De laatste bazuin 




Inleiding

 

De gelovigen van deze tijd (anno 2007) leven in die Gemeente-bedeling. En wanneer we naar de tekenen der tijden kijken, dan mogen we weten dat we niet ver verwijderd zijn van het moment dat de Heere Jezus Zijn lichaam zal komen halen. Dat moment is nu nog toekomst.

 

   

De eerste Opstanding

 

De Bijbel laat zien dat de eerste Opstanding, die ten leven is, plaatsvindt vóór het Duizendjarig Vrederijk (Openb. 20 : 5). De Bijbel laat ook zien dat er nog een tweede opstanding is na het Duizendjarig Vrederijk: de doden zullen op grond van hun werken geoordeeld worden voor de Grote Witte Troon (Openb. 20 : 11). De eerste Opstanding bestaat uit drie delen, net als de Oudtestamentische oogstfeesten. Zie ook het onderstaande schema. Eerst werden de Eerstelingen geoogst. Toen de Heere Jezus opstond uit de dood, werden vele graven van Oudtestamentische heiligen geopend. Zij zijn opgestaan, aan velen verschenen en daarna naar de hemel gegaan (Matth. 27 : 52, 53; Ef. 4 : 8 – 10). Daarna vindt de oogst, de Opname van de Gemeente, plaats. Dat is nu, in het jaar 2007, nog toekomst. In een oogwenk haalt de Heere Jezus de Zijnen Thuis op een moment dat alleen de Vader weet (1 Thess. 4 : 16, 17; 1 Kor. 15 : 51, 52). Ten derde zullen ook de heiligen uit de Grote Verdrukking vóór het Duizendjarig Vrederijk opstaan, en óók zij zullen met Hem heersen (Openb. 20 : 4; Matth. 24 : 29, 31). Pas op dat moment zegt Gods Woord met Openb. 20 : 5: “Deze is de eerste opstanding”. Dat de gelovigen uit de Grote Verdrukking daar bijkomen, blijkt uit het vierde vers van Openb. 20: “En ik zag tronen, en zij zaten daarop; en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen dergenen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus, en om het Woord Gods, en die het beest, en zijn beeld niet aangebeden hadden, en die het merkteken niet ontvangen hadden aan hun voorhoofd en aan hun hand; en zij leefden en heersten als koningen met Christus, de duizend jaren”.

 

  


 

Opname voor de Grote Verdrukking?

 

Maar waarom wordt de Gemeente opgenomen vóór de Grote Verdrukking? De redenen hiervoor zijn als volgt:

  

1.     Vaak zeggen mensen: “Jullie zijn bang voor wat er komen gaat, en daarom geloven jullie in de Opname van de Gemeente. Dat is een veilige, maar wel zeer egoïstische gedachte. Laat die andere mensen maar kreperen, wij zijn gered”. Het is niet de angst voor wat komen gaat, dat ons doet geloven in de Opname van de Gemeente, maar het is Gods Woord dat ons laat zien dat Jezus Christus voor ons gestorven is en onze zonden heeft weggedragen. En Gods Woord laat zien dat, wanneer wij Hem hebben aangenomen, de straf op de zonde voor ons weg is (Rom. 6 : 23; 2 Kor. 5 : 21). Buiten het bewijs van de teksten, die zo nog komen gaan, is de ‘Opname’, als redding, absoluut niet een vreemde ‘gedachte’ in Gods Woord. Voordat God de zondvloed over de aarde liet komen, zorgde Hij voor een ark, zodat Noach en de zijnen aan de zondvloed, Gods straf op de zonde, ontkwamen (Genesis 6 – 9). Toen God Sodom en Gomorra verwoestte, haalde Hij eerst Lot daar vandaan. Pas daarna keerde Hij Sodom en Gomorra om (Genesis 19). De Heere redt de Zijnen, wanneer Hij oordeel stuurt!

