Zal de Opname van de Gemeente plaatsvinden in 2020?



Inleiding

In de studie “De Opname: een mythe?” hebben we gezien dat er velen zijn die aannemen dat de Heere Jezus in 70 na Chr. is teruggekomen, en dus ook dat de Grote Verdrukking al lang voorbij zou zijn. Maar wanneer we het Bijbelboek Openbaring lezen, dan lezen we allemaal gebeurtenissen die nog nooit op deze aardbol hebben plaatsgevonden, en die dus nog toekomst zijn. De Opname van de Gemeente is geen mythe, maar een belofte van de Heere Jezus voor Zijn Gemeente, en tevens een vertroosting. Voordat Gods toorn in de Grote Verdrukking over deze aarde zal gaan, zal Hij de Zijnen thuishalen.


Een datum voor de Opname?

Ook deze Bijbelstudie gaat over de Opname van de Gemeente. Alleen dan vanuit een hele andere hoek. Er zijn ook mensen die wel geloven dat de Gemeente opgenomen gaat worden, maar die Gods Woord beschadigen, omdat zij (iedere keer opnieuw) een datum prikken. In 2017 is de studie “Date setters: 23 september 2017...” op de site geplaatst, omdat velen in dat jaar aannamen dat op 23-9-2017 er van alles zou gaan gebeuren. Ondertussen leven we (met het schrijven van deze studie) in 2019 en de Gemeente is nog steeds op aarde aanwezig. Voor 2017 zijn er vele anderen geweest die een datum genoemd hebben, en iedere keer kwam het niet uit. En mensen die er niet in geloven, die zeggen dan: “Zie je wel, het is wéér niet gebeurd...”. En een verdergaande reactie is dan: “Ach, je moet de Bijbel ook niet letterlijk lezen”. En zo krijgt Gods Woord een deuk door mensen, die nota bene wel in dat Woord zeggen te geloven, en die zelfs de Opname niet “wegverklaren”… Hoe kan dat?

Ondertussen zijn er (in 2019) weer mensen die weer andere jaartallen, en zelfs dagen of een maand, noemen. Zo gaat er het gerucht dat de Heere de Gemeente zou komen halen in mei/juni 2020 (n.a.v. een serie van stukjes uitleg geschreven op het forum van Xandernieuws in 2018) [1]. In deze Bijbelstudie willen we daar verder op ingaan. Met name omdat de bron, die het jaar 2020 noemt, ook Schrift met Schrift vergelijkt. Klopt het dan deze keer wel? Tevens wordt er een beroep gedaan op het feit dat onze God een God van orde is. Hij werkt in Zijn Woord met “symbolische perfectie en absolute orde”, zo stelt men. Nu is het waar, onze God is geen God van verwarring. In 1 Kor. 14 : 33 staat geschreven: “Want God is geen God van verwarring”. En als het gaat om zaken binnen een gemeente, dan krijgen we de opdracht in 1 Kor. 14 : 40: “Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden”. En verder is Gods Woord de Waarheid (Joh. 17 : 17), God kan niet liegen (Tit. 1 : 2). Gods Woord komt van A tot Z uit (zie bijv. ook Openb. 21 : 5 en Openb. 22 : 6). En ja, als we de Bijbelse geschiedenis doorlopen, dan kunnen we daar hele mooie plaatjes en schemaatjes van maken. Dat doen we zelf als “Bijbel en Geloof” ook. Dat kan veel verduidelijken. Maar betekent dat alles ook dat de Heere alle details geopenbaard heeft, zodat wij ook kunnen berekenen wanneer Hij komt?


“De wetenschap zal vermenigvuldigd worden”

Vaak wordt een beroep gedaan op wat Daniël schrijft in Dan. 12 : 4: “En gij, Daniël, sluit deze woorden toe en verzegel dit boek tot den tijd van het einde; velen zullen het naspeuren en de wetenschap zal vermenigvuldigd worden”. In de eindtijd zal de kennis toenemen, we zullen meer zicht hebben op de profetieën, meer als ooit te voren. Dat is helemaal waar. Maar Gods Woord zegt ook in Matth. 24 : 36, waar het in de context gaat over de Tweede Komst van de Heere Jezus op aarde: “Doch van dien dag en ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen”. En wanneer het moment van de Tweede Komst door niemand geweten kan worden, dan kan het moment van de Opname van de Gemeente, ongeveer 7 jaar eerder, ook niet geweten worden! Dat zegt Gods Woord. En wij hebben de opdracht om alles te toetsen aan Gods Woord. In Hand. 17 : 11 lezen we: “En dezen waren edeler dan die te Thessaloníca waren, als die het Woord ontvingen met alle toegenegenheid, onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren”. Dus ja, de kennis neemt in de eindtijd toe, maar die zal nooit ingaan tegen hetgeen geschreven is. Anders zou God een leugenaar zijn!


