Verlost de Heere uit alle nood?
De Christen en het lijden - deel 3



Inleiding

In deel 1 en 2 van deze serie is naar aanleiding van de “kroon des levens” stilgestaan bij het thema “De Christen en het lijden”. Door de eeuwen heen hebben mensen, die hun leven aan de Heere Jezus hebben gegeven, te maken gehad met vervolging. In de begin periode door de Romeinse keizers en in de Middeleeuwen bijvoorbeeld door de Roomskatholieke Kerk. Maar ook vandaag de dag zijn er veel Christenen die lijden voor de Naam van de Heere Jezus. Denk aan broeders en zusters in Moslimlanden.

Zo zagen we dat de apostel Paulus u oproept om te bidden voor alle mensen, maar ook voor “koningen en allen die in hoogheid zijn” (1 Tim. 2 : 1, 2). En dan staat daar bij “opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen”. Nu wordt nog weleens verteld dat dit een belofte is. Of dat dit de taak van de overheid is, om Christenen een rustig en stil leven te geven. Nu hebben we gezien dat, Bijbels gezien, een gerust en stil leven geen doel op zich is, maar het staat in de context van het feit dat de Heere “...wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis der waarheid komen” (1 Tim. 2 : 4). Nu is er het laatste half jaar (de eerste helft van 2020) veel veranderd in de wereld. Ook in Nederland. Maar ten opzichte van veel landen hebben wij nog steeds veel ruimte om het Evangelie te mogen uitdragen. Oftewel: doet u iets met de relatieve rust en stilte die u van de Heere heeft gekregen? Vertelt u anderen op de één of andere manier over de rijkdom die u mag hebben in Hem? Dat is in ieder geval wel de reden waarom de Heere de apostel Paulus, nota bene in een tijd van vervolging, de mensen liet oproepen om te bidden voor de overheid, zodat er rust en stilte zou zijn. We hebben ook gezien dat, wanneer u daadwerkelijk een gezant van Christus wilt zijn, dat u dan op tegenstand zult stuiten. Ook in onze hedendaagse samenleving. De Heere geeft aan dat u daar niet van moeten schrikken. Maar de Heere belooft een ieder, die lijdt voor de Naam van de Heere Jezus, in de eeuwigheid de kroon des levens.


Gaat een Christen alles voor de wind?

Wanneer we de vraag stellen: “Gaat alles voor de wind voor de wederom geboren gelovige?” dan denk ik dat u het antwoord wel weet. Wanneer u aan de getuigenissen denkt, waarbij we hebben stilgestaan, maar ook weet dat er zo duizenden, zo niet miljoenen getuigenissen meer zijn, dan weet u dat het antwoord “nee” is. En toch zijn er velen die dat wel verkondigen, dat wanneer u Jezus kent, dat alles u “voor de wind gaat”. Sommigen durven te zeggen dat u als Christen geen tegenslag zult hebben. En anderen beweren dat wanneer u al tegenslag hebt, dat God er per definitie voor zorgt dat alles goed komt. Er is een soort van welvaartsevangelie ontstaan. Niet: Wij mogen bidden voor een rustig en stil leven, zodat wij Gods Woord kunnen doorgeven, maar iets in de trant van: “God geeft rust en vrede voor mij, want Hij is aan mijn zijde”! Alles draait dan om “mij”. Hier volgt een citaat uit een stukje van Joel Osteen, een Amerikaans welvaartsprediker:

“Smarten kunnen vele vormen aannemen - een ziekte of ontbering, een verleiding, een moeilijke collega of een twistgraag familielid. Er zijn zoveel dingen die tegen ons kunnen opduiken. Bedenk dat die smarten slechts tijdelijk zijn. Sta vandaag in het geloof dat God aan jouw kant staat. Het doet er niet toe hoe uw omstandigheden eruitzien, waarom staat u niet elke ochtend op en zegt u: "Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt; Ik zal me verheugen en er blij om zijn!" Je hebt misschien geen zin om je in het moment te verheugen, maar als je uitkijkt met je ogen van geloof, zul je zien dat je Verlosser komt. Terwijl je staat en de Heer vertrouwt, zal Hij je in staat stellen om al die smarten te overwinnen, en je zult Zijn hand van zegen zien op elk gebied van je leven” [1].


