De Drie-enige God?



Inleiding

In het Schriftgedeelte Matth. 3 : 13 – 17 zien we zo mooi dat, terwijl de Heere Jezus op aarde is, en de Vader gewoon in de hemel is, dat de Geest Gods, of de Heilige Geest (Luk. 3 : 22), op  de Heere Jezus neer kan dalen in de lichamelijk vorm van een duif. En dan zegt God de Vader vanuit de hemel: “Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb” (Matth. 3 : 17). Heel mooi komt op deze manier tot uitdrukking wat ook wel de “Drie-eenheid” genoemd wordt. De “Drie-eenheid” is een woord dat ik in de verkondiging, en ook in de Bijbelstudies op de site ook nog weleens gebruik. Maar het is een woord dat niet letterlijk uit de Bijbel komt. In de kerkelijke geschriften, bijvoorbeeld een “Belijdenis des Geloofs”, komt het wel voor. Bijvoorbeeld onder de naam “Heilige Drievuldigheid” [1], of een modernere weergave als “Heilige Drieëenheid” [2]. En nu wordt er nog weleens gezegd dat we daarmee in feite de Rooms-katholieke Kerk volgen…! Maar is dit ook zo?


God is Eén

Allereerst is het goed om te zien dat de Schrift laat zien dat er één God is, en deze God is de Schepper van de hemel en de aarde. Dit is de God van Gen. 1 : 1, Die de wereld tot bestaan sprak. Onder de Wet openbaarde die God Zich reeds aan het volk Israël. In Deut. 6 : 4 staat bijvoorbeeld: “Hoor, Israël, de HEERE onze God is een enig HEERE”. Er is slechts één God. En daar zijn veel meer teksten als voorbeeld van te vinden. Ook in het Nieuwe Testament. We lezen in 1 Kor. 8 : 4 het volgende: “Aangaande dan het eten der dingen die den afgoden geofferd zijn, wij weten dat een afgod niets is in de wereld, en dat er geen ander God is dan Eén”. Dat is het Bijbelse uitgangspunt: Er is Eén God!


“Uit de schepselen verstaan en doorzien”

En toch laat de Bijbel zien dat toen de Vader in de hemel was en de Zoon op de aarde, de Heilige Geest uit de hemel kwam en op Hem neerdaalde… Hoe kan dat dan? Eigenlijk is dat niet heel moeilijk te begrijpen... Althans, sommige aspecten blijven misschien lastig en zullen we als mens misschien nooit helemaal begrijpen. Maar toch komt de Bijbel met een heel duidelijk voorbeeld, waardoor het opeens een stuk duidelijker wordt. Het is niet voor niets dat de apostel Paulus van de Heere in Rom. 1 : 20 mag opschrijven: "Want Zijn onzienlijke dingen worden van de schepping der wereld aan uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn". De Heere zegt dat Zijn schepselen onder andere duidelijk maken hoe het zit met Zijn Goddelijkheid... Nu, als mens zijn wij een schepsel van God, en nota bene geschapen naar het Beeld van God (Gen. 1 : 26). Hoe zijn wij geschapen? De Heere beschrijft het in Gen. 2 : 7. Daar staat geschreven: “En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde [de mens heeft een lichaam] en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens [de mens heeft een geest, toen nog een levende geest]; alzo werd de mens tot een levende ziel [de mens heeft een ziel]”. Dit wordt in het Nieuwe Testament nogeens bevestigd. Want wat zegt de Heere in 1 Thess. 5 : 23? "En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest en ziel en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus". Weliswaar hebben wij door de zondeval dat Beeld van God deels verloren, onze natuurlijke status is niet meer wat het geweest is  (de menselijke geest is van nature dood voor God), maar toch bestaat die ene mens nog steeds uit drie. U bent één mens, en toch bestaat u volgens Gods Woord uit drie delen: geest, ziel en lichaam! En daarmee verklaart de Schrift dat er weldegelijk een drie-eenheid bestaat.