Was Daniël dan ook niet aan het rekenen?

“Maar…”, zegt men dan, “Daniël rekende ook“ [2]! In Dan. 9 : 1 en 2 lezen we bijvoorbeeld: “IN het eerste jaar van Daríus, den zoon van Ahasvéros, uit het zaad der Meden, die koning gemaakt was over het koninkrijk der Chaldeeën; In het eerste jaar zijner regering merkte ik, Daniël, in de boeken, dat het getal der jaren, van dewelke het woord des HEEREN tot den profeet Jeremía geschied was, in het vervullen der verwoestingen van Jeruzalem, zeventig jaar was”. Daniël las in Gods Woord, en hij las dat de Babylonische Ballingschap 70 jaar zou duren (Jer. 29 : 10). Hij wist dus dat er een einde aan zou komen. En ook wanneer… Maar is dit dan een reden voor ons om ook te gaan berekenen wanneer de Heere de Gemeente komt halen? Ja, we weten dat de Grote Verdrukking zeven jaar zal duren. Dat daarna Zijn Koninkrijk 1.000 jaar zal duren. Maar het is de Heere Zelf, Die in Zijn Woord duidelijk maakt, dat wij het begin van dat Koninkrijk, en dus ook het begin van de Opname, niet kunnen weten. Wij weten zóveel op basis van Gods Woord, dat is gewoon geweldig, maar dát weten we niet.

Maar dat Daniël rekende – wat overigens niet eens letterlijk in die tekst staat, maar hij hield wel rekening met de zeventig jaar, die wel letterlijk in Gods Woord staat, en hij wist natuurlijk wanneer hij in Ballingschap was gegaan – dát mag en kan ons niet aanzetten om een jaar en dag te noemen voor de Opname, want dan zijn wij in overtreding aan Gods Woord.


De aarde: 7.000 jaar “geschiedenis”

Maar waar gaat het om? Allereerst wordt er van het Bijbelse gegeven uitgegaan dat de aarde, zoals wij die kennen, 7.000 jaar zal bestaan. Voor elke Scheppingsdag 1.000 jaar en de 7e dag, het Duizendjarig Vrederijk, als een “rustdag”. Waar baseert men dit op? Van het Duizendjarig Vrederijk staat letterlijk geschreven dat deze 1.000 jaar zal duren. In Openb. 20 : 6 lezen we bijvoorbeeld: “Zalig en heilig is hij die deel heeft in de eerste opstanding; over dezen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen heersen duizend jaren”. In Openb. 20 komen die “duizend jaren” wel 6 keer voor. Nu wordt het Duizendjarig Vrederijk voorafgegaan door de Grote Verdrukking, ook wel “de dag des Heeren” genoemd. In de profeten lees je over “de dag des Heeren” die begint met “duisternis en donkerheid”, maar die uitloopt op de komst van de Messias, waarna de Heere met Israël zal zijn en het volk in vrede en overvloed zal leven (zie bijv. Joël 2, 3; Jer. 30, 31). Zo zegt de Heere over die periode in Jes. 14 : 7: “De ganse aarde rust, zij is stil; zij maken groot geschal met gejuich”. Die 1.000 jaar zullen dus een periode van rust zijn, net zoals de Heere God na het Scheppingswerk rustte op de 7e dag (Gen. 2 : 2).


Gods dagen van 1.000 jaar

Dat Gods dagen, zoals hieruit blijkt, 1.000 jaar zijn, is niet vreemd. In 2 Petr. 3 : 8 lezen we: “Doch deze ene zaak zij u niet onbekend, geliefden, dat één dag bij den Heere is als duizend jaren, en duizend jaren als één dag”. Vaak wordt deze tekst aangegrepen om te zeggen dat we, als het om de tijd gaat, er helemaal niets over kunnen zeggen. Het wordt dan meer symbolisch gezien. Maar doordat de Heere aangeeft dat Zijn dag 1.000 jaar zal duren, en diezelfde dag aanduidt als “de dag des Heeren”, is duidelijk dat we te maken hebben met een profetische dag die weldegelijk staat voor 1.000 jaar. Maar hoe komen we erop dat het Duizendjarig Vrederijk de 7e dag is, en dat deze overeenkomt met de 7e Scheppingsdag?