Egocentrisch...

U ziet in het voorgaande citaat dat volgens Joel Osteen alles om “mij” draait. De conclusie is volgens hem: “De Heer is er voor mij!” Eigenlijk heel egocentrisch… En wat nu als dat, “in mijn ogen” twistgrage familielid, óók een kind van God is…? En die leest ook de Daily Devotional van deze Joel Osteen. Staat God ook aan zijn zijde...? In ieder geval ziet u dat men er vanuit gaat dat alle smarten overwonnen worden. Maar hoe zit het dan met al die mensen, door de geschiedenis heen, die hun leven gegeven hebben omdat zij in Jezus Christus geloofden? Hun smarten werden niet weggenomen, zij stierven in het geloof. Waren het dan doemdenkers? Nee, zij getuigden van de Heere Jezus.


Geeft de Heere per definitie mooie auto’s, mooie huizen en groene planten?

Het citaat van Joel Osteen is gebaseerd op Psalm 34 : 20, waar geschreven staat: “Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen, maar uit die alle redt hem de HEERE”. Heeft men dan toch een punt? Op deze tekst komen we zo nog terug. Allereerst nog even een extra citaat uit een preek van Joel Osteen:

“Het goede nieuws is dat je net zoals je jezelf depressief en angstig en negatief kunt denken, je jezelf gelukkig kunt denken. Je kunt jezelf vredig denken. Je kunt jezelf zelfs in een beter humeur denken. (…) Denk met opzet krachtige gedachten: "Ik ben sterk, ik ben gezond, ik ben gezegend", (…). Vergeet niet dat je zult worden wat je gelooft [2]. Sta elke ochtend op. Zet je geest in de goede richting. Mediteer niet over het probleem. Mediteer op de beloften. Leer jezelf gelukkig te vinden, jezelf vredig te vinden, jezelf zegevierend te vinden. Overwinning begint in ons denken, en als je deze gewoonte, om te mediteren over wat God zegt, ontwikkelt, is hier wat er zal gebeuren. Je zult volledige vrede hebben. Je zult altijd in bloei zijn. Je zal gedijen. Je zult succes hebben en ik geloof en verklaar dat je elk obstakel zult overwinnen, je zult elke vijand verslaan. Je gaat alles worden waarvoor God je heeft gemaakt, amen? [3]”.

We gaan het nu niet hebben over mediteren wat binnen veel Christelijke kringen tegenwoordig als een soort van Christelijke yoga aanvaard wordt. In de studie “De knieën, die zich niet voor Baäl gebogen hebben” kunt u daar meer over lezen. Maar heeft men het in het citaat dan over succes hebben in de verkondiging of zo? Of succes bij Evangelisatie? Nee hoor, zelfs dat niet eens. Het gaat over materiële zaken als het vinden van een ander huis na een promotie, of het verzorgen van een plant. Een voorbeeld, uit de preek van Joel Osteen:

“Ik hoorde over deze dame. Ze kocht een nieuwe plant voor haar slaapkamer. Het was een grote ficusboom. Ze hield van planten. Ze stonden door haar hele huis en ze was zeer ervaren in het verzorgen ervan. Maar toen ze de eerste ochtend wakker werd en de nieuwe plant in haar slaapkamer zag, dacht ze bij zichzelf: "Deze plant zal het niet redden. Het gaat niet leven". Die negatieve gedachte kwam uit de lucht vallen en ze maakte de fout om er bij stil te staan, er steeds weer over na te denken. (…).

Drie weken later ging ze naar de plant en om geen enkele reden begonnen de bladeren geel te kleuren. Een paar dagen later waren de bladeren er allemaal afgevallen. De plant was helemaal verdord, volledig dood. Op een dag dacht ze erover na en zei ze dat God iets tegen haar zei, niet hardop maar het was een indruk van binnen. God zei: "Ik wil gewoon dat je weet dat je die plant met je gedachten hebt gedood". Toen ze dat hoorde, gingen de rillingen over haar ruggengraat” [4].