Een drie-eenheid bestaat!

Een ander voorbeeld, weliswaar niet zo zeer een schepsel, maar ook uit de schepping: water. Water is één ding, chemisch gezien H2O, en toch verschijnt het zowel als ijs, als vloeistof en als damp. Wanneer water bevriest, dan wordt het vast, we kennen het dan als ijs. Maar het is nog steeds water, het is nog steeds de chemische stof H2O. Wanneer het ijs smelt, dan wordt het vloeibaar, en dan herkennen we het weer als water, de chemische stof H2O. Maar wanneer je dit water gaat verwarmen, dan komt er een moment dat het water gaat verdampen: je krijgt dan waterdamp. Het is nog steeds water, de chemische stof H2O, alleen in damp-vorm. Water is dus water, dat in drie verschillende vormen verschijnt. En het leuke is, het geldt niet voor alle moleculen, maar wel voor water: als je naar het ene molecuul water kijkt, dan bestaat het ook uit drie atomen, twee waterstof atomen en één zuurstof atoom (zie de figuur). En samen vormen ze een drie-eenheid water.

Een molecuul water.

Wat wel weer voor elke atoomsoort geldt, is dat het bestaat uit drie soorten deeltjes: deeltjes die protonen en neutronen heten in de kern, met daar omheen deeltjes die electronen heten. Een drie-eenheid is een verschijnsel van de natuur, waarvan God de Schepper is.

Een atoom.

En zo is God ook een Drie-eenheid

En als we naar dergelijke voorbeelden kijken, dan hoeft het ook niet meer moeilijk te zijn om te begrijpen dat God een Drie-eenheid is: Eén, en toch bestaand uit Drie. En zojuist hebben we daar al even een voorproefje van gezien. En we komen het natuurlijk veel vaker tegen in de Bijbel. Zo lezen we bijvoorbeeld in 2 Korinthe 13 : 13 het volgende: “De genade van den Heere Jezus Christus en de liefde Gods en de gemeenschap des Heiligen Geestes zij met u allen. Amen”. Zo spreekt de Heere God in Gen. 1 van Zichzelf in enkelvoud, en toch óók in meervoud. In Gen. 1 : 26 staat geschreven: “En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt”. God spreekt hier niet over “beelden” of “gelijkenissen”, maar over “beeld” en “gelijkenis”. Maar het vers zegt wel “ONS beeld” en “ONZE gelijkenis”! En daaruit blijkt dat Iemand, Die Eén is, toch uit Meer kan bestaan. Even terug naar onszelf. Kijkt u eens in de spiegel. U bent toch ook geen drie mensen? En toch kijkt u naar lichaam, ziel en geest. En dan weer terug naar de Heere God, Die sprak over “Ons”. In Gen. 1 : 2 lezen we: “De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren”. Zo zien we dat Gods Geest over de wateren zweefde, en dat God (de Vader) sprak. In Gen. 1 : 3 lezen we: “En God zeide: Daar zij licht. En daar werd licht”. Maar hoe heeft God gesproken? Dat heeft Hij middels Zijn Woord gedaan. En wat blijkt: “Zijn Woord“, Die wij kennen als het vleesgeworden Woord, de Heere Jezus, had daar een aandeel in. Buiten het feit dat we in Gen. 1 lezen: “En God zeide”, lezen we namelijk in Joh. 1 : 1 – 3: “IN den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt dat gemaakt is”. En uit Joh. 1 : 14 blijkt dat het daadwerkelijk om de Heere Jezus gaat: “En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid”. Zo zien we duidelijk dat zowel de Vader, als het Woord (de Zoon), als de Heilige Geest in de schepping actief waren. Vandaar ook dat de éne God zei: “Laat Ons mensen maken…”.