Een profetische blik op de Tweede Komst

In Matth. 17 : 1 – 13 krijgen we een profetische heenwijs naar de Tweede Komst van de Heere Jezus. Het betreft de geschiedenis van de verheerlijking op de berg, waar de Heere Jezus voor de ogen van drie discipelen veranderde van gedaante. Daarvan staat geschreven in Matth. 17 : 2: “En Hij werd voor hen veranderd van gedaante; en Zijn aangezicht blonk gelijk de zon, en Zijn klederen werden wit gelijk het licht”. Dat deze verandering, gepaard gaande met de verschijning van Mozes en Elia (Matth. 17 : 3; Mal. 4 : 4, 5), heenwijst naar Zijn letterlijke Tweede Komst op aarde, blijkt uit hetgeen geschreven staat in Matth. 16 : 28: “Voorwaar zeg Ik u: Er zijn sommigen van die hier staan, dewelke den dood niet smaken zullen, totdat zij den Zoon des mensen zullen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk”. Die sommigen betreffen dus “Petrus en Jakobus en Johannes”. En Petrus geeft dit ook aan in 2 Petr. 1 : 16 – 18: “Want wij zijn geen kunstiglijk verdichte fabelen nagevolgd, als wij u bekendgemaakt hebben de kracht en toekomst van onzen Heere Jezus Christus, maar wij zijn aanschouwers geweest van Zijn majesteit. Want Hij heeft van God den Vader eer en heerlijkheid ontvangen, als zodanig een stem van de hoogwaardige Heerlijkheid tot Hem gebracht werd: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb. En deze stem hebben wij gehoord, als zij van den hemel gebracht is geweest, toen wij met Hem op den heiligen berg waren”. Die drie apostelen waren op dat moment getuige van “Zijn majesteit”, en daarom maken zij de “kracht en toekomst van onze Heere Jezus Christus” bekend. Maar wat lezen we dan in Matth. 17 : 1: “EN na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus en Jakobus en Johannes, zijn broeder, en bracht hen op een hogen berg alleen”. Het feit dat hier staat “en na zes dagen” is geen toeval. Dit heeft inderdaad met die perfecte God te maken, die met Zijn alwetendheid en voorkennis, de geschiedenis stuurt. Deze gebeurtenis vond toen plaats na zes dagen, maar… in de context van de Tweede Komst is dit heel belangrijk. Want Zijn Tweede Komst zal zijn na 6 profetische dagen, oftewel na 6 duizend jaar.


Israël zal “op den derde dag” verrijzen

En laten we dan eens kijken in Hosea 6 : 1 – 3. Daar vinden we geschreven: “KOMT en laat ons wederkeren tot den HEERE, want Hij heeft verscheurd en Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen en Hij zal ons verbinden. Hij zal ons na twee dagen levend maken; op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen, en wij zullen voor Zijn aangezicht leven. Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen om den HEERE te kennen; Zijn uitgang is bereid als de dageraad; en Hij zal tot ons komen als een regen, als de spade regen en vroege regen des lands”. Dit gedeelte gaat over Israëls herstel. Dit gaat niet over het gedeeltelijke herstel na de Babylonische Ballingschap, want die duurde 70 jaar. Nee, nadat Israël de Heere Jezus heeft verworpen, is Jeruzalem verwoest en zijn de Joden 2.000 jaar achterna gezeten. Dat is gebeurd tijdens de Gemeente-bedeling. De Tweede Wereldoorlog is daar een goed voorbeeld van. Maar op de derde dag zal er herstel zijn! Dus na 2.000 jaar komt die 1.000 jaar van rust. Mooi hè? Maar hier zien we inderdaad dat die Gemeente-tijd 2.000 jaar zal duren. Met andere woorden, de geschiedenis van de aarde na het kruis van de Heere Jezus duurt 3.000 jaar tot en met het Duizendjarig Vrederijk.


De 4.000 jaar van het Oude Testament

En dan houden we 4.000 jaar geschiedenis voor het Oude Testament over. En wanneer men het Oude Testament gaat uitzetten op een tijdlijn dan komt men inderdaad op zo’n vierduizend jaar geschiedenis. Heel mooi is dit ook weergegeven in het volgende schema van Clarence Larkin: “De Zeven Duizend Jaren van de Menselijke Geschiedenis” [3]:

De Zeven Duizend Jaren van de Menselijke geschiedenis. Bron: ‘Dispensational Truth or God’s Plan and Purpose in the Ages’, Clarence Larkin, Rev. Clarence Larkin Est. Glenside, Pa., USA, 1918, blz. 16.

