Religies: Oorsprong en waarom zijn ze er?
Inleiding
In de wereld zijn veel religies. Neem nu alleen al het Christendom, alleen daar binnen zijn al zo veel stromingen. Maar daar buiten zijn nog zoveel andere religies. De vraag is: Waar komen alle religies op aarde vandaan? En hoe kunnen mensen weten dat ze de ware God dienen? Ook willen we in deze studie stilstaan bij de vraag: “Dienen we niet allemaal in essentie dezelfde God”?
De God van de Bijbel is anders!
Allereerst dat punt van het dienen van dezelfde God. We kunnen niet alle religies langslopen, maar we zullen een aantal voorbeelden bespreken. De Bijbel zegt dat Jezus Christus de Zoon van God is. In Rom. 1 : 3 – 4 lezen we bijvoorbeeld: “Van Zijn Zoon, (Die geworden is uit het zaad van David, naar het vlees; Die krachtig bewezen is te zijn de Zoon van God, naar de Geest der heiligmaking, uit de opstanding der doden) namelijk Jezus Christus, onze Heere”. Maar in de Koran staat:
“O, mensen van het Boek, overdrijft in uw godsdienst niet en zegt van Allah niets dan de waarheid. Voorwaar, de Messias, Jezus, zoon van Maria was slechts een boodschapper van Allah en Zijn woord tot Maria gegeven als barmhartigheid van Hem. Gelooft dus in Allah en Zijn boodschappers en zegt niet: “Drie (in één).” Houdt op, dat is beter voor u. Voorwaar, Allah is de enige God. Het is verre van Zijn heiligheid, dat Hij een zoon zou hebben. Aan Hem behoort wat in de hemelen en op aarde is en Allah is als Bewaarder afdoende” [1].
Mensen kunnen nog zo hard roepen dat de God van de Bijbel en de god van de Koran dezelfde zijn, maar ze hebben gewoonweg geen gelijk. De God van de Bijbel heeft een Zoon, de god van de Koran niet! Sterker nog, de Bijbel zegt dat degene die loochent, dat Jezus Christus de Zoon van God is, de antichrist, de duivel is. In 1 Joh. 2 : 22 lezen we bijvoorbeeld: “Wie is de leugenaar, dan die loochent, dat Jezus is de Christus? Deze is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent”. Nu laat de Bijbel zien dat er in de eindtijd, als de Gemeente opgenomen is, een “de anitchrist” komt, die een vleeswording van de duivel is (Gen. 3 : 15; 2 Thess. 2 : 3), maar de Bijbel spreekt ook over “de geest van de antichrist” (1 Joh. 4 : 3), waardoor er nu al vele antichristen zijn (1 Joh. 2 : 18)!
Nog een voorbeeld:
In de Bijbel staat dat God niet kan liegen. De Heere is de Waarheid Zelf. In Titus 1 : 2 lezen we bijvoorbeeld: “In de hoop van het eeuwige leven, dat God, Die niet liegen kan, beloofd heeft, vóór de tijden der eeuwen, maar geopenbaard heeft te Zijner tijd”. In het Hindoeïsme lezen we over Krishna, die ook wel “God Zelf” genoemd wordt [2], het volgende verhaal:
“Op een dag waren Krishna en zijn broer Balarma op de binnenplaats aan het spelen toen Krishna met zijn hand een schep aarde nam en die opat. Balarma zag dat, rende naar zijn moeder, Yashoda, en zei: ‘Moeder, Krishna eet modder. Straks stikt hij erin!’ Niet verbaasd over de zoveelste schelmenstreek van haar zoon greep Yashoda Krishna vast. ‘Heb je modder gegeten?’ vroeg ze. Hoewel Krishna’s gezicht vol modder zat, antwoordde hij: ‘Nee hoor, moeder. Balarma liegt. Ik heb geen modder aangeraakt.’ Natuurlijk geloofde Yashoda hem niet en ze maakte Krishna’s mond open. Maar toen Yashoda in zijn mond keek, zag ze geen modder, maar het hele universum en alle sterrenstelsels” [3].
Even los van alle mythische verhalen, die door dit stukje al naar voren komen, we zien dat daar waar God niet liegen kan, Krishna loog! En als je op internet gaat zoeken, dan kom je meer van dit soort verhalen tegen over Krishna’s bedriegelijkheid, opstandigheid en wellustigheid. De God van de Bijbel is niet Dezelfde als deze god van het Hindoeïsme.
