Worden alle mensen behouden? 

 

 

 

Inleiding

 

“En heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen, en heeft Hem de Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen; welke Zijn lichaam is, en de vervulling van Hem, Die alles in allen vervult” (Ef. 1 : 22 – 23). De zegening, die wij IN CHRISTUS hebben, is nu nog geestelijk. We wachten nog op de tijd dat we ons aardse natuurlijke lichaam afleggen, en ons geestelijke opstandingslichaam krijgen (1 Kor. 15). Alhoewel het een geestelijk lichaam is, zal het wel degelijk een echt lichaam zijn. Denk hierbij aan het opstandingslichaam van de Heere Jezus. We wachten op het moment dat we Hem tegemoet zullen gaan in de lucht. Dan zullen we altijd met Hem zijn (1 Thess. 4 : 17), dan is de Bruidegom verenigd met de Bruid, zoals man en vrouw één zijn! We hebben gezien hoe de Heere ons vóór de grondlegging van de wereld uitverkoren had, niet in de zin van: “Jij naar de hemel, en jij naar de hel”, maar Hij wist wie Jezus Christus in het leven aan zouden nemen, en op grond daarvan gaf Hij de mensen, die Zijn Zoon zouden aannemen, reeds voor de schepping de belofte van de aanname tot kind van God, de belofte van een opstandingslichaam gelijk aan dat van Zijn Zoon en de belofte van een erfenis! Dat is de Bijbelse uitverkiezing, en elk mens krijgt in zijn leven de kans om daar deel vanuit te maken, om daar deel aan te hebben. Kiest u voor, of kiest u tegen de Heere Jezus en Zijn volbrachte werk?

 

                                                                                         

Het kostbare bloed van Jezus Christus

 

In Ef. 1 : 6 staat dat de Heere ons begenadigd heeft, geaccepteerd heeft, aangenomen heeft als kinderen in Jezus Christus, en dat de Heere daardoor alle prijs, alle eer en heerlijkheid toekomt. In Ef. 1 : 7 wordt van Jezus Christus gezegd: “In Wie wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden [van de zonden, KJV 1611], naar de rijkdom van Zijn genade”. Door het bloed van Jezus Christus, voor ons vergoten, hebben wij de verlossing. Hij moest Zijn bloed voor ons vergieten, want het loon van de zonde is de dood (Rom. 6 : 23). In het Oude Testament zien we dan de offers, echter de Hebreeënbrief laat zien dat “het is onmogelijk, dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneemt” (Hebr. 10 : 4).  Daarom moest Jezus Christus, Gods Zoon, Hij Die zonder zonden was, Zijn bloed voor ons vergieten, zoals 1 Petr. 1 : 18 – 19 zegt: “Wetende dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt uit uw ijdele wandeling, die u van de vaderen overgeleverd is; maar door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam”. Hij, Die zonder zonden was “heeft Hij zonde voor ons gemaakt” (1 Kor. 5 : 21), Hij heeft “onze zonden in Zijn lichaam gedragen” (1 Petr. 2 : 24). Zo ziet u hoe kostbaar, hoe dierbaar dat bloed van Jezus Christus voor ons leven is! Hij was dat “onbestraffelijke en onbevlekte Lam”, het “Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt!” (Joh. 1 : 29). Het is dat vergoten bloed van Jezus Christus wat ons met God de Vader verzoend heeft. “Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods; En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is; Die God voorgesteld heeft tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden, die te voren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods.” (Rom. 3 : 23 - 25). Zijn bloed reinigt en heiligt, Zijn bloed geeft ons vrede (1 Kor. 1 : 2; Hebr. 13 : 12; Kol. 1 : 19 – 20).

 

   

De Opstanding

 