Dit is inderdaad een goede Bijbelse basis. We zien de Bijbelse geschiedenis in de tijd gewoon voor onze ogen afgeschilderd.


Na het licht op de vierde dag, komt er leven op de vijfde dag

Heel mooi, vanuit de Schepping geredeneerd, blijkt ook hoe de Heere gepland heeft om Zijn Zoon op de vierde dag te sturen. Wat gebeurde er in de Schepping op de vierde dag? In Gen. 1 : 14 – 16 lezen we: “En God zeide: Dat er lichten zijn in het uitspansel des hemels, om scheiding te maken tussen den dag en tussen den nacht; en dat zij zijn tot tekenen en tot gezette tijden, en tot dagen en jaren. En dat zij zijn tot lichten in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde. En het was alzo. God dan maakte die twee grote lichten; het grote licht tot heerschappij des daags, en het kleine licht tot heerschappij des nachts; ook de sterren”.   En in Gen. 1 : 19 zie je dan dat dit de vierde dag betreft. “Het grote licht” is natuurlijk de zon. Maar waar is de zon in Gods Woord een type van? Van de Heere Jezus. Mal. 4 : 2 spreekt over de Tweede Komst van de Heere Jezus, en zegt: “Ulieden daarentegen die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan, ...”. En ondanks dat er vóór dag 4 al planten groeiden, spreekt de Heere op de 5e dag voor het eerst over leven. In Gen. 1 : 20 staat geschreven: “En God zeide: Dat de wateren overvloediglijk voortbrengen een gewemel van levende zielen; en het gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel des hemels”. En ook in Gen. 1 : 24 wordt weer gesproken over “levende zielen” op de zesde dag. Maar het gaat erom, dat de Heere voor het eerst spreekt over LEVEN(!) op de vijfde dag, nadat de zon verschenen is. En hoe mooi is dat beeld. Want het is de Heere Jezus Die leven kwam geven. In 1 Joh. 5 : 12 en 13 lezen we daar bijvoorbeeld over: “Die den Zoon heeft, die heeft het leven; die den Zone Gods niet heeft, die heeft het leven niet. Deze dingen heb ik u geschreven, die gelooft in den Naam van den Zone Gods; opdat gij weet dat gij het eeuwige leven hebt, en opdat gij gelooft in den Naam des Zoons van God”. En hier zien we opnieuw, naast de zevende dag van rust, hoe in de Schepping Gods heenwijzen zitten, profetisch, naar het verloop van de menselijke geschiedenis.


De berekening

Gods Woord zit geweldig in elkaar! Maar wanneer gaat het dan mis als men toch gaat rekenen als het gaat om de Opname? Meestal gaat men er vanuit dat de Schepping plaatsvond in 4004 v. Chr. In de schemaatjes op “Bijbel en Geloof” staat daar meestal (ca.) 4.000 jaar. Maar wanneer men in diverse (Bijbelgetrouwe) Studiebijbels kijkt, dan vindt men meestal dat Gen. 1 plaatsvond in 4004 v. Chr. Sommigen houden 4003 v. Chr. aan. De "voorzegging" dat de Heere terugkomt in 2020 wordt dan als volgt gemaakt. Hier volgt een korte samenvatting:

Het jaar waar wij in leven is 2019 + 4003 = 6022. Dat is gerekend vanaf de Schepping. Dat betekent dat we al over de 6.000 jaar heen zijn. Maar Gods Woord is perfect, dus dat kan niet. Na de zondeval gebruikt de Heere de tijd om Zijn verlossingsplan uit te werken, is de redenatie. Dus heeft men bepaald dat we die periode van het Paradijs eigenlijk niet moeten meerekenen in de eerste dag. Dan zitten we dus in het 6022 – 30 = 5992e jaar. Vervolgens zal de Grote Verdrukking 7 jaar duren, met als gevolg dat we dan nog 1 jaar te gaan hebben (5992 + 7 + 1 = 6.000). Vanaf nu (2019) nog 1 jaar te gaan, zou dus betekenen dat de Heere Jezus ons in 2020 komt halen. In deze beredenering laat men de 1e tot en met de 4e Scheppingsdag (4.000 jaar) niet doorlopen tot op de geboorte van de Heere Jezus, maar tot op het begin van Zijn bediening, 30 jaar later. En de maanden mei/juni zijn bepaald op basis van het Pinksterfeest [4].