Zo weten we dat de Heere Jezus als Zoon van God op aarde kwam en zonder zonde was. In Hebr. 4 : 15 lezen we bijvoorbeeld: “Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar Die in alle dingen, zoals wij, is verzocht geweest, doch zonder zonde”. De Heere Jezus heeft ook op aarde dus niet gezondigd. En dus heeft Hij ook niet gelogen! Want liegen is zonde (Ef. 4 : 25). God kan dus niet liegen, maar Hij vraagt ook van ons als mensen dat wij niet liegen. In de Wet van Mozes lezen we bijvoorbeeld dat de Heere zegt: “Gij zult niet stelen, en gij zult niet liegen, noch vals handelen, een ieder tegen zijn naaste. Gij zult niet vals bij Mijn Naam zweren; want gij zoudt den Naam van uw God ontheiligen; Ik ben de HEERE” (Lev. 19 : 11, 12). In Spr. 6 : 17 staat dat de Heere “een valse tong” haat. Maar ook in Ef. 4 : 25 lezen we: “Daarom legt af de leugen, en spreekt de waarheid, een ieder met zijn naaste; want wij zijn elkanders leden”. Daar waar de hindoegoden zelf liegen, leren de volgelingen dus ook te liegen. Maar de God van de Bijbel vraagt Zijn kinderen om niet te liegen. Opnieuw zien we dat een god van het Hindoeïsme niet dezelfde is als de God van de Bijbel!
En nog een voorbeeld:
Zo leert de Koran in principe ook dat mensen niet moeten liegen (Sura 40 : 29). Maar niet in alle gevallen! Zo zegt diezelfde Koran het volgende in Sura 16 : 107:
“Wie Allah verwerpt, na te hebben geloofd – behalve hij die wordt gedwongen terwijl zijn hart in het geloof vrede blijft vinden – en zijn hart voor het ongeloof opent, op hem rust Allah’s toorn; en er zal een grote straf voor hem zijn” [4].
Een Moslim mag Allah in nood dus verwerpen. En zo zijn er meer verzen die erop wijzen dat een Moslim niet altijd eerlijk hoeft te zijn als het hem beter uitkomt (Sura 5 : 90; 2 : 226). De god van de Islam is opnieuw niet dezelfde als de God van de Bijbel! En ook in dit geval geldt dat de Bijbel laat zien wie de “vader der leugen” is! In Joh. 8 : 44 lezen we: “Gij zijt uit de vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit wat hem eigen is; want hij is een leugenaar, en de vader der leugen”.
En zo zagen we in de studie over yoga dat de Hindoeïstische god Shiva “de Schepper, de Onderhouder en de Vernietiger” genoemd wordt, maar ook wel de “Duistere, jager van de Brandende grond”. Bijbels gezien is hij gewoon de duivel, de vijand van God, en dus niet dezelfde als God.
En zo zijn er nog veel meer voorbeelden te vinden, ook van andere religies. Kortom de God van de Bijbel is niet gelijk aan de goden van de heidenvolken!
“gelijk er vele goden” zijn...