Denkt men nu werkelijk dat dát “hun beste belang” is dat God “in Zijn hart” heeft voor hen? [5]. Dat dát het is “waarvoor God je heeft gemaakt”, zoals het citaat aangeeft [6]. Dat men een plant niet dood denkt? Het is te droevig voor woorden dat zoveel mensen dit volgen… Joel Osteen zegt in zijn preek: “Drie weken later ging ze naar de plant...”. Had die plant dan eerder water gegeven! Wat een voorbeeld. De Heere wil, hebben we in deel twee gezien, dat alle mensen behouden worden (1 Tim. 2 : 4), en daarom vraagt Hij u te bidden voor een gerust en stil leven (1 Tim. 2 : 2), zodat u mensen kunt bereiken met Gods Woord. Dát is een Bijbelse reden…, maar geen garantie voor blakende gezondheid, geluk, een mooi huis of een groene plant.


Wie is de rechtvaardige in Psalm 34?

Maar laten we naar Psalm 34 gaan kijken, want dat is de Psalm waar men dit verhaal grotendeels op baseert. Laten we lezen: Psalm 34 : 12 – 23.

Wat u in deze Psalm meerdere malen ziet terugkomen is de zin: “Zij roepen, en de Heere hoort; en Hij redt hen uit al hun benauwdheden” (Ps. 34 : 18). Of een zin die daar op lijkt: “Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen, maar uit die alle redt hem de Heere” (Ps. 34 : 20). Als hier staat: “Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen”, dan staat daar (rekening houdend met de oude verbuigingen door naamvallen): “Vele zijn de tegenspoeden van de rechtvaardige”. Vandaar ook dat het tweede deel van het vers spreekt over “hem”, in enkelvoud. Wanneer u dan naar Psalm 34 : 21 kijkt, dan weet u Wie er met die Rechtvaardige bedoeld wordt: “Hij bewaart al zijn beenderen; niet één van die wordt gebroken”. Dit is een profetie die met het lijden van de Heere Jezus in vervulling is gegaan! Zijn beenderen zijn niet gebroken, zegt Joh. 19 : 36. Dus die Rechtvaardige is de Heere Jezus.

Nu is deze Psalm echter geschreven door David, naar aanleiding van een gebeurtenis die hij meegemaakt heeft (Ps. 34 : 1). Dus het heeft ook gewoon een letterlijke betekenis voor David. David leefde onder de Wet van het Oude Testament, en dat is wat in deze Psalm ook te lezen is. Psalm 34 : 16 en 17 gaan over de zegen en de vloek die de Heere het volk Israël onder de Wet voorgehouden heeft: “De ogen des Heeren zijn op de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun geroep. Het aangezicht des Heeren is tegen degenen die kwaad doen, om hun gedachtenis van de aarde uit te roeien”. In de Wet staat dat letterlijk geschreven. In Deut. 28 : 1 en 2 leest u bijvoorbeeld: “EN het zal geschieden, indien gij der stem des HEEREN uws Gods vlijtiglijk zult gehoorzamen, waarnemende te doen al Zijn geboden die ik u heden gebied, zo zal de HEERE uw God u hoog zetten boven alle volken der aarde. En al deze zegeningen zullen over u komen en u aantreffen, wanneer gij der stem des HEEREN uws Gods zult gehoorzaam zijn”. En die zegen is zichtbaar in een heleboel dingen. In het nageslacht, in de veestapel, in het voedsel, in de verslagen vijanden, etc. (Deut. 28 : 3 – 14). Wanneer het volk niet zal horen naar de woorden van de Heere, komt de vloek. In Deut. 18 : 15 leest u: “Daarentegen zal het geschieden, indien gij der stem des Heeren uws Gods niet zult gehoorzaam zijn om waar te nemen dat gij doet al Zijn geboden en Zijn inzettingen, die ik u heden gebied, zo zullen al deze vloeken over u komen en u treffen”. U kunt de vloeken lezen in Deut. 28 : 16 – 68 (en dat zijn veel meer verzen dan waarin de zegen beschreven wordt!). En dat zijn er heel veel. Zo leest u zelfs tot een aantal malen dat de Heere hen van de aardbodem zal uitroeien. In Deut. 28 : 45 leest u: “En al deze vloeken zullen over u komen en u vervolgen en u treffen, totdat gij verdelgd wordt; omdat gij der stem des HEEREN uws Gods niet gehoorzaam zult geweest zijn om te houden Zijn geboden en Zijn inzettingen, die Hij u geboden heeft”. Wat in Psalm 34 geschreven staat, is dus typisch de Wet.