En dat Jezus Christus Gods Zoon was, heeft Hij bewezen, door op te staan uit de dood. Zijn lichaam is in het graf geweest, Zijn Geest ging naar de Vader, Zijn ziel is afgedaald ter helle, naar het hart van de aarde, maar Zijn ziel was niet verlaten in de hel, Zijn lichaam had geen verderf gezien, dat laat ons Handelingen 2 : 27 – 31 zien.  Jezus Christus stond op uit de dood! En daar getuigt de Bijbel van. 500 ooggetuigen hebben Hem gezien (1 Kor. 15 : 6, Hand. 1 : 3). 1 Kor. 15 : 1 – 6 spreekt hierover: “Voorts, broeders, ik maak u bekend het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, hetwelk gij ook aangenomen hebt, waarin gij ook staat; Waardoor gij ook zalig wordt, indien gij het behoudt op zodanige wijze, als ik het u verkondigd heb; tenzij dan dat gij tevergeefs geloofd hebt. Want ik heb ulieden ten eerste overgegeven, hetgeen ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, naar de Schriften; En dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derde dage, naar de Schriften; En dat Hij is van Céfas gezien, daarna van de twaalven. Daarna is Hij gezien van meer dan vijfhonderd broeders op eenmaal, van wie het merendeel nog over is, en sommigen ook zijn ontslapen. Daarna is Hij gezien van Jakobus, daarna van al de apostelen”. Dat is HET EVANGELIE, waardoor mensen behouden kunnen worden, zegt Gods Woord. En het is alles NAAR DE SCHRIFTEN. Alle profetieën in het Oude Testament over de eerste komst van Jezus Christus zijn letterlijk uitgekomen, God heeft bewezen WAAR te zijn, God heeft laten zien dat Zijn Woord letterlijk uitkomt en te vertrouwen, te geloven is. Jezus Christus is OPGESTAAN! Wanneer we daarover verder lezen in 1 Kor. 15 : 12 – 19, dan lezen we: “Indien nu Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden opgewekt is, hoe zeggen sommigen onder u, dat er geen opstanding der doden is? En indien er geen opstanding der doden is, zo is Christus ook niet opgewekt. En indien Christus niet opgewekt is, zo is dan onze prediking ijdel, en ijdel is ook uw geloof. En zo worden wij ook bevonden valse getuigen Gods; want wij hebben van God getuigd, dat Hij Christus opgewekt heeft, Die Hij niet heeft opgewekt, zo namelijk de doden niet opgewekt worden. Want indien de doden niet opgewekt worden, zo is ook Christus niet opgewekt. En indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs, zo zijt gij nog in uw zonden. Zo zijn dan ook verloren, die in Christus ontslapen zijn. Indien wij alleen in dit leven op Christus zijn hopende, zo zijn wij de ellendigste van alle mensen.” Wanneer de opstanding een leugen is, dan is de hele Bijbel een leugen, dan is de verzoening, de verlossing een leugen. De keuze om het aan te nemen is aan ons mensen zelf, echter de Heere God heeft laten zien dat Zijn Woord WAAR is! Nogmaals: De keuze is aan ons mensen. Zo zien we dat het Evangelie van Zijn lijden sterven en opstanding de mens kan behouden, en het Evangelie behoudt ook, wanneer die mens de keuze voor Jezus Christus maakt. “Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem” (Joh. 3 : 36).

 

   

Opdat God zij alles in allen

 