En dat is ook wat we lezen over Paulus, die het Evangelie verkondigt in o.a. de Griekse steden. De Grieken hadden voor elke god die ze kenden wel een beeld, altaar of tempel staan (Hand. 17 : 23). Maar als de mensen op een gegeven moment Paulus en Barnabas willen aanbidden, dan zegt Paulus: “… Mannen, waarom doet gij deze dingen? Wij zijn ook mensen van gelijke bewegingen als gij, en verkondigen u, dat gij u van deze ijdele dingen zoudt bekeren tot de levende God, Die gemaakt heeft de hemel, en de aarde, en de zee, en al wat daarin is; Die in de verleden tijden al de heidenen heeft laten wandelen in hun wegen; Hoewel Hij nochtans Zichzelf niet onbetuigd gelaten heeft, goed doende van de hemel, ons regen en vruchtbare tijden gevende, vervullende onze harten met spijs en vrolijkheid” (Hand. 14 : 15 – 17). Paulus geeft dus niet aan dat zij met hun goden, die de basis van de Griekse cultuur zijn, al iets van God begrijpen, nee, zij moeten zich bekeren tot de levende God, de Schepper van hemel en aarde! God heeft Zichzelf, nog voor de Heere Jezus, aan de heidenen geopenbaard, niet door de Griekse cultuur, maar door de natuur. Exact zoals bijvoorbeeld Rom. 1 : 20 zegt. In Psalm 96 : 5 zegt de Heere dan ook: “Want al de goden der volken zijn afgoden; maar de Heere heeft de hemelen gemaakt”. En natuurlijk zijn de afgoden zelf niets. Het zijn vaak beelden die vereerd worden. In 1 Kor. 8 : 4 – 6 lezen we daarover: “Aangaande dan het eten van de dingen, die aan de afgoden geofferd zijn, wij weten, dat een afgod niets is in de wereld, en dat er geen andere God is dan één. Want hoewel er ook zijn, die goden genaamd worden, hetzij in de hemel, hetzij op de aarde (gelijk er vele goden en vele heren zijn), Nochtans hebben wij maar één God, de Vader, uit Wie alle dingen zijn, en wij tot Hem; en maar één Heere, Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn, en wij door Hem”. Er zijn dus vele goden, alhoewel zij in principe niets zijn. Het enige is, dat er wel een geestelijke wereld achter zit, die wil dat mensen deze beelden vereren. Dat blijkt uit bijvoorbeeld 1 Kor. 10 : 20: “Ja, ik zeg, dat hetgeen de heidenen offeren, zij aan de duivelen offeren, en niet aan God; en ik wil niet, dat gij met de duivelen gemeenschap hebt”. Dus ondanks dat er maar één echte God is, is er één die als God vereerd wil worden (2 Thess. 2 : 3), de duivel, en die zorgt ervoor dat zijn duivelen mensen verleiden om hem bewust of onbewust te laten aanbidden.
Baäl
En dat de duivel zichzelf laat aanbidden, zien we over de hele aarde gebeuren. In Israël werd de Baäl vereerd. Dit gebeurde onder andere door de verering van een gouden kalf. In 2 Kon. 17 : 16 lezen we: “Ja, zij verlieten al de geboden van de Heere, hun God, en maakten zich gegoten beelden, twee kalveren; en maakten bossen, en bogen zich voor alle heer des hemels, en dienden Baäl”. Maar waarom zou men in die verering van Baäl zo vaak een “gouden kalf” maken? Dit is niet toevallig.
Waar komt het “gouden kalf” vandaan?
In Openb. 4 : 6 is sprake van het feit dat er vier dieren rondom de troon van God zijn. Deze dieren komen terug in Ezech. 1 en 10. Het blijken Cherubs te zijn (Ezech. 10 : 1). En ook in Ezechiël gaat het om vier dieren (Ezech. 1 : 5, Ezech. 10 : 12). Maar Ezech. 28 : 13 – 17 laat zien dat er ooit “een gezalfde, overdekkende cherub” was. Aangezien de andere vier Cherbubs rondom de troon zijn, is dit dus een vijfde troonbedekkende Cherub geweest! Alleen het is deze Cherub die gevallen is.
Nu doet er zich in de teksten over de Cherubs iets voor, waar ik graag op wil wijzen. In Openb. 4 : 6 – 7 lezen we: “En voor de troon was een glazen zee, kristal gelijk. En in het midden van de troon, en rondom de troon, vier dieren, zijnde vol ogen van voren en van achteren. En het eerste dier was een leeuw gelijk, en het tweede dier een kalf gelijk, en het derde dier had het aangezicht als een mens, en het vierde dier was een vliegende arend gelijk”. In Ezech. 1 : 10 vinden we die vier dieren terug, realiserend dat een kalf een jonge os is: “De gelijkenis nu van hun aangezicht was het aangezicht van een mens, en het aangezicht van een leeuw hadden die vier aan de rechterzijde; en ter linker zijde hadden die vier het aangezicht van een os; ook hadden die vier het aangezicht van een arend”. Maar wanneer we dan in Ezech. 10 : 14 kijken, dan lezen we opeens: “En elk had vier aangezichten; het eerste aangezicht was het aangezicht van een cherub, en het tweede aangezicht was een aangezicht van een mens, en het derde het aangezicht van een leeuw, en het vierde het aangezicht van een arend”. Hier zien we dus dat het aangezicht van “een os” vervangen is door het aangezicht van “een cherub”! Waarschijnlijk is een Cherub, naast het feit dat de gedaante op die van een mens lijkt (Ezech. 1 : 5), toch ook in de eerste plaats dat van een os of kalf. Ezech. 1 : 7 maakt dan ook de melding dat “hun voetzolen waren gelijk de voetzolen van een kalf”. Zie hier de verklaring dat Israël, de Baäl dienende, gouden kalveren maakte. Zie hier de verklaring dat Israël, na de uittocht uit Egypte, een gouden kalf maakte (Ex. 32). Zie hier de verklaring dat men in Egypte een koe als godin vereerde. Zie hier de verklaring dat in India de koe een heilig dier is! Door de afgoden heen, laat de duivel zichzelf aanbidden, en een zeer geliefde vorm daarbij is het “gouden kalf”!