De Drie-eenheid aan het werk bij de Vleeswording

Bij de geboorte van de Heere Jezus (Zijn vleeswording) zien we eigenlijk hetzelfde gebeuren. Zowel God de Vader als God de Zoon als de Heilige Geest spelen daar een rol in, en worden ieder weldegelijk ook apart genoemd. In Joh. 3 : 16 lezen we: “Want alzo lief heeft God [God de Vader] de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon [God de Zoon] gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe”. Het mag duidelijk zijn dat zowel de Vader als de Zoon betrokken zijn in de vleeswording. De Zoon werd geboren en Jezus genoemd, of Immanuël, wat “God met ons” betekent (Matth. 1 : 23). Maar ook de Heilige Geest was hierbij betrokken. In Matth. 1 : 18 lezen we hierover: “De geboorte van Jezus Christus was nu aldus: Want als Maria, Zijn moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen Geest”.


De Drie-eenheid aan het werk bij de redding van de mens

En zo zien we bij de redding van de mens ook dat de Heere God wel als drie onderscheiden “delen” binnen de Goddelijkheid werkt. Zowel God de Vader, als God de Zoon, als God de Heilige Geest zijn hierbij betrokken. Zij hebben er Ieder hun eigen “taak” in, waardoor Ze gezamenlijk werken aan de redding van de mens. De bedoeling is dat mensen tot de Vader komen, maar dat kan door niemand anders dan Jezus Christus alleen. In Joh. 14 : 6 lezen we: “Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader dan door Mij”. En als mensen door de Heere Jezus tot de Vader komen, dan is er feest in de hemel. De gelijkenis van “de verloren zoon” maakt dit bijvoorbeeld mooi duidelijk (Luk. 15 : 22, 23). Maar zo lezen we ook in de gelijkenis over “het verloren schaap”: “Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in den hemel over één zondaar die zich bekeert, ...” (Luk. 15 : 7). God heeft de gelovige dan in de Heere Jezus aangenomen als kind van Hem (Ef. 1 : 5). Die mens ontvangt dan de Heilige Geest, en Gods Geest maakt je dan deel van het lichaam van de Heere Jezus (1 Kor. 12 : 13). Zo lezen we in Ef. 1 : 13 en 14 over de rol van de Heilige Geest het volgende: “In Welken ook gij zijt, nadat gij het Woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid, gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte, Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregen verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid”. Ondanks dat de Bijbel laat zien dat God Eén is, zien we opnieuw hoe de Bijbel laat zien dat er weldegelijk een Drie-eenheid is. Er is God de Vader, er is God de Zoon en er is God de Heilige Geest, Die toch “Ieder” Zijn eigen taak heeft als het gaat om de redding van zondaren. En zo zijn er nog wel meer voorbeelden te noemen.


Drie, maar toch Eén

Ook als het gaat om dopen worden Vader, Zoon en Geest apart genoemd. En toch is daar ook weer een hele mooie tekst die de eenheid van Vader, Zoon en Geest aantoont. In Matth. 28 : 19 lezen we: “Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb”. Er is slechts één Naam Die zowel voor de Vader, en de Zoon, en de Heilige Geest geldt. Deze ene Naam is niet Jezus. De Naam die voor alle Drie, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, geldt is “de Heere” (zie ook Hand. 10 : 48). Vandaar ook dat dopen “in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes” hetzelfde is als dopen “in de Naam des Heeren”. Jezus is de Heere, de Heilige Geest is de Heere, de Vader is de Heere; Jezus is God, de Vader is God, de Heilige Geest is God. God is Eén, maar bestaat uit Drie. Net als Zijn schepsel mens, net als een onderdeel van Zijn schepping: water of een atoom.


Sommige teksten blijven misschien lastig...