 

2.     De Grote Verdrukking is volgens de Bijbel een periode waarin Gods toorn over de aarde gaat. In Openb. 4 – 18 wordt deze Grote Verdrukking beschreven, en geregeld vinden we een verwijzing naar deze toorn van God. Voorbeelden daarvan vinden we in Openb. 6 : 16, Openb. 15 : 1 en 7. Openb. 15 : 7 zegt bijvoorbeeld: “En één van de vier dieren gaf de zeven engelen zeven gouden schalen, vol van de toorn Gods, Die in alle eeuwigheid leeft”. Maar van de Gemeente staat juist geschreven dat zij niet is gesteld tot toorn. In 1 Thess. 1 : 10 lezen we bijvoorbeeld: “En Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Die Hij uit de doden opgewekt heeft, namelijk Jezus, Die ons verlost van de toekomende toorn”. Daarnaast lezen we bijvoorbeeld nog in 1 Thess. 5 : 9: “Want God heeft ons [wij, die van de dag zijn = de Gemeente; vers 8] niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid, door onze Heere Jezus Christus”.

 

3.     De Tweede Komst van Jezus Christus op aarde, na de Grote Verdrukking, zal zijn met macht en majesteit. Elk oog zal Hem zien! In Openb. 1 : 7 staat: “Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen.” Wanneer Matthéüs schrijft over de periode na de Grote Verdrukking (Matth. 24 : 29), dan vinden we in Matth. 24 : 29 en 30: “En terstond na de verdrukking van die dagen, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van de hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen bewogen worden. En alsdan zal in de hemel verschijnen het teken van de Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen de Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid”. Met andere woorden: de Tweede Komst gaat gepaard met groot vertoon van kracht, van majesteit, en alle mensen die er dan zijn, zullen Hem zien komen. Dit staat in schril contrast met wat we lezen in de brieven aan de Gemeente. 1 Kor. 15 : 52 spreekt over “in een punt des tijds, in een ogenblik”, en 1 Thess. 5 : 2 zegt dat de dag des Heeren komt “als een dief in de nacht”. De context maakt duidelijk dat dat niet geldt voor de gelovigen, want zij zijn kinderen van het licht, en verwachten hun Heere. Maar voor de wereld komt de Heere als een dief in de nacht, onverwacht! Zo snel en ongemerkt als de Heere Zijn Gemeente komt halen, zo veel macht en majesteit schittert er bij de Tweede Komst, dat elk oog Hem zal zien!

 

4.     Nog een reden waarom de Gemeente in de Grote Verdrukking niet meer op aarde is, is het Evangelie dat verkondigd wordt. Wij leven onder de verkondiging van het Evangelie der genade Gods (1 Kor. 15 : 1 – 4). In Gal. 1 : 8 en 9 wordt duidelijk, dat wanneer er een ander Evangelie verkondigd wordt, dat de verkondiger van dat andere Evangelie vervloekt is! Maar in de Grote Verdrukking wordt er weldegelijk een ander Evangelie verkondigd, door een engel: het eeuwige Evangelie (Openb. 14 : 6), wat luidt: “Vreest God, en geeft Hem heerlijkheid, want de ure van Zijn oordeel is gekomen; en aanbidt Hem, Die de hemel, en de aarde, en de zee, en de fonteinen der wateren gemaakt heeft” (Openb. 14 : 7). Hoe kan het dat dit een engel van God is? Dat kan, omdat we hier terecht zijn gekomen in een andere bedeling! De Gemeente is weg, zij is reeds opgenomen. En het is niet meer de tijd van de Gemeente, het is niet meer de periode van de verkondiging van het Evangelie der genade Gods. Dat is de enige uitleg die mogelijk is, zonder te gaan beweren dat de Bijbel in tegenspraak is. Voordat de Grote Verdrukking begint, is de Gemeente Thuisgehaald door haar Heere.