Zo staat er in Ps. 34 : 14 geschreven: “Bewaar uw tong van het kwade, en uw lippen van bedrog te spreken”. Of in Ps. 34 : 15: “Wijk af van het kwade en doe het goede; zoek den vrede en jaag hem na”. Natuurlijk zijn dit ook hele goede raadgevingen voor u als lid van de Gemeente van Jezus Christus. Maar het maakt u niet rechtvaardig. De brieven aan de Gemeente zeggen: “...Er is niemand rechtvaardig, ook niet één” (Rom. 3 : 10). Daarom is de Heere Jezus gekomen en voor uw zonden gestorven. In Hem draagt u, indien u wederom geboren bent, nu Gods rechtvaardigheid (2 Kor. 5 : 21; Rom. 5 : 19). Daarin ligt uw behoud. Maar in het Oude Testament zien we dat mensen naast geloof ook werken moesten hebben. Zij moesten zich aan de Wet houden, en werkten daarmee voor een persoonlijke vorm van rechtvaardigheid (Rom. 10 : 3 – 5; Filip. 3 : 9). En vandaar dat er in het Oude Testament vaak over “de rechtvaardige” gesproken wordt, als van de gelovige die zich aan de Wet van God houdt. Na Ps. 34 : 13, 14 en 15 volgt namelijk Ps. 34 : 16: “De ogen des Heeren zijn op de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun geroep”. Opnieuw een bewijs dat ook Psalm 34 echt Oudtestamentisch is.


Wat doet de Heere voor u medewerken ten goede?

Als lid van de Gemeente van Jezus Christus heeft u dan ook geen belofte dat als u roept, dat u uit al uw benauwdheden gered wordt. Die belofte is er gewoonweg niet. De inhoud van Psalm 34 : 18, “Zij roepen, en de Heere hoort; en Hij redt hen uit al hun benauwdheden”, en dan met name het tweede deel van het vers, gaat voor de Gemeente pas in vervulling met de Opname van de Gemeente. Dan wordt u verlost van alle aardse zorgen. Dan wordt u verlost van dat aardse lichaam waarin de zonde huist. In Rom. 8 : 18 staat geschreven: “Want ik houd het daarvoor, dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds niet is te waarderen tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden”. De vervolgverzen gaan eerst over de schepping, die zucht naar verlossing. Maar dan gaat Rom. 8 : 23 verder over de wederom geboren gelovige: “En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing onzes lichaams”. De verlossing van uw lichaam vindt nu eenmaal plaats wanneer u opgenomen wordt, dan heeft het verderfelijke onverdelijkheid aangedaan (1 Kor. 15 : 50 – 54). Maar in de context van Rom 8 : 23 vindt u dan een grote belofte die voor u geldt. In Rom. 8 : 28 leest u: “En wij weten dat dengenen die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn”. De gelovige heeft de belofte dat “alle dingen medewerken ten goede”. Maar ook dit staat niet in de context van het kopen van een huis bij promotie of het groen houden van een plant. De context is hier Rom. 8 : 29: “Want die Hij tevoren gekend heeft, die heeft Hij ook tevoren verordineerd den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen”. Wanneer zult u de Heere Jezus gelijkvormig worden? Juist, dat is opnieuw bij de Opname van de Gemeente (zie ook Filip. 3 : 20, 21). En wat doet de Heere dan allemaal medewerken ten goede? Gaat het dan om uw “kerk” of “Bijbelstudie”-gang met koffie en koek? Uw chipje en wandelingetje op de zondagmiddag? Nee, het gaat om “verdrukking of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard” (Rom. 8 : 35), of het gaat om “dood, leven, engelen, overheden, machten, tegenwoordige en toekomende dingen, hoogte, diepte, of enig ander schepsel” (Rom. 8 : 39). Dat zijn de zaken waar u het moeilijk mee kunt hebben, maar die u niet kunnen scheiden “van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere” (Rom. 8 : 39).