Zojuist is genoemd dat zowel de Vader, als de Zoon, als de Heilige Geest ieder wel aparte taken hebben binnen de Godheid. En dat maakt de Drie-eenheid toch wel weer moeilijk om te begrijpen. De Drie-eenheid blijft dan ook deels een verborgenheid. Geen enkel voorbeeld kan alle aspecten van de Drie-eenheid verklaren. We kunnen niet volledig verklaren hoe de Heere Jezus kan zeggen: “… want Mijn Vader is meerder dan Ik” (Joh. 14 : 28) als Beiden hetzelfde in Wezen zijn. Dat is dan alleen te verklaren op grond van het feit, dat wanneer de Heere Jezus deze uitspraak doet, dat Hij op aarde in menselijke vorm aanwezig is en de Vader niet. Er is geen volledige verklaring te geven voor het feit dat de Drie-eenheid in de eeuwigheid, na Openbaring 21, in een soort Eenheid zal overgaan, wanneer de Zoon het Koninkrijk aan God de Vader zal overgegeven hebben (1 Kor. 15 : 24). Hijzelf zal dan “onderworpen worden” aan God de Vader, zodat God zal zijn “alles in allen” (1 Kor. 15 : 28), zoals het voor de tijd van Gen. 1 : 1 was. Echter ook dan blijft deels het onderscheid! In Openb. 22 : 1 en 3 lezen we namelijk over “den troon Gods en des Lams”. Er is dan dus één troon voor de Vader en de Zoon! Maar ondanks dat niet alles helemaal te begrijpen is, mogen we op grond van de Bijbel voorbeelden gebruiken, zoals we gedaan hebben, om licht te krijgen op een “lastig” onderwerp als de Drie-eenheid. En veel wordt dan wel duidelijk.


Zijn er Drie Personen in de Godheid?

Door de verschillende taken binnen de Drie-eenheid, en doordat zowel de Vader, als de Zoon, als de Heilige Geest met “Hij” aangesproken worden (bijv. Gen. 1 : 5; Matth. 1 : 21; Joh. 14 : 17), spreekt men ook wel over drie Personen binnen de Drie-eenheid [3]. Voor sommigen geeft dat soms  verwarring. “Dus jullie geloven toch in drie Goden”! Dat is vaak ook wat de Joden de Christenen verwijten. Maar nee, wij geloven NIET in drie Goden! Wij geloven in één God. Net als een molecuul water uit drie delen bestaat, maar toch één molecuul water is. Net als één mens uit drie delen bestaat, en toch één mens is. Maar wat wij als mensen niet kunnen, en wat die Ene God blijkbaar wel kan, is dat die Ene God op verschillende manieren verschijnt. Terwijl God de Vader in de hemel is, kan de Zoon van God in een menselijk lichaam op aarde verschijnen, en kan God Zijn Geest in de vorm van een duif op Hem laten neerdalen; terwijl de Zoon bij de Vader is, kan de Heere Zijn Geest in de harten van mensen uitzenden... Of nog moeilijker: in Joh. 3 : 13 lezen we dat toen de Heere Jezus op aarde was, Hij ook in de hemel was: “En niemand is opgevaren in den hemel, dan Die uit den hemel nedergekomen is, namelijk de Zoon des mensen, Die in den hemel is”. In de meeste nieuwe vertalingen heeft men “Die in den hemel is” weggelaten. Maar in het door de Heere bewaarde Woord van God, de Statenbijbel, is dat zinsdeel gewoon bewaard gebleven. Het feit dat de Heere Jezus zowel op aarde kan zijn, als tegelijkertijd in de hemel, betekent dus dat Hij niet los te zien is van God de Vader, Die Hem gezonden heeft!