Moloch: het offeren van kinderen
In de Bijbel komen we ook de afgod Moloch tegen. Daar waar Baäl in feite de afgod van Kanaän was, was Moloch vooral bekend bij de Moabieten en de Ammonieten. Moloch was bekend van de gruwelijke kinderoffers. Maar de Bijbel laat zien dat Baäl en Moloch in feite dezelfde zijn. In Jer. 32 : 35 lezen we: “En zij hebben de hoogten van Baäl gebouwd, die in het dal van de zoon van Hinnom zijn, om hun zonen en hun dochters voor de Molech door het vuur te laten gaan; hetwelk Ik hun niet heb geboden, noch in Mijn hart is opgekomen, dat zij deze gruwel zouden doen; opdat zij Juda mochten doen zondigen”. En ook Moloch was, jawel: een menselijke figuur met een ossekop [5]!
De god Bel en de draak
Baäl werd niet alleen geassocieerd met de verering van een gouden kalf, maar ook met de verering van de hemellichamen: de zon, de maan en de sterren (2 Kon. 17 : 16). Baäl zelf was de zonnegod. De Babylonische variant hierop was de god Bel (Jer. 50 : 2). En Bel werd onder andere vereerd als een draak [6], en zo ook afgebeeld op de poort van Babylon [7]. We weten wie volgens de Bijbel de draak is! In Openb. 12 : 9 lezen we: “En de grote draak is geworpen, namelijk de oude slang, welke genaamd wordt duivel en satanas, die de gehele wereld verleidt, hij is, zeg ik, geworpen op de aarde; en zijn engelen zijn met hem geworpen”. En wat zien we? In China wordt vandaag de dag de draak vereerd!
Astoreth, Astarte, de koningin des hemels
Nu had Baäl ook een vrouwelijke variant, en dat was Astoreth, Astarte, vaak weergegeven door een bos, of door een wassende maan (1 Kon. 11 : 33). In de Bijbel zien we dat de Israëlieten haar als de Melécheth des hemels, of de koningin des hemels, zoals de KJV1611 zegt, vereren (Jer. 44 : 17 – 19). In Egypte is zij bekend als Isis, bij de Romeinen als Venus. En daarvan afgeleid zien we dat de Egyptenaren een moeder-kind verering kennen van Isis en Horus, in India kent men de moeder-kind verering van Indrani met kind, maar ook Devaki met Krishna. In China zien we Shing Moo met kind. En ook bij de Maya’s zien we hetzelfde. Over de hele wereld komt het voor…
De Rooms-katholieke Kerk
En dat is nu juist wat we ook bij de Rooms-Katholieke Kerk vinden. De kerk die Maria de hemelkoningin noemt, en die haar vereert samen met het kind! De Bijbel laat zien dat alleen God de eer toekomt. Mensen, en zeker dode mensen, moeten we niet vereren of aanbidden. In Openb. 22 : 8 zien we dat Johannes in aanbidding voor een engel valt; hij krijgt dan te horen: “… Zie, dat gij het niet doet; want ik ben uw mededienstknecht, en van uw broederen, de profeten, en van hen, die de woorden van dit boek bewaren; aanbid God” (Openb. 22 : 9)! Maria wordt ook wel de Middelares genoemd, maar de Bijbel zegt dat er maar één Middelaar is tussen God en mensen, en dat is Jezus Christus. 1 Tim. 2 : 5 zegt: “Want er is één God, er is ook één Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus”. Met andere woorden: de hele moeder-kind verering van de Rooms-katholieke Kerk heeft niet haar oorsprong in de Bijbel, maar in de heidense afgodsreligies, die over de hele aarde bekend zijn!