En dan lezen we in Ef. 1 : 8 – 9: “Met welke [Zijn genade vs. 7] Hij overvloedig is geweest over ons in alle wijsheid en voorzichtigheid; ons bekend gemaakt hebbende de verborgenheid van Zijn wil, naar Zijn welbehagen, hetwelk Hij voorgenomen had in Zichzelf”. De Heere God heeft ons dus niet alleen naar Zijn welbehagen uitverkoren in Zijn Zoon, maar laat ook naar Zijn welbehagen zien, WAAROM Hij ons uitverkoren heeft! Wij zijn dus uitverkoren omdat wij verzoend zijn met God op grond van het volbrachte werk aan het kruis van Golgotha, en omdat wij op grond daarvan vergeven zijn (vers 7 van Ef. 1). Vervolgens heeft Hij ons naar Zijn welbehagen, door genade, Zijn verborgen Wil bekend gemaakt, welke we in Ef. 1 : 10 lezen: “Om in de bedeling van de volheid der tijden, wederom alles tot één te vergaderen in Christus, beide wat in de hemel is, en wat op de aarde is”. Alles hoeft hier niet direct te betekenen alle mensen, of alle wezens. Wat betekent het wel? Wanneer we een gelijke passage ergens anders opzoeken, dan gaan we het begrijpen. We lazen net al in 1 Kor. 15, waar we nu verder gaan. Want daar waar in Ef. 1 Gods verborgen wil geopenbaard wordt na  het spreken over de verzoening van het bloed, het lijden, het sterven en de opstanding van Jezus Christus, gebeurt dat in 1 Kor. 15 ook. 1 Kor. 15 : 20 – 28 zegt: “Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden van hen, die ontslapen zijn. Want daar de dood door een mens is, zo is ook de opstanding der doden door een Mens. Want gelijk zij allen in Adam sterven, alzo zullen zij ook in Christus allen levend gemaakt worden. Maar een iegelijk in zijn orde: de eersteling Christus, daarna die van Christus zijn, in Zijn toekomst. Daarna zal het einde zijn, wanneer Hij het Koninkrijk aan God en de Vader zal overgegeven hebben; wanneer Hij zal te niet gedaan hebben alle heerschappij, en alle macht en kracht. Want Hij moet als Koning heersen, totdat Hij al de vijanden onder Zijn voeten zal gelegd hebben. De laatste vijand, die te niet gedaan wordt, is de dood. Want Hij heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen. Doch wanneer Hij zegt, dat Hem alle dingen onderworpen zijn, zo is het openbaar, dat Hij uitgenomen wordt, Die Hem alle dingen onderworpen heeft. En wanneer Hem alle dingen zullen onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf onderworpen worden aan Hem, Die Hem alle dingen onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen”. We zien, zowel uit Ef. 1 : 10 als uit 1 Kor. 15, dat alle dingen in Christus vergaderd worden. Vers 11 van Ef. 1 benadrukt dat nogeens, want die tekst gaat verder met “in Hem”. Ongeredde mensen, duivelen, en gevallen engelen zijn niet in Christus. “Alle dingen” verwijst onder andere naar Gods handelen, de bedelingen, zoals Hij die in Zijn Woord uiteenzet. Die moeten vol worden! Het kan ook verwijzen naar de erfenis die wij krijgen (Zie Ef. 1 : 11). “Alle dingen” kan echter ook naar mensen en groepen mensen verwijzen! Immers Gods Woord zegt dat de Heere daardoor zal zijn “Alles in allen”. En de Heere heeft besloten dat de Heere Jezus Christus daar het centrum van is. Wanneer de eeuwigheid begint (Openb. 21 – 22), is het Lam het centrum: Hij verlicht en allen zullen in Zijn Licht wandelen, de volken die gered worden zullen naar Hem toekomen (Openb. 21 : 23 - 26). De geredde mensen van het Oude Testament, van de Gemeente-bedeling en van de Grote Verdrukking zullen bij Hem zijn (de eerste opstanding bestaat uit drie delen!). Maar tevens zullen daar de behouden mensen van het Duizendjarig Vrederijk in de eeuwigheid bij zijn (niet iedereen is dan behouden, velen zullen nog in opstand komen (Openb. 20 : 8 – 9)! Alles en iedereen wordt in Christus vergaderd en God zal zijn alles in allen.

 

   

ALLE mensen behouden?

 