En tsja, dat is misschien moeilijk te begrijpen. Maar de Schrift getuigt ervan. Op de Drie Personen wordt in deel 2 van deze studie (“Hoort 1 Joh. 5 : 7 in de Bijbel thuis?”) nog terug gekomen. Maar duidelijker is het misschien om te zeggen dat de Ene God Zichzelf op verschillende wijzen manifesteert. Zoals wij, het schepsel, geschapen naar het Beeld van God, een ziel, een lichaam en een geest hebben, zo heeft God een Ziel (de Vader), een Lichaam (de Zoon) en een Geest (de Heilige Geest). Onze ziel kunnen wij niet zien. Zo is ook God de Vader onzichtbaar. In 1 Tim. 1 : 17 lezen we bijvoorbeeld: “Den Koning nu der eeuwen, den onverderfelijken, den onzienlijken, den alleen wijzen God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen”. En dat de Heere Jezus “het lichaam” van de Godheid is, blijkt ook uit andere verzen. Kol. 2 : 9 zegt bijvoorbeeld: “Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk”. Daardoor liet Hij als Mens op aarde zien wie God is. Hij was het “Beeld des onzienlijken Gods” zegt Kol. 1 : 15. En juist daardoor heeft de Heere Jezus op aarde verklaard Wie God is! In Joh. 1 : 18 lezen we nog: “Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in den schoot des Vaders is, Die heeft Hem ons verklaard”. Het mag duidelijk zijn dat de Heilige Geest de Geest van God is. En zoals wij als ziel, lichaam en geest één zijn: een drie-eenheid, zo is ook God als Vader, Zoon en Geest één: de Drie-eenheid! Maar wat wij niet kunnen, kan Hij wel: deze Drie kunnen apart verschijnen, en hebben Elk eigen taken. We kunnen niet tot een andere conclusie komen. Dát is de Bijbelse Drie-eenheid. Totaal gefundeerd op Gods Woord.


De Heere Jezus verscheen ook in het Oude Testament op aarde

Maar zegt iemand: “De Heere Jezus heeft pas een lichaam gekregen toen Hij geboren werd op aarde”! Ja, en dat klopt. Dus hoe kunnen we dan over de EEUWIGE GOD spreken, als van een God met een ziel, een lichaam en een geest? Het punt is dat de Heere Jezus inderdaad het “vleesgeworden Woord” is vanaf het moment dat Hij in Bethlehem geboren is (Joh. 1 : 14), maar dat betekent niet dat Hij daarvóór niet in “menselijke gelijkenis” op aarde verscheen. Integendeel. In het Oude Testament lezen we ook dat de HEERE op aarde verscheen, en dat terwijl er toch geschreven staat dat “niemand heeft ooit God gezien” (Joh. 1 : 18). Hoe kan dat dan? In het Oude Testament verscheen de HEERE als Engel des Heeren op aarde. En die verschijning spraken de mensen aan met HEERE! Dat betekent dat deze Engel des Heeren reeds een verschijning van de Heere Jezus op aarde was, alleen daar was Hij nog niet vleesgeworden.


“Mijn Naam … is toch wonderlijk”

