blijkt een hersenspinsel te zijn van ‘geleerde’ heren, die twijfel en verwarring zaaien over het Woord van God, die hun autoriteit ontlenen aan Griekse filosofie, waartegen juist Datzelfde Woord van God zo waarschuwt (Kol. 2 : 8). Wat de ‘geleerde’ heren ‘de grondtekst’ noemen, bestaat niet, echter zij benaderen die grondtekst door gebruik te maken van vervalste Roomse handschriften! Aangezien de “oudste, vrijwel volledige handschiften” van de Setpuaginta de codex Vaticanus en Sinaïticus zijn, aangezien er geen verdere vondsten van het Oude Testament in het Grieks gedaan zijn voor Christus’ geboorte, die Jezus Christus en de apostelen geciteerd zouden hebben, is bewezen dat de Septuaginta niets anders is dan een mythe, een sprookje, de gelijke van de evolutietheorie van de seculiere wetenschap.



Andere gebruikte bronnen (aanbevolen voor verdere studie):

  • The Christian’s Handbook of Manuscript Evidence’, dr. Peter S. Ruckman, Bible Baptist Bookstore, Pensacola, USA, 1970.
  • The Mythological Septuagint’, dr. Peter S. Ruckman, Bible Baptist Bookstore, Pensacola, USA, 1996.
  • The Answer Book, Question #9, Dr. Samuel C. Gipp, Shelbyville, TN: Bible and Literature Missionary Foundation, 1989.  
 

[1] Over het auteurschap bestaat onder de wetenschappers verdeeldheid. Sommigen denken dat de auteur de Jood Philo van Alexandrië is. Zie hiervoor Question 9 in ‘The Answer Book’ van Dr. S.C. Gipp.

[2] Winkler Prins, Encarta Encyclopedie 2000, Microsoft/Elsevier, zie onder Septuaginta.

[3] Bijbelse Encyclopedie, Onder redactie van Prof. Dr. W. H. Gispen et al., Uitgeversmaatschappij J.H. Kok – Kampen, zesde druk, blz. 649 – 650.