En juist in de moeilijke dingen wordt duidelijk dat de Heere u kracht wil geven om staande te blijven. Dan is het geen eigen kracht meer, maar dan is het Zijn kracht. In Rom. 8 : 36 en 37 lezen we namelijk: “(Gelijk geschreven is: Want om Uwentwil worden wij den gansen dag gedood; wij zijn geacht als schapen der slachting.) Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem Die ons liefgehad heeft”.


De Heere weet wat goed voor u is… voor de eeuwigheid

Maar wat blijkt hier nog meer uit? Het gaat niet allemaal zoals wij het zouden willen. U kunt nog zo “positief denken”, omdat u vindt dat het zus of zo moet, maar de Heere werkt alles uit naar Zijn wil. Rom. 8 : 26 zegt zo mooi dat de Heere “onze zwakheden mede te hulp” komt, doordat de Geest Zelf voor ons bidt. En dan zegt Rom. 8 : 27: “En Die de harten doorzoekt, weet welke de mening des Geestes is, dewijl Hij naar God voor de heilige bidt”. De Heilige Geest bidt voor u “naar de wil van God” (vgl. KJV1611). Hij doorzoekt uw hart, maar kijkt daarbij niet zozeer naar wat U WILT en DENKT, maar WEL naar wat “de mening des Geestes” is! De Heere weet wat goed voor u is, en als u Zijn kind bent, dan werken alle situaties mee ten goede, zoals Hij dat voor u goed vindt. En dat goede heeft dan niet eens zozeer betrekking op het hier en nu, maar op de geweldige toekomst die u te wachten staat. Hoe vaak wordt niet gehoord dat mensen door een vorm van lijden de Heere hebben leren kennen? Hoe vaak laat lijden in het leven van een gelovige, deze gelovige meer Bijbellezen of bidden? Dát werkt ten goede voor de eeuwigheid. Of voor behoud, of voor loon en kroon.


Paulus als voorbeeld

Maar Paulus dan, Paulus geeft toch ook aan dat de Heere uit alle noden verlost? In 2 Tim. 3 : 11 lezen we: “Mijn vervolgingen, mijn lijden, zulks als mij overkomen is in Antiochíë, in Ikónium en in Lystre; hoedanige vervolgingen ik geleden heb, en de Heere heeft mij uit alle verlost”. Dit neemt niet weg dat het vervolgvers is: 2 Tim. 3 : 12: “En ook allen die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden”. Met andere woorden, Paulus zegt niet dat de Heere alle problemen oplost, en dat het daarna allemaal “koek en ei” is. Sterker nog, we weten dat Paulus in gevangenschap in Rome gekomen is, en uiteindelijk onder de Romeinse keizer Nero, waarschijnlijk door onthoofding, ter dood is gebracht… Dus de Heere is de Zijnen nabij. Dat heeft de Heere Jezus ook beloofd toen Hij naar de Vader ging. In Matth. 28 : 20 beloofde Hij de discipelen: “En zie, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld”. Maar dat neemt niet weg dat u met vervolging of een andere vorm van lijden in aanraking kunt komen. En Paulus wist dat hij pas verlost zou zijn van al zijn benauwdheden, wanneer hij zou sterven. In 2 Tim. 4 : 18 lezen we: “En de Heere zal mij verlossen van alle boos werk, en bewaren tot Zijn hemels Koninkrijk. Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen“. De Heere laat door Paulus zien dat uw echte verlossing (van het lichaam, los van uw behoud) pas komt als u naar Hem toe gaat. En ondertussen helpt Hij u in alle nood, en werkt Hij het uit u “ten goede”. Daarom lezen we ook in Rom. 8 : 37: “Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars”. De Heere wil u in die situaties helpen.