 

   

De laatste bazuin…

 

Twee bekende gedeelten in Gods Woord over de Opname van de Gemeente zijn: 1 Kor. 15 : 50 – 54 en 1 Thess. 4 : 13 – 18. In deze gedeelten staat geschreven over “de laatste bazuin”. En het is juist die laatste bazuin die vaak verwarring brengt. Want in Openbaring 8 : 2 staan namelijk zeven engelen met zeven bazuinen beschreven. En wanneer deze engelen bazuinen, komen er allerlei rampen over de aarde. Hagel en vuur, met bloed vermengd, vallen op de aarde. Een groot deel van de zee verandert in bloed, vele mensen sterven van water dat bitter is geworden, er treedt verduistering op, een demonische sprinkhanenplaag gaat over de aarde (Openb. 8 en 9). Bij de zevende engel, die bazuint, wordt het Koninkrijk van de Heere Jezus gevestigd, en vindt de laatste opstand plaats, en daarna komt het Laatste Oordeel (Openb. 11 : 15 – 19). Een veel gehoorde uitleg is dat deze zevende engel, met de zevende bazuin, de laatste bazuin is van 1 Kor. 15 : 52 en 1 Thess. 4 : 16. En dan zou dus de Opname plaatsvinden aan het eind van de Grote Verdrukking! Dan zou de Gemeente inderdaad door de Grote Verdrukking moeten…

 

   

De bazuin Gods

 

Inderdaad is de zevende bazuin van de zevende engel, de laatste bazuin van de serie van zeven uit Openb. 8 – 11. Maar betekent dat, dat deze zevende bazuin óók de laatste bazuin van 1 Kor. 15 : 52 is? Wanneer we de twee Schriftgedeelten over de Opname bekijken, dan zien we dat beide gedeelten over het moment gaan dat de overleden gelovigen zullen opstaan met een opstandingslichaam, maar dat ook de gelovigen, die op dat moment nog leven, veranderd zullen worden en dus een opstandingslichaam zullen krijgen. Vervolgens worden zij samen opgenomen – dus weldegelijk een Opname(!) – de Heere tegemoet in de lucht. En wat zien we dan? “De bazuin zal slaan”! “The trumpet shall sound”! “De trompet zal trompetten”! Welke bazuin? De laatste bazuin, die in 1 Thess. 4 : 16de bazuin Gods” genoemd wordt. Daar waar in Openb. 8 – 11 engelen aan het bazuinen of trompetten zijn, daar klinkt bij de Opname van de Gemeente Gods bazuin! Met andere woorden: daar waar er in 1 Kor. 15 en 1 Thess. 4 sprake is van een bazuin, de laatste bazuin, dan is dat Gods bazuin, en in ieder geval niet de laatste van de zeven bazuinen van de engelen uit Openb. 8 – 11. De bazuin Gods is de laatste bazuin die voor de Gemeente zal klinken, waarop de Gemeente Thuisgehaald wordt door de Heere Zelf! Terwijl de zevende bazuin van de zevende engel in Openb. 11 : 15 het Koninkrijk en het Laatste Oordeel aankondigt. Deze zevende bazuin klinkt zelfs nadat Mozes en Elia, de Twee Getuigen, zijn opgenomen (Openb. 11 : 12). Met andere woorden: deze zevende bazuin van de engelen heeft niets met een Opname van doen. Dat zijn grote verschillen! De laatste bazuin, de bazuin Gods, van de teksten aan de Gemeente, bewijst dus absoluut niet dat wij door de Grote Verdrukking moeten.

 

   

Thuisgehaald door de Heere of door engelen?

 

Maar Matth. 24 : 31 dan? In de context van de Tweede Komst van de Heere Jezus, Matth. 24 : 29 en 30, lezen we vers 31: “En Hij zal Zijn engelen uitzenden met een bazuin van groot geluid, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het ene uiterste der hemelen tot het andere uiterste daarvan”. Zijn het dan toch engelen die bazuinen? Ja, zoals we in Openb. 8 – 11 gezien hebben, alleen dan anders. Hier gaat het namelijk om andere engelen met bazuinen. Het Koninkrijk breekt aan door het gebazuin van de zevende engel. Maar wanneer aan het eind van de Grote Verdrukking dat Koninkrijk aanbreekt, zullen ook de gelovigen van de Grote Verdrukking, zij die onthoofd zijn, opstaan, en te zamen met de gelovigen, die op dat moment toch nog in leven zijn, zullen óók zij samen met de Heere regeren gedurende het Duizendjarig Vrederijk (Openb. 20 : 4). Dat is de late oogst, of naoogst! En hier zien we één van de grote bewijzen dat er nog twee Opnames wachten: één voor de Gemeente vóór de Grote Verdrukking, en één voor de gelovigen van de Grote Verdrukking aan het eind van die periode! Wij worden namelijk door de Heere Zelf Thuisgehaald (1 Thess. 4 : 16!). Dat gebeurt in een ogenblik, als een dief in de nacht! Terwijl de gelovigen van de Grote Verdrukking verzameld worden door engelen die door de Heere uitgezonden zijn, terwijl er grote tekenen in de hemel gebeuren, en elk oog Hem zal zien verschijnen (Matth. 24 : 29, 30)! Ook dat is weer zo’n groot verschil, waarmee we zien dat we niet alles uit de Bijbel op één grote hoop kunnen gooien.