[4] Gegevens zijn na te gaan in bijvoorbeeld ‘International Standard Bible Encyclopedia’, o.a. Vol. IV, pp. 2240 – 2242. Behalve de John Rylands payprus 458 en de Fuad 266 (slechts enkele delen van Deuteronium) geeft geen enkele bron andere Griekse vertalingen van het Oude Testament van voor het jaar 150 voor Chr. Er zijn zelfs geen andere fragmenten gevonden die dateren van voor de geboorte van Christus! In verschillende theologische werken wordt de vijfde kolom van de Hexapla van Origenes wel de originele Septuaginta genoemd (Gleason Archer, maar ook Philip Schaff noemt in zijn ‘History of the Christian Church’, (Vol. II, Grand Rapids, Eerdmans). Terwijl vrijwel iedere wetenschapper aanneemt dat die LXX 300 jaar voor Origenes’ geboorte ontstaan was. Charles Gulston in ‘No Greater Heritage’ (Eerdmans, Grand Rapids, Michigan, 1960, pp. 21) en H.G.G. Herklotts in ‘How Our Bible Came to Us’ (New York, Oxford University Press, 1954) doen hetzelfde. De student die Tekstkritiek bestudeert, wordt dusdanig geleidt, dat hij gaat geloven dat de Septuaginta tussen 150 en 250 voor Chr. geschreven is, en door Origenes bewaard is in de Hexapla. Dit is hersenspoeling. Want de feiten laten andere dingen zien. Het is zelfs dusdanige misleiding, dat men vondsten gedaan heeft, die aangehaald worden als bewijs voor de Septuaginta (‘de’ Griekse vertaling van 250 vóór Christus), maar die geheel NIET in het Grieks waren, maar in het Hebreeuws: dit waren dus zeker GEEN Spetuaginta manuscripten. Het gaat om de fragmenten 1 QIs-a, 1 QIs-b, 4 Q, en 1 QpHb (delen van Jesaja, Habakuk, Leviticus, Deuteronomium, 1 Samuël en Exodus). Deze vondsten behoren tot de Dode-Zeerollen. De waarheid wat betreft deze (Hebreeuwse) Dode-Zeerollen is, dat zij in sommige gevallen affiniteit vertoonden met de Massoretische tekst, die ten grondslag ligt aan de King James 1611 en onze Statenvertaling, een andere keer met de Samaritaanse Pentateuch (Palestijns) en een andere keer met de Septuaginta tekst (Alexandrijns). Dit wetend, kunnen we ons de volgende vraag stellen: “Welke Septuaginta tekst?” De Septuaginta waar iedereen naar verwijst is de tekst van Vaticanus, Sinaïticus en Alexandrinus, die meer dan 240 – 280 jaar NA de totstandkoming van het Nieuwe Testament zijn geschreven. Vele ‘geleerden’ verwijzen dus naar de vijfde kolom van Origenes’ Hexapla als de Septuaginta. Waar Hebreeuwse teksten van Qumran (Dode-Zeerollen) met dit vervalste werk overeenkomen, betekent het alleen maar dat Origenes die vervalste Hebreeuwse tekst in zijn eerste kolom van de Hexapla gekopieerd heeft. Zijn eerste kolom was namelijk een Hebreeuws Oude Testament. Maar rol ‘R’ dan, de rol van de kleine profeten? Dat is toch een rol in het Grieks? Inderdaad! De rol van de kleine profeten is in het Grieks. Deze rol is echter niet bij de Dode-Zeerollen gevonden, maar dichtbij Qumran in Nahal Heveh (Wadi-Murabba). Deze rol zou in 50 voor Chr. of in 135 na Chr. geschreven zijn. Meestal laat men dit in het midden om de mogelijkheid van de ontstaansdatum van 50 voor Chr. hoog te kunnen houden, i.v.m. een Griekse Septuaginta weet u wel. Maar wat zijn de feiten? De vondst ging gepaard met munten uit de tijd van de tweede Joodse opstand (Simeon Ben Kosibah). Deze opstand wordt door alle geschiedkundigen gedateerd van 132 tot 135 na Chr. Dat is ongeveer 5 tot 6 jaar voordat Aquila zijn ‘Kleine Profeten’ schreef. Het is 42 – 45 jaar NADAT het Nieuwe Testament afgerond was. Pfeiffer (in ‘The Dead Sea Scrolls and the Bible’, Grand Rapids: Baker Publishing Co., 1969) zegt dat de munten bewijzen dat de rol geschreven is NA het jaar 200 na Chr. Dat is in de tijd dat Origenes zijn Hexapla heeft samengesteld (220 – 240 na Chr.)! Ook de rol ‘R’ verwijst dus naar een Griekse fabricage, van de hand van Origenes en de zijnen, nadat het Nieuwe Testament allang compleet was, en zeker niet naar een Griekse vertaling van het hele Oude Testament in 250 voor Chr.

[5 ] "Alexandrijnse school," Encarta® - Encyclopedie® 2000 - Winkler Prins. © 1993-1999 Microsoft Corporation/Elsevier.

[6] Er wordt ook beweerd dat Symmachus, Aquila en Theodotion geen Septuaginten hadden om mee te werken, maar Origenes wel. Men zegt zelfs dat Origenes DRIE LXX versies had om mee te werken, maar niet degene die hij in zijn Hexapla had afgedrukt. Deze argumentatie wordt gegeven, terwijl men weet dat de bedoelde versies (Quinta, Sexta en Septima genoemd) helemaal geen versies zijn! Het zijn slechts incomplete delen van manuscripten. Origenes heeft nooit één versie van een Septuaginta op zijn tafel gehad! Tenzij dat het de drie geconstrueerde Septuaginten zijn van Aquila, Symmachus en Theodotion.