“Opdat gij ze kunt verdragen...”

Een andere belofte die dat bevestigd, en waar we in volgende delen nog op terug zullen komen, vinden we in 1 Kor. 10 : 13, waar geschreven staat: “Ulieden heeft geen verzoeking bevangen dan menselijke; doch God is getrouw, Welke u niet zal laten verzocht worden boven hetgeen gij vermoogt, maar Hij zal met de verzoeking ook uitkomst geven, opdat gij ze kunt verdragen”. Hierin lezen we dat de Heere het niet toe laat dat u “boven hetgeen gij vermoogt” verzocht wordt! De Heere weet wat u aankan. Hoe zwaar het ook is, blijkbaar kunt u het aan. En vervolgens belooft de Heere “uitkomst”. Maar die “uitkomst” is dus niet altijd dat de verzoeking dan ook weg is. Nee met de “uitkomst” zult u de verzoeking kunnen verdragen. Dat is een belofte die u als wederom geboren gelovige heeft. En dan betekent het dat die verzoeking dus zelfs ook de dood kan zijn. Zoals de Heere door Paulus al aangeeft: dan pas wordt u echt verlost van uw lichaam en de noden en pijn die dat lichaam oplevert.


Hoe makkelijk is het om Christen te zijn als alles goed gaat naar het vlees...

We sluiten deze studie af met een brief die een vrouw, die vervolgd werd, schreef. Deze vrouw, Maeyken Wens uit Antwerpen, kreeg een tongklem ingeschroefd, zodat ze tijdens haar executie niet meer kon getuigen. Na haar executie (verbranding) heeft haar zoon deze tongklem opgezocht ter herinnering aan het getuigenis dat zijn moeder had gegeven [7]. Deze vrouw schreef vanuit de gevangenis de volgende brief naar haar man:

De zoon van Maeyken Wens zoekt haar tongschroef... Bron: ‘The Bloody Theater or Martyrs Mirror of the Denfenseless Christians’, Thieleman J. van Braght, Herald Press, Scottdale/Waterloo, Pennsylvania/Ontario, USA, 1886, 1999, blz. 980. (De eerste Nederlandse uitgave was reeds in 1660).

 

“Genade en vrede van God de Vader, door Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, die je wijsheid en begrip schenkt, zodat je jezelf en je kinderen wijselijk regeert en grootbrengt in de vrees voor God, waartoe de goede Vader je moge sterken, en de Heilige Geest trooste je in je verdrukking. Dit is de begroeting en wens van mijn hart aan jou, mijn zeer geliefde echtgenoot in de Heere. Na alle groet, informeer ik je dat ik nog steeds redelijk goed ben naar het vlees, en ook naar de geest. Ik vertrouw erop dat ik het beste doe; maar mijn beste is niets bijzonders, en ik betreur het dat ik niet dankbaarder ben voor alles wat er over mij komt, want het is allemaal het werk van de Heere. We moeten de Heere zowel in tegenspoed als in dat wat aangenaam is voor het vlees danken; want als de Heere alles van ons neemt, neemt Hij niet meer van ons weg dan wat Hij ons heeft gegeven, want het behoort ons niet langer dan het de Heere behaagt. Oh, dat ik altijd de Heere zou kunnen danken, zowel als het vlees tegenspoed ondervindt, als wanneer het voorspoedig gaat – dan kunnen we de Heere inderdaad danken.

Oh mijn beste vriend, ik had nooit gedacht dat het afscheid mij zo zwaar zou vallen. Het was waar dat de gevangenschap mij zwaar leek; maar dat was omdat ze zo tiranniek waren; maar nu is het afscheid het moeilijkst van alles.

O mijn zeer geliefde echtgenoot, bidt de Heere van harte voor mij, om het conflict van mij weg te nemen; want het is in Zijn macht, als het Zijn welbehagen is. De Heere heeft echt gezegd: "Hij die niet alles in de steek laat, is mij niet waardig"; want de Heere wist heel goed dat het moeilijk zou worden voor het vlees. Maar ik hoop dat de Heer me er ook doorheen zal helpen, net zoals Hij er velen heeft geholpen, en waarvoor ik Hem eenvoudig kan vertrouwen. O, hoe gemakkelijk is het om een Christen te zijn, zolang het vlees niet beproefd wordt, of er niets moet worden opgegeven; dan is het gemakkelijk om christen te zijn.