Die “verborgenheid van Gods wil” heeft dus onder andere te maken met de vervulling van het feit dat God WIL dat alle mensen behouden worden! Echter dit is wel IN CHRISTUS! Daarom benadrukten we daarnet ook dat ongeredde mensen, duivelen en gevallen engelen NIET IN CHRISTUS zijn! Vanuit het Calvinisme wordt veel geleerd: “Het moet je maar gegeven zijn”. Met andere woorden: God stuurt de één naar de hemel en stuurt de ander naar de hel”. We hebben echter gezien dat dat niet de Bijbelse uitverkiezing is. Iedereen heeft een vrije wil, en mag voor of tegen Jezus Christus kiezen. Pas wanneer men gekozen heeft, volgt in feite de uitverkiezing, die bepaalt dat u een kind van God wordt, dat u gelijk zult worden aan Jezus Christus en dat u een erfenis heeft. Dat is de Bijbelse uitverkiezing. Tegenover die Calvinistische vorm van on-Bijbelse uitverkiezing, staat een andere on-Bijbelse leer: de Alverzoening! De Alverzoening leert in feite dat alles en iedereen uiteindelijk behouden wordt, dus zelfs de duivel zal dan behouden worden! Men baseert zich dan voornamelijk op die Bijbelteksten waar God zegt dat Hij wil dat alle mensen behouden worden. Een goed voorbeeld daarvan is ook 1 Tim. 4 : 10: “Want hiertoe arbeiden wij ook, en worden gesmaad, omdat wij gehoopt hebben op de levende God, Die een Behouder is van alle mensen, maar allermeest van de gelovigen”. Inderdaad, Jezus Christus is voor alle mensen gestorven, Hij bracht verzoening bij God teweeg: “Zie het Lam Gods Dat de zonde der wereld wegneemt” (Joh. 1 : 29)! Echter deze verzoening zal wel toegepast moeten worden op het leven van de mens. De mens zal deze verzoening moeten aannemen. Vandaar dat 1 Tim. 4 : 10 zegt: “maar allermeest van de gelovigen”. Joh. 3 : 16 zegt niet voor niets “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.” Of een aantal verzen verder: “Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.” (Joh. 3 : 36). Hier heeft men dan wat op gevonden. Men zegt dan: ‘het woord eeuwig begrijpen wij verkeerd, het betekent niet ‘altijd’, ‘zonder begin en eind’, maar het betekent ‘eeuw’ of ‘tijd’. Men redeneert dan, dat de ongelovige voor een tijd verloren gaat, en uiteindelijk toch tot bekering komt (na het oordeel) omdat God zal zijn “alles in allen”! Hier zien we een voorbeeld hoe men de grondtekst gebruikt, om de Bijbel een andere uitleg te laten geven. Men zegt dus: het woord ‘eeuwig’ is niet ‘voor altijd’. Dat doet men dan op grond van bijvoorbeeld het Griekse woord ‘aioon’. ‘aioon’ betekent, zegt men dan, ‘tijd’ of ‘eeuw’. Echter dit is niet eerlijk omdat zo te stellen, want tijd of eeuw is één van de betekenissen van het Griekse ‘aioon’. De andere betekenissen zijn ‘voor altijd’ en ‘werelden’. Wat ook niet eerlijk is, is dat men niet vertelt dat op vele plaatsen waar ‘eeuwig oordeel’ of ‘eeuwig verderf’ staat, niet het Griekse woord ‘aioon’ staat, maar het Griekse Woord ‘aionios’, en deze vervoeging betekent eigenlijk in alle gevallen ‘zonder begin en zonder einde’, oftewel ons woord ‘eeuwig’. Zo ziet u, dat men probeert, door één betekenis van het woord centraal te stellen, Gods Woord en de Bijbelse boodschap te veranderen. De Bijbel laat niet voor niets zien dat wij een keuze moeten maken, en dat die keuze bepalend is voor onze toekomst! Maar nu nog het belangrijkste: laten wij kijken naar wat de Heere Zelf als definitie geeft voor eeuwig(heid), zonder dat we daar zelf uitleg bij hoeven te geven. Laten we kijken in de Profeet Jesaja. Jesaja 9 spreekt allereerst over de geboorte van Jezus Christus, maar vervolgens ook over Zijn toekomstige Koninkrijk op aarde, en dan lezen we in Jes. 9 : 6 over de periode die eeuwigheid genoemd wordt: “Aan de grootheid van deze heerschappij en van de vrede zal geen einde zijn op de troon van David en in zijn koninkrijk, om dat te bevestigen, en dat te sterken met gericht en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver van de Heere der heerscharen zal zulks doen”. Ziet u dat? De eeuwigheid kent geen einde! Het zal altijd voortduren dat eeuwige Koninkrijk! Maar evenzogoed is er de consequentie van het eeuwige vuur in de poel des vuurs, wanneer men Jezus Christus verwerpt. Over die eeuwige toestand van die nieuwe hemel en die nieuwe aarde, wordt toch onder andere geschreven: “Maar buiten zullen zijn de honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een ieder die de leugen liefheeft, en doet” (Openb. 22 : 15). Tevens staat er geschreven over de straf van de poel des vuurs: “En de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en sulfer, alwaar het beest  en de valse profeet zijn; en zij zullen gepijnigd worden dag en nacht in alle eeuwigheid.” (Openb. 20 : 10).

  

God stuurt geen mensen van te voren naar de hel, maar Hij behoudt ook niet alle mensen automatisch, ook al is dat behoud wel Zijn wil! Hij geeft de mens de vrije keus om het volbrachte werk van Jezus Christus aan te nemen of te verwerpen. IN CHRISTUS worden mensen behouden en vervolgens verkiest de Heere die mensen om Zijn kinderen te worden, om gelijkvormig te worden aan Zijn Zoon en om een erfenis in ontvangst te nemen.

 

Voor een uitgebreide bespreking van de Alverzoening wordt u verwezen naar de vijfdelige serie Bijbelstudies over dit onderwerp. Deze zijn te vinden in het submenu: "Alverzoening".