Men legt ook de link naar de Joodse jaartelling. Die begint echter in 3761 v. Chr. [5]. En we bevinden ons tot september/oktober 2019 in het jaar 5779. Deze corrigeert men aan de hand van onze jaartelling met de volgende hoeveelheid jaren:  2019 + 4003 – 5779 = 243 jaar. Maar rekenend vanaf de zondeval zou de Joodse jaartelling voor de 6.000 jaar dus 243 – 30 = 213 jaar tekort komen. Men gaat er hierbij dus vanuit dan onze jaartelling correct is. En dan krijgt men dezelfde uitkomst als bij onze jaartelling: We zitten nu in 5779 + 213 = 5992 [6]. En dus moet de Heere in (het gecorrigeerde jaar) 5993 Zijn Gemeente komen halen.

Vervolgens zijn er een heleboel andere facetten in de tijdlijn die hier volledig bij lijken aan te sluiten. Waarvan overigens een aantal ingelegd zijn door bijvoorbeeld de Bijbeltekst aan te passen. Wij zullen daar niet op in gaan. Het voorgaande is de basis van de berekening, maar die basis van deze berekening is al niet goed! Waarom niet?


Klopt onze jaartelling wel?

Allereerst zien we dat men in de berekening de Joodse jaartelling aanpast aan de Christelijke jaartelling. Logischer wijs komt men dan ook op hetzelfde aantal jaren uit. Maar de allereerste vraag, die we ons moeten stellen, is: Klopt onze jaartelling wel? Ooit had men bedacht dat de geboorte van de Heere Jezus het begin van onze jaartelling zou moeten zijn. Men stelde dat jaar op het jaar ‘1’. Maar later heeft men geconstateerd dat het niet helemaal juist was, en dus zeggen nu de meeste mensen dat de Heere Jezus in 4 v. Chr. geboren moet zijn. Degene, die zegt dat de Heere Jezus in 2020 voor ons terugkomt, houdt blijkbaar 3 v. Chr. aan. Maar er zijn er die zeggen dat Hij in 6 v. Chr. is geboren [7]. Maar wie zegt dat zij helemaal gelijk hebben? Misschien is er nog wel een grotere fout gemaakt bij het bepalen van de jaartelling. Wie zal het zeggen...

Zoals u ziet, heeft men het jaar 3 v. Chr. als geboortejaar van de Heere Jezus gebruikt om tot het jaar 2020 te komen. Maar dat is geenszins zeker. En daar begint de onbetrouwbaarheid van de berekening al.


Is de periode van het Paradijs geen deel van Gods Plan?

Vervolgens komt de berekening niet uit met het aantal jaren. Want 4003 + 2019 = 6022. Dan zouden wij al over de 6000 jaar heen zijn. En daarom gaat men de Heere God een handje helpen. Want dan laat men de Schepping en het Paradijs zelf buiten beeld. Wanneer men dat doet, gaat men namelijk niet over de 6000 jaar heen. Want 6022 – 30 = 5992. De reden, die gegeven wordt, is dat de mens in het Paradijs nog niet in zonde gevallen was, en er was toen dus nog geen verlossingsplan nodig. De 6.000 jaar met de 1.000 jaar rust zouden er zijn om tot de wederoprichting van alle dingen te komen [8]. Maar dit is niet reëel. De Schepping en het Paradijs horen net zo goed bij Gods Plan. Uiteindelijk was het Paradijs een soort “testcase” voor de mens, waarin bleek dat de mens in onschuld, maar met vrije wil, uiteindelijk niet tot eer van God kon leven. De mens luisterde naar de verleiding van de satan en viel daardoor. Het Paradijs is gewoon onderdeel van Gods Plan.


Wat is de “leeftijd” van het Oude Testament?