Hiermee zal ik mijn brief besluiten en jou en de kinderen aan de Heere toevertrouwen, dat je in wijsheid zult wandelen, tot stichting van je naaste en de redding van je ziel. Ik vertrouw je aan de Heere toe en aan het rijke Woord van Zijn genade: dit is de groet en wens van mijn hart. Wat betreft het bezoeken, mag je doen wat je wilt; want ik zou inderdaad vaak je bezoek wensen, ware het niet dat het zo duur is. Maar als het je vreugde geeft, kun je komen. Ik durf niets anders te zeggen, behalve dat het zoveel kost, anders zou ik willen dat je snel komt. Als je komt, neem dan niets met je mee, want het kost al zoveel. Niets meer voor deze tijd, behalve dat je gedijt in ziel en lichaam; dit is mijn wens. Groet de kennissen in de Heere namens mij, en ook de vrienden naar het vlees. Mijn metgezellen begroeten je ook van harte. En geef natuurlijk ook de kinderen hun deel.

Geschreven in mijn gevangenschap door mij,
MAEYKEN WENS” [8].

En naar haar zoon schrijft zij:

“O mijn geliefde zoon, hoewel ik hier van je ben weggenomen, streef vanaf je jeugd om God te vrezen, en je zult je moeder daarginds opnieuw weerzien in het Nieuwe Jeruzalem, waar geen afscheid meer zal zijn. Mijn geliefde zoon, ik hoop je nu voor te gaan; volg mij zo, als je ziel je waardevol is, want naast dit zal er geen andere weg tot redding gevonden worden. Daarom zal ik je nu aan de Heere toevertrouwen; moge Hij je behoeden. Ik vertrouw de Heere dat Hij het zal doen, als je Hem zoekt. Heb elkaar lief alle dagen van je leven; neem Hansken af en toe op de arm voor mij. En als je vader van je afgenomen wordt, zorg dan voor elkaar. De Heere beware jullie. Mijn lieve kinderen, kus elkaar een keer voor mij, ter nagedachtenis. Adieu, mijn lieve kinderen, jullie allemaal. Mijn lieve zoon, wees niet bang voor dit lijden; het is niets vergeleken met dat wat eeuwig zal blijven bestaan. De Heere neemt alle angst weg; Ik wist niet wat ik van vreugde moest doen toen ik werd veroordeeld. Houd daarom niet op God te vrezen vanwege deze tijdelijke dood; Ik kan mijn God niet ten volle danken voor de grote genade die Hij mij heeft getoond. Adieu nogmaals, mijn lieve zoon Adriaen; wees altijd vriendelijk, voor je getroffen vader, al de dagen van je leven, en verbitter hem niet; dit bid ik voor jullie allemaal, voor wat ik de oudste schrijf, wil ik ook zeggen tegen de jongste. Hiermee wil ik je nogmaals aan de Heere toevertrouwen. Ik heb dit geschreven, nadat ik was veroordeeld, om te sterven voor het getuigenis van Jezus Christus, op de vijfde dag van oktober, in het jaar van onze Heere Jezus Christus, 1573.

Door mij, je moeder, die je in veel pijn heeft ontvangen, als een herinnering voor jou. Bewaar dit goed, het adieu dat je vader je moeder schreef toen ze werd veroordeeld, en het adieu van je moeder.

MAEYKEN WENS.
Vrees niet degenen die het lichaam doden” [9].

Door deze brieven heen leest u verdriet, maar ook vreugde. Leest u zwakte, maar ook kracht. Ondanks het lijden gaf de Heere deze vrouw de vreugde op haar toekomst, ja, zelfs de vreugde omdat zij wist dat zij voor haar Heere mocht lijden.