  

Wij zien niet uit naar de antichrist, wij zien niet uit naar de gebeurtenissen van de Grote Verdrukking, zoals de grote tekenen in de hemel, wij zien niet uit naar engelen. Wij zien uit naar de Heere Zelf, Die ons zal komen halen: “Verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker Jezus Christus” (Titus 2 : 13).

 

   

Het lied van de ouderlingen

 

Gezien de eerdere bewijzen uit de Schrift, wordt de Gemeente dus opgenomen vóór de Grote Verdrukking. Een extra bewijs dat de Gemeente al in de hemel is, voordat de zeven bazuinen van Openbaring zullen klinken, blijkt bijvoobeeld uit Openb. 5. In Openb. 4 lezen we dat Johannes, die mag schrijven over de dingen die in de Dag des Heeren (Grote Verdrukking/Duizendjarig Vrederijk) gaan gebeuren (Openb. 1 : 10, 19), opgenomen wordt in de hemel (Openb. 4 : 1). Daar ziet hij een troon met daarom heen vier dieren en vierentwintig ouderlingen. God heeft een boek met zeven zegels in Zijn rechterhand (Openb. 5 : 1), het Lam neemt dat boek om het te openen (Openb. 5 : 7), en dan zingen de vier dieren en de vierentwintig ouderlingen een nieuw lied. In Openb. 5 : 9 – 10 lezen we: “En zij zongen een nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig dat boek te nemen, en zijn zegels te openen; want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie; en Gij hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters; en wij zullen als koningen heersen op de aarde”. Het kan niet anders dan dat de vierentwintig ouderlingen staan voor een vertegenwoordiging van de Gemeente van Jezus Christus, want zij zijn in de Gemeente-tijd door het bloed van het Lam gekocht, en zij zullen met de Heere Jezus als koningen en priesters heersen in Zijn Koninkrijk! Met andere woorden: De Gemeente is in de hemel, wanneer het Lam de eerste zegels in Openb. 6 begint te openen, en de Grote Verdrukking zich op aarde begint te ontvouwen.


    

De Heere Jezus komt terug met Zijn heiligen

 

De Gemeente moet ook wel in de hemel zijn tijdens de Grote Verdrukking, want Gods Woord laat zien dat de Heere Jezus, bij Zijn Tweede Komst, komt met Zijn heiligen! In het Oude Testament vinden we dat al geprofeteerd in bijv. Zach. 14 : 5: “… dan zal de Heere, mijn God, komen, en al de heiligen met U, o Heere!”. Dit gaat over het moment dat de Heere Jezus zal staan op de Olijfberg (Zach. 14 : 4). Maar ook in 1 Thess. 3 : 13 vinden we iets dergelijks beschreven: “Opdat Hij uw harten versterke, om onberispelijk te zijn in heiligmaking, voor onze God en Vader, in de toekomst van onze Heere Jezus Christus met al Zijn heiligen”. Vervolgens lezen we in Openb. 19 : 14 dat de hemelse heerlegers, die de terugkomende Heere Jezus naar de aarde volgen, gekleed zijn “met wit en rein fijn lijnwaad”. Dit is een hele duidelijke heenwijs naar de kleding van de Bruid, de vrouw van het Lam (Openb. 19 : 8): dat is de Gemeente! De heiligen, de Gemeente, zal met Jezus Christus terugkeren naar de aarde, om met Hem te heersen! Maar daarvoor moet zij wel eerst bij Hem in de hemel zijn! De gebeurtenis die hiertoe leidt, vinden we dus beschreven in 1 Kor. 15 en 1 Thess. 4, en is bekend als de Opname van de Gemeente!