Tevens klopt het niet om de vijfde dag bij de aanvang van de bediening van de Heere Jezus te laten beginnen. Als we kijken naar het type wat de Heere in de Schepping heeft gelegd: eerst Zijn Zoon Die leven geeft, en daarna op de vijfde dag het leven. Waardoor ontstond het leven voor ons? Niet bij de geboorte van de Heere Jezus, maar ook niet bij de start van Zijn bediening. Het leven voor ons ontstond door de kruisdood van de Heere Jezus. In Ef. 2 : 16 staat zo mooi geschreven: “En opdat Hij die beiden met God in één lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap aan hetzelve gedood hebbende”. Zowel Jood als heiden, die in de Heere Jezus geloven, zijn door Zijn kruisdood verzoend en in het Lichaam van de Heere Jezus. Dus door Zijn kruisdood is er wedergeboorte mogelijk, is er LEVEN mogelijk. Oftewel: de vijfde dag begint bij het kruis van de Heere Jezus. En zo verwonderlijk is dat niet. Weliswaar noemen we de Evangeliën al Nieuwe Testament, maar de periode van de Wet bijvoorbeeld loopt dan nog gewoon door totdat het Voorhangsel van de tempel in tweeën scheurde bij Zijn dood aan het kruis (Matth. 27 : 51). Toen was de Heere Jezus 33,5 jaar oud. Maar aangezien Hij in 3 v. Chr. geboren werd (die aanname laten we even staan), betekent dit dat de kruisiging in ca. 30 n. Chr. was. Maar dat zou de “leeftijd” van het Oude Testament op 4003 + 30 = 4033 jaar brengen. Is dat dan een probleem?

Nee, want ook de 4003 jaar van het Oude Testament zijn een aanname. In het boek de “Chronology of the Old Testament” laat men de schema’s ook in 4004 v. Chr. beginnen. Maar… de auteur laat wel de volgende tabel zien, met daarin verschillende onderzoekers die de scheppingsdatum berekend hebben [9]:

De scheppingsdatum volgens verschillende onderzoekers. Bron: ‘Chronology of the Old Testament, A Return to the Basics’, Floyd Nolen Jones Th.D., Ph.D., Kingsword Press, The Woodlands, Texas, USA, 1999, blz. 26.
En wat opvalt, is dat het enigszins uiteenloopt. De meesten zitten rond de 4.000 jaar v. Chr.. Een enkele rond de 5400 jaar v. Chr. De twee grote getallen van ca. 5400 zijn ontstaan met de Septuaginta als bron [10]. Aangezien dat een Alexandrijnse bron is, zijn deze vals. Dan blijven alleen de jaartallen over die gebaseerd zijn op het Hebreeuws. Maar zien we dan dat er een scheppingsjaar bij staat van 3970? Als we daar de 30 jaren na Chr. tot aan de kruisiging bij tellen, dan krijgen we 4.000 jaar voor de eerste vier dagen, inclusief de Schepping, er even vanuitgaand dat de dagen altijd exact 1.000 jaar moeten zijn in plaats van om en nabij, wat ook nog een optie is. Maar daar gaan we nu niet op in.


Waar komt het jaar 4.004 v. Chr vandaan?

De meeste Bijbelgetrouwe bronnen zeggen dat de Schepping in 4004 v. Chr. was. Waarschijnlijk omdat men algemeen aanneemt dat de Heere Jezus in 4 v. Chr. geboren is. Men laat de vier dagen van het Oude Testament vaak tot aan Zijn geboorte lopen, dus moet de Schepping in 4004 v. Chr. geweest zijn. En ja, ook dat jaar staat in de genoemde tabel! Mijn vermoeden is, op grond van wat de Schrift over de vierde en vijfde dag laat zien, dat dat eigenlijk niet correct is. De schrijver van het boek, waarin de tabel staat, is dan ook zo eerlijk om te zeggen:

“Indien kaart 1 [de afleiding van 4004 v. Chr.] niet correct is, dan zijn de andere kaarten, die hierop gebaseerd zijn, ook niet correct. Daarom is kaart 1 ook zo belangrijk. Maar het dient opgemerkt te worden dat alhoewel specifieke data niet correct kunnen zijn, als de eerste kaart een fout bevat, dan blijven verhoudingsgewijs alle andere kaarten wel intact, zij zullen alleen een nieuwe begin- en einddatum nodig hebben” [11].

Met andere woorden: niet alleen onze jaartelling is niet geheel zeker, ook de scheppingsdatum is niet geheel zeker.


Wat is de duur van de Grote Verdrukking?