Het bedrog van het positieve denken

Het voorgaande is een voorbeeld wat wij in ons Westerse, moderne Nederland niet (meer) kennen. En misschien moet ik zeggen: dat wij het nog niet kennen. Maar het laat wel zien dat Christenen die roepen dat u als Christen nooit tegenslag zult hebben, of dat de Heere al uw wegen over rozen laat gaan als u maar aan Zijn beloften denkt, of dat de Heere u moet genezen, of dat de Heere u die nieuwe auto wel zal geven omdat Hij aan uw zijde is, en noem maar op… Het laat zien dat zij zich mogen schamen. Het laat zien dat zij de Heere, de God, Die Zich openbaart in Zijn Woord, niet kennen. De boodschap van het “positieve denken” is wel de reden waarom op kerkelijke groeperingen, waar dat gebracht wordt, vaak veel mensen afkomen. Vaak wil de mens het graag goed in het hier en nu hebben. Voor mensen die wel religieus willen zijn is dat ook fijn. Die hebben dan zogenaamd een goede “zingeving van het leven”. Maar het is niet de realiteit van het leven, en zeker niet de boodschap van het Woord van God! Dus wanneer u bedrogen wilt uitkomen, dan moet u zich voegen onder een dergelijke verkondiging.


Tot slot

Als wederom geboren gelovige heeft u geen beloften in Gods Woord dat Hij al de nood van u afneemt. En neemt u de besproken teksten uit de Psalmen en past u die letterlijk op uzelf toe, dan haalt u deze teksten uit de context, en betrekt u iets op uzelf, dat geen belofte is voor een wederom geboren Christen.

Wel heeft u als gelovige de beloften dat de Heere met u is, dat de Heere u niet boven vermogen vezoekt, en dat Hij in de nood met u zal zijn. Dat Hij uitkomst geeft, zodat u de verzoeking kunt verdragen. En misschien is dat voor u als moderne Westerse Christen iets (heel) moeilijks. Maar het is wel de Waarheid, dat u moet leren in alle omstandigheden dankbaar te zijn dat u Hem mag kennen, en dat de Heere u daarin helpt.



[1]  ‘Delivered from All’, Joel Osteen, Joel Osteen Daily Devotional Jul 23 2018, bron: http://joelosteen.life/joel-osteen-daily-devotional/joel-osteen-daily-devotional-jul-23-2018.html.
[2]  Gebaseerd op Matth. 9 : 29 in de New Age vertaling “The Message”.
[3]  ‘Meditate on what God says about you’, Joel Osteen, Sermons.love, bron: https://sermons.love/joel-osteen/3324-joel-osteen-meditate-on-what-god-says-about-you.html.
[4]  ‘Meditate on what God says about you’, Joel Osteen, Sermons.love, bron: https://sermons.love/joel-osteen/3324-joel-osteen-meditate-on-what-god-says-about-you.html.
[5]  ‘Delivered from All’, Joel Osteen, Joel Osteen Daily Devotional Jul 23 2018, bron: http://joelosteen.life/joel-osteen-daily-devotional/joel-osteen-daily-devotional-jul-23-2018.html.
[6]  ‘Meditate on what God says about you’, Joel Osteen, Sermons.love, bron: https://sermons.love/joel-osteen/3324-joel-osteen-meditate-on-what-god-says-about-you.html.
[7]  ‘The Bloody Theater or Martyrs Mirror of the Denfenseless Christians’, Thieleman J. van Braght, Herald Press, Scottdale/Waterloo, Pennsylvania/Ontario, USA, 1886, 1999, blz. 980. (De eerste Nederlandse uitgave was reeds in 1660).
[8]  ‘The Bloody Theater or Martyrs Mirror of the Denfenseless Christians’, Thieleman J. van Braght, Herald Press, Scottdale/Waterloo, Pennsylvania/Ontario, USA, 1886, 1999, blz. 981. (De eerste Nederlandse uitgave was reeds in 1660).
[9]  ‘The Bloody Theater or Martyrs Mirror of the Denfenseless Christians’, Thieleman J. van Braght, Herald Press, Scottdale/Waterloo, Pennsylvania/Ontario, USA, 1886, 1999, blz. 982. (De eerste Nederlandse uitgave was reeds in 1660).