 

   

De Heere zal ons Thuis roepen!

 

Wanneer de laatste bazuin zal slaan… In de Engelse oude vertaling, de King James 1611, vinden we nog een onderscheid. Wij kennen één woord: bazuin, maar in het Engels staat er in 1 Kor. 15 : 52: “at the last trump: for the trumpet shall sound,…” In onze vertaling staat er: “met de laatste bazuin, want de bazuin zal slaan,…”. Er is dus verschil tussen ‘trump’ en ‘trumpet’. De ‘trumpet’ is het instrument, de trompet of bazuin zelf. De ‘trump’ is het geluidssignaal dat ermee gegeven wordt. En zo zien we dat in 1 Thess. 4 : 16 staat: “the trump of God”. In wezen vinden we hier dus dat God een signaal geeft (vertaald: “het getrompet van God”), dat klinkt als een bazuin! De Heere komt met een geroep (1 Thess. 4 : 16), met de stem van een aartsengel (Michaël!), en met de bazuin Gods… Laten we dan Openb. 4 : 1 lezen: “Na dezen zag ik, en ziet, een deur was geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, als van een bazuin, met mij sprekende, zeide: Kom hier op, en Ik zal u tonen, hetgeen na dezen geschieden moet”. De stem van de Heere klinkt als een bazuin… Een stem, die Johannes herkent, maar de wereld niet… De stem van de Heere is voor de wereld als donder. Een voorbeeld daarvan vinden we in Joh. 12 : 28 en 29: “Vader, verheerlijk Uw Naam. Er kwam dan een stem uit de hemel, zeggende: En Ik heb Hem verheerlijkt, en Ik zal Hem ook verheerlijken. De schare dan, die daar stond, en dit hoorde, zeide, dat er een donderslag geschied was. Anderen zeiden: Een engel heeft tot Hem gesproken”. Een mooie beschrijving van de stem van de Heere vinden we ook in Job 37 : 2 – 5: “Hoort met aandacht de beweging Zijner stem, en het geluid, dat uit Zijn mond uitgaat! Dat zendt Hij rechtuit onder de ganse hemel, en Zijn licht over de einden der aarde. Daarna brult Hij met de stem; Hij dondert met de stem Zijner hoogheid, en stelt die dingen niet uit, als Zijn stem zal gehoord worden. God dondert met Zijn stem zeer wonderlijk; Hij doet grote dingen, en wij begrijpen ze niet”. Wanneer wij een bazuingeroep horen (en verstaan!) en Thuisgeroepen worden(!), hoort de wereld een enorme donderklap! Dat is wat er bij de Opname gaat gebeuren! Johannes hoorde een stem “als van een bazuin”, die zei: “Kom, hier op,…” (Openb. 4 : 1). Mozes en Elia, de Twee Getuigen, worden met gelijke woorden Thuisgehaald, zoals staat in Openb. 11 : 12: “En zij hoorden een grote stem uit de hemel, die tot hen zeide: Komt herwaarts op…”. Wanneer wij dan lezen dat de Heere Zelf Zijn Gemeente komt halen, met geroep, met de stem des archangels, met de bazuin Gods, dan weten we dat ook voor ons zal klinken: “Kom herwaarts op…”. Waarschijnlijk zelfs bij naam! Want de Heere kent al Zijn schapen bij name. Dat lezen we in Joh. 10 : 3: “Hem doet de deurwachter open, en de schapen horen zijn stem, en hij roept zijn schapen bij name, en leidt ze uit”.


De Heere zal ons Thuisroepen. Dat is Gods “laatste bazuin”, dat is Gods laatste roep voor Zijn Gemeente, Zijn Thuisroep!