Is het Christelijk geloof uit de heidense religies voortgekomen?
Maar hoe kan het dat, voordat de Heere Jezus uit een maagd geboren werd, er al in zoveel landen een moeder-kind verering bestond? Je hoort tegenwoordig nogwel eens zeggen dat het Christendom elementen uit de heidense religies overgenomen heeft. En eigenlijk wil men daarmee zeggen dat het Christendom niet de ware God dient. Dit is inderdaad iets wat zeker geldt voor het Roomskatholicisme met bijvoorbeeld de moeder-kind verering. Maar dit geldt niet voor de Bijbel, Gods Woord, en een ieder die zich als Christen aan Gods Woord vasthoudt! Feit is dat de duivel, de vijand van God, rond gaat als een briesende leeuw om te zien wie hij kan verslinden (1 Petr. 5 : 8), terwijl de Heere Jezus ook een Leeuw wordt genoemd (Openb. 5 : 5), daarnaast verschijnt de duivel ook als een engel des lichts om te verleiden (2 Kor. 11 : 13 – 15). De Heere Jezus is de Messias, de gezalfde des Heeren, maar vergeet niet dat de satan een gezalfde, overdekkende Cherub was (Ezech. 28 : 14)! Hij, de duivel, was óók een messias! Hij wordt de valse messias, de antichrist! De vijand van God, de duivel, probeert in vele aspecten op de Heere te lijken om mensen te verleiden. En daarom lezen we ook dat het Evangelie der Genade Gods, dat mensen het leven krijgen door de dood en opstanding van de Heere Jezus, een verborgenheid was (Ef. 3 : 1 – 3), totdat het aan Paulus geopenbaard werd. En waarom was het een verborgenheid? Omdat men anders de Heere Jezus niet gekruisigd zou hebben! Dat lezen we namelijk in 1 Kor. 2 : 7 – 8: “Maar wij spreken de wijsheid Gods, bestaande in verborgenheid, die bedekt was, welke God te voren verordineerd heeft tot heerlijkheid van ons, eer de wereld was; Welke niemand van de oversten van deze wereld gekend heeft; want indien zij ze gekend hadden, zo zouden zij de Heere der heerlijkheid niet gekruisigd hebben”!
In geen enkele religie lees of hoor je dan ook dat een god naar de aarde is gekomen en zijn leven voor de mensen heeft gegeven. Alle religies worden gekenmerkt, inclusief de zogenaamd “Christelijke” varianten als de Rooms-katholieke Kerk, de Mormonen en de Jehovah’s Getuigen, om maar enkele voorbeelden te noemen, door de stelling dat mensen goede werken moeten doen om eventueel gered te kunnen worden… En zeker weet men het dan vaak nog niet eens!
En dat is dus het verschil met de God van de Bijbel. Hij kwam in Zijn Zoon naar de aarde om Zijn leven te geven, zodat wij mensen gered kunnen worden! Zoals 2 Tim. 1 : 9 en 10 zeggen: “Die ons heeft zalig gemaakt, en geroepen met een heilige roeping; niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus, voor de tijden der eeuwen; Doch nu geopenbaard is door de verschijning van onzen Zaligmaker Jezus Christus, Die de dood heeft te niet gedaan, en het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht door het Evangelie”.
Maar waarom was er dan al in zoveel religies een blauwdruk van een zogenaamde geboren god aanwezig? Dat is niet vreemd, want reeds in Gen. 3 : 15 was bekend dat er uit een maagd een kind geboren zou worden Dat de mensen zou redden. In Gen. 3 : 15 lezen we: “En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; dat zal u de kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen”. Hier wordt de maagdelijke geboorte reeds aangekondigd… Daar had de Heere geen verborgenheid van gemaakt, en dat is door de duivel vele malen in de wereld gekopieerd, om zoveel mogelijk valse messiassen te hebben. Zodat zoveel mogelijk mensen hem zouden aanbidden, en de Heere zouden vergeten. En daarmee neemt hij zoveel mogelijk mensen mee in zijn val! Hij is immers de “mensenmoorder van den beginne” (Joh. 8 : 44)!