En dan iets wat niet direct invloed heeft op de datum van de Opname, maar het heeft wel invloed op het moment van de Tweede Komst. De impact is niet zo heel groot, maar ook hier blijkt dat we voorzichtig moeten zijn. Wij gaan ervan uit dat de duur van de Grote Verdrukking 7 jaar is. En ik denk dat dat het meest veilige is. Maar er zijn teksten die net even andere aantallen van dagen laten zien. De volgende alinea maakt dat duidelijk:

Op basis van Dan. 9 : 27 weten we dat de helft van de zeventigste jaarweek een belangrijk moment is. In Openbaring wordt gesproken over 42 maanden, dat is 3,5 jaar (zie bijv. Openb. 13 : 5). Ook wordt wel gesproken over 1260 dagen, wat ook 3,5 jaar is gebaseerd op maanden van 30 dagen (Openb. 12 : 6). Met andere woorden: er zijn twee helften van 3,5 jaar. Maar Dan. 8 : 14 geeft voor de tweede helft van de Grote Verdrukking toch een net iets ander aantal dagen: “En Hij zeide tot mij: Tot tweeduizend en driehonderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom gerechtvaardigd worden”. 2300 dagen maakt dat het tweede deel van de Grote Verdrukking opeens 1040 dagen zou duren. Zo geeft Daniël 12 : 11 voor de tweede helft van de Grote Verdrukking 1290 dagen, dat is 30 dagen extra. En Daniël 12 : 12 rekt dat geheel nog iets op: “Welgelukzalig is hij die verwacht en raakt tot duizend driehonderd vijf en dertig dagen”. Als je dit laatste als uitgangspunt neemt dan zou de Grote Verdrukking geen 2520 dagen maar 2595 dagen duren. Dat is nog steeds ongeveer 7 jaar, maar wel meer, namelijk: 7,2 jaar, gebaseerd op maanden van 30 dagen. Sommigen zullen dan roepen: “O, de Bijbel is fout vertaald… Aanpassen maar”! Maar dat is niet de bedoeling. Dit is wat er staat. En het zal ongetwijfeld een bedoeling hebben. Maar dit op een rijtje zetten is lastig. En soms moeten we dan gewoon zeggen: "We weten het niet".


Wij kunnen de dag van de Opname niet berekenen!

Op basis van andere profetieën kunnen we ook een indicatie krijgen wanneer de Heere Zijn Gemeente zal komen halen. En let op: we geven deze verzen niet om een jaartal te noemen. Dus “Bijbel en Geloof” noemt geen dag of uur! Houdt dat vast.

Maar als we vanaf de vijfde dag rekenen (30 na Chr.), dan heeft de Heere volgens Zijn Woord 2000 jaar tot 2030 – 7 = 2023 de tijd. Dat is ook heel dichtbij.

Maar... wat als Hoséa 6 hierin maatgevend is, in die zin dat er twee dagen geweest moeten zijn van verscheuring en slaag voor Israël (Hos. 6 : 1)? Die periode is pas ingegaan in 70 na Chr., met de verwoesting van Jeruzalem. Als dat zo is, dan loopt Gods kalender voor de Gemeente echt nog door tot (70 + 2000 =) 2070 – 7 = 2063.
Houden we dan rekening met het feit dat Openbaring en Daniël in maanden van 30 dagen rekenen, dan moet er bij de 70 (2000*360 dagen/365 dagen =) 1973 jaar opgeteld worden, en komen we uit rond 2043 – 7 = 2036.

En die berekening past overigens weer bij een andere profetie. In Matth. 24 wordt gesproken over de vijgenboom waarvan de bladeren uitspruiten. En dan wordt er gezegd dat “dit geslacht zal geenszins voorbij gaan, totdat al deze dingen geschied zijn” (Matth. 24 : 34). We gaan hier nu niet diep op in. Maar de vijgenboom staat in de Bijbel voor Israël. En de staat Israël is er weer sinds 1948. De generatie die dat meemaakt zal alle dingen meemaken. Wat is een generatie in de Bijbel? Er zijn verschillende teksten over. Volgens Ps. 90 : 10 duurt een geslacht 70 – 80 jaar. Maar uit Gen. 15 : 13 en 16 kan men opmaken dat een geslacht 100 jaar kan zijn. Dat betekent 1948 + 100 = 2048. Halen we daar de jaren van de Grote Verdrukking af, dan komen we in 2041. Houden we in dit geval rekening met maanden van 30 dagen dan scheelt dat 1 of 2 jaar.


Klopt de Bijbel dan niet?