De zonnegod en de maangod verspreid via Babel
Maar hoe komt het dat dit zo verbreid is geworden in de wereld? Dat is ook niet vreemd. Na de zondvloed stammen alle mensen af van Noach en zijn drie zonen. In Gen. 9 : 19 lezen we: “Deze drie waren de zonen van Noach; en van dezen is de ganse aarde overspreid”. Noach en zijn gezin kenden en dienden God, daarom had de Heere hem ook gered van de zondvloed (Gen. 6 : 8, 9). Maar Noach kreeg een opdracht van de Heere mee om te vermenigvuldigen en zich over de aarde te verspreiden (Gen. 9 : 1). Maar de mensen waren blijkbaar in opstand tegen God, ze gingen op één plek wonen, en in plaats van op God te vertrouwen, maakten ze een hele hoge toren: de Toren van Babel (Gen. 11 : 2, 4). Degene die Babel gebouwd heeft is Nimrod. In Gen. 10 : 9, waar we geschreven vinden over Nimrod: “Hij was een geweldig jager voor het aangezicht des HEEREN; daarom wordt gezegd: Gelijk Nimrod, een geweldig jager voor het aangezicht des HEEREN”. Als wij naar de woorden “een geweldig jager” kijken, dan denken we misschien aan iets positiefs, maar als we naar de kanttekeningen bij de Statenvertaling kijken, dan zien we dat die woorden een iets andere betekenis hebben:
“Hebr. geweldig in jacht, namelijk, niet alleen der beesten, maar ook der mensen, met wie hij handelde gelijk de jagers met het wild, dat zij doden of bedwingen naar hun lust. (…) Dat is, openlijk en stoutelijk, zonder vrees voor God en schaamte voor de mensen” [8].
En “stoutelijk” betekent daarin “brutaal, ongehoorzaam”. En op die basis werd het eerste Babel gebouwd. Kijk maar in Gen. 10 : 10: “En het beginsel van zijn rijk was Babel, en Erech, en Akkad, en Kalne in het land Sinear”. Van hieruit zorgde de Heere dat de volken over de aarde verspreid werden (Gen. 11 : 8, 9). Hier, in Babel, ontstond de verering van de zonnegod en de maangod. Hier ontstond de verering van de moeder-kind religie. Nu heeft Alexander Hislop dit uitgewerkt in zijn boek “The Two Babylons” en hij vergelijkt de Rooms-katholieke verering met de oude heidense verering. Door verschillenden wordt dit tegengesproken als dat er geen bewijs voor zou zijn. Het zou maar een theorie zijn. Maar… feit is dat de Heere de opstandige volken vanuit Babel verpreidde, en dat er onder de volken zeer veel overeenkomsten zijn tussen de oude religies, die terug te voeren zijn op de zonnegod en de maangod van Babel!
“Verborgenheid, het grote Babylon”
En laten we wel zijn. Het Bijbelboek Openbaring spreekt over de geestelijke hoererij van “Verborgenheid, het grote Babylon” in de eindtijd en de Grote Verdrukking (Openb. 17 : 5). Het is de Rooms-katholieke Kerk die de heidense verering overgenomen heeft, en die juist in deze tijd zo aanstuurt op een vereniging van alle religies. En laten we wel beseffen dat het deze kerk is waar we de zonnegod zien hangen, met de letters: IHS. En waar staat IHS voor? Men beweert dat dit in het Latijn staat voor “Jezus de Redder van mensen”. Maar hoe zal een aanbidder van Isis deze letters beschouwen? Heel gewoon: Isis, Horus en Seb, oftewel de moeder-kind combinatie met de vader erbij [9]. En deze letters staan vaak in een zon… Dat is toch niet toevallig? Het is deze kerk die steeds verder de andere religies onder zich probeert te krijgen, maar voornamelijk toch wel de Moslims. Maar wat zien we op veel moskeeën prijken? Of op de vlag van een Islamitisch land als Turkije? Dat is nu net de wassende maan! Nu blijkt het dat in Arabië, in de tijd van Mohammed, de maangod vereerd werd. Er zijn diverse inscripties gevonden van de naam van de maangod. Terwijl deze “Sin” heette, luidde zijn titel: “al-ilah” (de godheid). En het is deze titel die afgekort werd tot “Allah” in de tijd voor Mohammed. Mensen werden hier zelfs naar vernoemd. En familie van Mohammed, zijn vader en oom, hadden “Allah” als deel van hun naam [10]. De verering van Allah door de Koran heeft dus niet zijn oorsprong in de God van de Bijbel, maar vindt zijn oorsprong, net als de andere religies, in de Baäl- en Belverering van Kanaän en Babel! Geen wonder dat Rome en Mekka het zo goed kunnen vinden samen!
De God van de Bijbel is Uniek!
Mensen kunnen uit zichzelf niet bij God komen, daarom kwam Hij naar hen toe! In de Heere Jezus…, maar ook in de tijd van Abraham was dat al zo. Daar waar Noach de Heere nog geloofde met zijn gezin, daar riep God Abraham te midden van alle afgoderij. Abraham woonde in Ur der Chaldeeën, en daar werden de genoemde afgoden, met name de maangodin, vereerd. En Abraham en zijn familie waren dan ook heidense afgodendienaars. In Jozua 24 : 2 en 3 lezen we: “Toen zeide Jozua tot het ganse volk: Alzo zegt de HEERE, de God Israëls: Over gene zijde der rivier hebben uw vaders van ouds gewoond, namelijk Terah, de vader van Abraham, en de vader van Nahor; en zij hebben andere goden gediend. Toen nam Ik uw vader Abraham van gene zijde der rivier, en deed hem wandelen door het ganse land Kanaän; Ik vermeerderde ook zijn zaad en gaf hem Izak”. En hier zien we dus hoe de Heere Zichzelf heeft geopenbaard aan Abraham! Hij haalt hem uit de volken om uit hem uiteindelijk het volk Israël te laten ontstaan. Diverse keren klinkt dan de waarschuwing dat zij zich niet moeten inlaten met de andere goden van de andere volken. In Deut. 12 : 30 en 31 lezen we: “Wacht u, dat gij niet verstrikt wordt achter hen, nadat zij voor uw aangezicht zullen verdelgd zijn; en dat gij niet vraagt naar hun goden, zeggende: Zoals deze volken hun goden gediend hebben, alzo zal ik ook doen. Gij zult de Heere, uw God, alzo niet doen; want al wat de HEERE een gruwel is, dat Hij haat, hebben zij hun goden gedaan; want zij hebben ook hun zonen en hun dochters met vuur verbrand voor hun goden”. De Heere laat telkens zien dat Hij een andere God is, dan de goden der volken! Later in de geschiedenis zegt de Heere in Jer. 46 : 25 bijvoorbeeld: “De Heere der heerscharen, de God Israëls, zegt: Ziet, Ik zal bezoeking doen over de menigte van No, en over Faraö, en over Egypte, en over haar goden, en over haar koningen, ja, over Faraö, en over degenen, die op hem vertrouwen”.
In Rom. 3 : 29 zegt de Heere door Paulus: “Is God een God der Joden alleen? En is Hij het niet ook der heidenen? Ja, ook der heidenen”. Maar de Heere Jezus maakte reeds duidelijk dat “de zaligheid is uit de Joden” (Joh. 4 : 22). De Heere wil graag dat door Jezus Christus ook de heidenen tot geloof komen (2 Petr. 3 : 9), zodat de zegen van Abraham ook naar de volken gaat (Gen. 12 : 3). In Gal. 3 : 14, 16 en 29 staat geschreven: “Opdat de zegening van Abraham tot de heidenen komen zou in Christus Jezus, en opdat wij de belofte des Geestes verkrijgen zouden door het geloof. (...) Nu zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En aan de zaden, als van velen; maar als van één: En aan uw zaad, hetwelk is Christus. (…) En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen”. Er is dus maar één echte God!
“Dat gij u (…) zoudt bekeren tot de levende God”
Er zijn vandaag de dag mensen die zeggen dat verschillende culturen de Heere God op hun eigen manier mogen beleven. Zij gaan er vanuit dat Jezus de eigen cultuur van diverse volken extra kleur geeft. Maar… dan ontstaat er opnieuw vermenging. Dan blijven mensen oude heidense gebruiken hanteren, om daarnaast ook het geloof in Jezus aan te hangen…Dat is eigenlijk hetgeen de Rooms-katholieke Kerk in het verleden gedaan heeft. Maar dat gaat dus juist niet! De Heere God riep Abraham weg uit zijn oude afgoderij en Hij moest leren om de Heere alleen te dienen. Toen Paulus het Evangelie verkondigde zei hij niet dat de mensen al een eind op weg waren met al die Griekse goden te vereren. Nee, hij zei: Wij “verkondigen u, dat gij u van deze ijdele dingen zoudt bekeren tot de levende God, Die gemaakt heeft de hemel, en de aarde, en de zee, en al wat daarin is” (Hand. 14 : 15).