Er zijn dus wat open eindjes die wij als mensen niet kunnen plaatsen. Maken dit soort zaken de Bijbel minder vast of minder zeker? Nee, absoluut niet. We zagen hoe mooi de Scheppingsgeschiedenis op de geschiedenis van de mens past. We zagen hoe de Heere in de Schepping liet zien wanneer er leven zou ontstaan. Door Zijn Zoon krijgt de mens het eeuwige leven. We zagen hoe de Heere laat zien dat de wereldgeschiedenis eindigt met een periode van rust voor de aarde. Maar we moeten niet verder willen gaan, dan de Heere in Zijn Woord aan ons openbaart. En we moeten er zeker niet tegenin gaan. Hij heeft voorzien dat de jaartelling van de mens fouten zou bevatten, en misschien, want dat staat niet geschreven, maar misschien heeft Hij het wel zo geleid dat er fouten in die jaartelling zitten. Want Hij zegt nogmaals: “Doch van dien dag en ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen” (Matth. 24 : 36). Gaan we hier tegenin dan kan dat opnieuw leiden tot teleurstelling. Teleurstelling, net zoals bij al die andere voorspellingen, die niet uit zijn gekomen. Want ja, de Heere hoeft blijkbaar nog niet terug te komen in 2020! En als er dan zo hoog opgegeven is over de “symbolische perfectie en absolute orde” van Gods Woord, dan geeft men opnieuw de aanleiding aan mensen om te gaan twijfelen aan Gods Woord, om te gaan twijfelen aan God. En dat willen wij toch niet op ons geweten hebben?


Tot slot

Ondertussen mogen wij absoluut wel weten in welke tijdsperiode we leven. Als we kijken naar de tekenen der tijden, die Gods Woord wél geeft, dan weten we dat we onze Heere steeds meer mogen verwachten. Maar of dat dit jaar zal zijn (2019), volgend jaar (2020, en dan niet vanwege die on-Bijbelse berekening, maar gewoon omdat de Heere kán komen, óók in 2020) of over vijf jaar, of over 10 jaar, we weten het niet. Er is overigens één profetie die nog wel in vervulling moet gaan, daarover kunt u lezen in de studie "Die hem nu wederhoudt". Maar hoe meer we het om ons heen achteruit zien hollen, hoe meer we ons mogen vertroosten met de woorden dat Hij ons zal komen halen (1 Thess. 4 : 18). En voor onze verzekering in het geloof hebben wij geen enkele berekening nodig. Als wederom geborenen, als kinderen van God, zijn wij verzekerd van ons behoud in de Heere Jezus Christus en we hebben een heerlijke toekomst in het vooruitzicht. Bent u wederom geboren? Bent u een kind van God? En weet u zich daardoor verzekerd van een heerlijke toekomst?

“… Amen. Ja, kom, Heere Jezus” (Openb. 22 : 20).



[1]  Zie op: http://oud.xandernieuws.net/content/2013/01/Ik-Geloof-Geloofsforum-31@pagefor=commentpagination_content_665381&pagenr=207.html.
[2]  Zie op: http://oud.xandernieuws.net/content/2013/01/Ik-Geloof-Geloofsforum-31@pagefor=commentpagination_content_665381&pagenr=212.html.
[3]  ‘Dispensational Truth or God’s Plan and Purpose in the Ages’, Clarence Larkin, Rev. Clarence Larkin Est. Glenside, Pa., USA, 1918, blz. 16.
[4]  Zie op: http://oud.xandernieuws.net/content/2013/01/Ik-Geloof-Geloofsforum-31@pagefor=commentpagination_content_665381&pagenr=207.html.
[5]  ‘Joodse kalender’, Wikipedia, De vrije encyclopedie, bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Joodse_kalender.
[6]  Zie op: http://oud.xandernieuws.net/content/2013/01/Ik-Geloof-Geloofsforum-31@pagefor=commentpagination_content_665381&pagenr=207.html.
[7]  ‘Christelijke jaartelling’, Wikipedia, De vrije encyclopedie, bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Christelijke_jaartelling.
[8]  Zie op: http://oud.xandernieuws.net/content/2013/01/Ik-Geloof-Geloofsforum-31@pagefor=commentpagination_content_665381&pagenr=214.html.
[9]  ‘Chronology of the Old Testament, A Return to the Basics’, Floyd Nolen Jones Th.D., Ph.D., Kingsword Press, The Woodlands, Texas, USA, 1999, blz. 26.
[10] ‘Chronology of the Old Testament, A Return to the Basics’, Floyd Nolen Jones Th.D., Ph.D., Kingsword Press, The Woodlands, Texas, USA, 1999, blz. 27.
[11] ‘Chronology of the Old Testament, A Return to the Basics’, Floyd Nolen Jones Th.D., Ph.D., Kingsword Press, The Woodlands, Texas, USA, 1999, blz. 28.