En zo is het met de Gemeente van Jezus Christus: zij wordt uit de heidenen geroepen! In Hand. 15 : 12 – 14 lezen we: “En heel de menigte zweeg stil, en zij hoorden Barnabas en Paulus verhalen, wat grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen gedaan had. En nadat dezen zwegen, antwoordde Jakobus, zeggende: Mannen broeders, hoort mij. Simeon heeft verhaald hoe God eerst de heidenen heeft bezocht, om uit hen een volk aan te nemen voor Zijn Naam”. En dat is wat we in de hemel weerzien. In Openb. 5 : 9 – 10 lezen we: “En zij zongen een nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig dat boek te nemen, en zijn zegels te openen; want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie; En Gij hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters; en wij zullen als koningen heersen op de aarde”. God redt niet de culturen en de volken, maar Hij redt individuele mensen uit die volken. Zij moeten zich dan bekeren van hun afgoden, en vertrouwen op het reinigende bloed van de Heere Jezus, want Hij is: “...de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot de Vader, dan door” Hem (Joh. 14 : 6).
“Want van u is het Woord des Heeren ruchtbaar geworden niet alleen in Macedonie en Achaje; maar ook in alle plaatsen is uw geloof, dat gij op God hebt, uitgegaan, zodat wij niet van node hebben, iets daarvan te spreken. Want zijzelf verkondigen van ons, hoedanige ingang wij tot u hebben, en hoe gij tot God bekeerd zijt van de afgoden, om de levende en waarachtige God te dienen” (1 Thess. 1 : 8 – 9).
Zie ook het vervolg op deze studie: "Eigenlijk zijn er maar twee soorten religies...".
[1] ‘De Heilige Qor’aan’, Onder auspiciën van Hazrat Mirza Tahir Ahmad, Khalifatul Masih IV, Islam International Publications Limited, 2001, Sura 4 : 172, blz. 97, 98.
[2] ‘Krishna (god)’, Wikipedia, De vrije encyclopedie, bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Krishna_(god).
[3] ‘De mythen van de asana's: het verhaal achter de yogahoudingen’, Arjuna van der Kooij, Alanna Kaivalya, Gottmer Uitgevers Groep, 2015, bron: https://books.google.nl/books?id=l_bVBAAAQBAJ&pg=PT35&lpg=PT35&dq=Krishna+liegt&source=bl&ots=DtH_qXbtX6&sig=y86ifbUc0XPqFOuagRdl_NeK9gw&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwjNmZfM9erXAhUkB8AKHZIVCxkQ6AEIUTAI#v=onepage&q=Krishna%20liegt&f=false.
[4] ‘De Heilige Qor’aan’, Onder auspiciën van Hazrat Mirza Tahir Ahmad, Khalifatul Masih IV, Islam International Publications Limited, 2001, Sura 16 : 107, blz. 261.
[5] ‘Idolatry’, D. Cloud, Way Of Life Encyclopedia of the Bible & Christianity. Zie woord ‘Idolatry’.
[6] ‘Idolatry’, D. Cloud, Way Of Life Encyclopedia of the Bible & Christianity. Zie woord ‘Idolatry’.
[7] ‘Isjtarpoort’, Wikipedia, De vrije encyclopedie, bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Isjtarpoort.
[8] ‘BIJBEL MET KANTTEKENINGEN’, deel 1: Genesis – Esther, Den Hertog, Houten, 1997, blz. 29.
[9] ‘The Two Babylons, or the Papal Wosrhip Proved to be the Worship of Nimrod and his Wife’, Rev. Alexander Hislop, Loizeaux Brothers, Neptune, New Jersey, USA, 1916, 1959, blz. 164.
[10] ‘The Islamic Invasion, Confronting the World’s Fastest Growing Religion’, Robert Morey, Harvest House Pulishers, Eugene, Oregon, USA, 1946, 1992, blz. 215 – 217.