In deze studie zullen we dit niet uitgebreid uitwerken, maar toch een enkel voorbeeld. In Gen. 16 vinden we de geschiedenis van Abram en Hagar. We zien dat Hagar vlucht voor Sarai (Gen. 16 : 6), en dan staat er in vers 7: “En de Engel des HEEREN vond haar aan een waterfontein in de woestijn, aan de fontein op den weg van Sur”. De Engel des Heeren vertelt Hagar om terug te keren (Gen. 16 : 9). Maar wat antwoordt Hagar vervolgens in vers 13? “En zij noemde den Naam des HEEREN, Die tot haar sprak: Gij, God des aanziens; want zij zeide: Heb ik ook hier gezien naar Dien Die mij aanziet?” Hier lezen we dus dat Hagar met de Heere Zelf sprak! En voor sommige mensen is dat belangrijk (wordt verderop nog op teruggekomen), maar de Heere hier is God, Jehovah! Maar “niemand heeft ooit God gezien”!? Een engel is geen wezen met vleugels, maar wordt in de Bijbel altijd herkend, gezien, als man. Wanneer drie engelen bij Abraham komen, dan ziet hij drie mannen, waarvan overigens ook één de HEERE is (Gen. 18 : 2, 22, 33, 19 : 1). En de “Engel des Heeren” wordt specifiek zo genoemd omdat het om de Heere Zelf gaat. Maar de Vader Zelf is “onzienlijk”. Het gaat om de verschijning van de Heere, Jehovah, die wij kennen als Jezus Christus, in het Oude Testament, door Wie wij de Vader kennen. Zo lezen we in Richt. 13 over de verschijning van de Engel des Heeren aan de ouders van Simson. In Richt. 13 : 3 lezen we: “En een Engel des HEEREN verscheen aan deze vrouw, en Hij zeide tot haar: Zie nu, gij zijt onvruchtbaar en hebt niet gebaard, maar gij zult zwanger worden en een zoon baren” (zie ook vers 6, 13). Maar kijk wat er in Richt. 13 : 17 gebeurt: “En Manóach zeide tot den Engel des HEEREN: Wat is Uw Naam, opdat wij U vereren, wanneer Uw woord zal komen?”. Deze “Engel des Heeren” zegt niet dat hij niet vereerd wil worden, zoals de engel in Openb. 22 : 8 en 9 zegt dat hij niet aanbeden wil worden! Deze “Engel des Heeren” maakt Zichzelf vervolgens bekend als: “En de Engel des HEEREN zeide tot hem: Waarom vraagt gij dus naar Mijn Naam? Die is toch wonderlijk” (Richt. 13 : 18). Maar Wie Zijn Naam is in de Bijbel ook al weer “wonderlijk”? Dat is de Naam van de beloofde Zoon, Die ons gegeven is. In Jes. 9 : 5 lezen we: “Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst”. En zo zijn er nog wel wat voorbeelden meer aan te halen. Schrift met Schrift vergelijkend komen we tot de conclusie dat de “Engel des Heeren” een verschijning van de Heere Jezus op aarde was, niet in menselijk vlees, maar wel in de gelijkenis van een mens. Hierdoor vormde Hij zelfs in het Oude Testament reeds de belichaming van de Godheid.


Weerstand tegen de Drie-eenheid

Al is “drie-eenheid” geen woord dat in de Bijbel voorkomt, hopelijk is duidelijk dat “de Drie-eenheid” geen uitvinding van één of andere “Christelijke” kerk of groepering is, en ook niet van de Rooms-katholieke Kerk, maar dat de Bijbel, Gods Woord, laat zien dat God Eén is, en toch bestaat uit drie! We moeten alleen proberen om daar geen on-Bijbelse elementen aan toe te gaan voegen. We moeten blijven bij Gods Woord. Nu is er van verschillende zijden veel weerstand tegen de Drie-eenheid. Diverse stromingen ontkennen dat er een Drie-eenheid is. Denk aan de Jehovah’s Getuigen. Veelal zit dit ook vast op het feit dat men niet gelooft dat Jezus Christus God is, iets wat overigens ook door bijvoorbeeld het NBG ontkend wordt, wat tot uitdrukking komt in diverse nieuwe vertalingen. Maar dan komen we bij een stukje “Tekenen der tijden”. De eindtijd wordt gekenmerkt door “afval van het geloof”. Het gaat dus niet zozeer om mensen die nog nooit van het geloof gehoord hebben, maar mensen die Christen zijn, of zich in ieder geval tot het Christendom rekenden, en die zich steeds verder van het geloof afkeren.


Men raakt de vastigheid in Gods Woord kwijt

Zo heb ik contact met iemand, die veel bezig is met Gods Woord, en die ook uitziet naar het moment dat de Heere Jezus ons komt halen. Maar deze persoon is een aantal jaren geleden de Sabbat gaan houden. Toen dit gebeurde heb ik mogen aangeven dat de Sabbat een teken is tussen God en Israël, en dat de Heere aangeeft dat de gelovigen uit de heidenen niet de Wet moeten gaan houden (o.a. Hand. 15). Maar nee, deze persoon gaf aan in de Heere Jezus te geloven, maar het voelde zo goed om de Sabbat te houden. Ondanks alle waarschuwingen op de site, en het feit dat deze persoon erkende ook het vaste Woord van God gevonden te hebben, is deze persoon ook Hebreeuws gaan leren. Zo ontving ik het volgende bericht:

“Er wordt zoveel niet goed gelezen, of verkeerd opgeschreven. (…) Het Woord moet door de Christenheid opnieuw worden gelezen! Er is nog veel meer anders dan wij denken! Het is een zeer bijzondere tijd, want dit alles wat nu gebeurt doet de Heere God Zelf in de mens! (…) 1700 jaar zijn we bedrogen en belogen door de Katholieke Kerk. (…) Er zijn veel fouten, ernstige fouten gemaakt bij alle vertalingen, maar toen wist de mens niet beter en deed het naar eer en geweten. Ook de Statenvertaling heeft veel niet goed vertaald. Naar eer en geweten wel, maar het klopt niet” [4].

En zo zien we hoe men de vastigheid in Gods Woord kwijtraakt. En dat zien we meer gebeuren. Aan de hand van de “woordstudies in de grondtekst” gaat men menen de Bijbel te moeten herschrijven. En zo zien we, hoe triest ook, hoe de zogenaamde grondtekst, en overigens een hang naar iets te willen doen (Wetticisme) slachtoffers maakt.


De aanval op de Godheid van de Heere Jezus

Wat gebeurde er? Mij werd geschreven dat de Drie-eenheid totaal on-Bijbels zou zijn, want Jezus Christus was er niet altijd geweest. Hij zou niet God zijn! De Heere Jezus zou nergens zeggen dat Hij God is. Het “Laat Ons mensen maken”, zou geen betrekking hebben op de Drie-eenheid, die niet zou bestaan, maar op Gods hemelse hofhouding. God zou de engelen bij de schepping betrokken hebben. Verder werd er dan verwezen naar Ps. 2 : 7 waar de Heere zegt: “Heden heb ik U gegenereerd”, wat zou inhouden dat de Heere er nog niet was, maar verwekt werd. De Heere Jezus was dus ook niet bij de schepping betrokken. En zo nog een aantal teksten meer.


“…, en het Woord was God”

Als antwoord heb ik beaamd dat de Heere Jezus op aarde inderdaad vewekt is. Hij is niet voor niets het “Vleesgeworden Woord”. Ps. 2 : 7 was dus een profetie van die gebeurtenis. En dat is nu reeds vervuld. Maar… van dat Woord zegt Joh. 1 : 1 – 3 dat het in den beginne bij God was, en dat het Woord Zelf God was! En doordat het Woord God was en vleesgeworden is, kan de Bijbel terecht zeggen in 1 Tim. 3 : 16: “En buiten alle twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot; God is geopenbaard in het vlees,...”. Zien we overigens dat hier sprake is van een “verborgenheid”? Mensen worden tegenwoordig weer verblind. Datgene, wat geopenbaard is in het Nieuwe Testament, keren ze weer de rug toe. Ook Kol. 1 : 16, 17 heb ik aangehaald, waar over de Heere Jezus geschreven staat: “Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten: alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door Hem”. De Bijbel getuigt op zoveel plaatsen dat Jezus Christus God is! Maar ook dat Hij bij de schepping was, ja, dat door Hem alle dingen geschapen zijn. Dat zegt Gods Woord; door Schrift met Schrift te vergelijken mag men dat zien.


“Ik ben ... de Almachtige”

Vervolgens werd ik natuurlijk gewezen op het Hebreeuws. In Ps. 110 : 1 staat een bekende profetie geschreven: “De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken”. Daarbij zou de eerste “HEERE” (met hoofdletters) gaan over God, Jehovah. Maar de tweede “Heere”, met kleine letters, zou een menselijke titel zijn die ook voor menselijke “heren” gebruikt zou worden. Nu is dat laatste waar. Maar… de Bijbel laat echt wel zien dat deze titel óók voor de Heere God gebruikt wordt. In Deut. 10 : 17 staat bijvoorbeeld: “Want de HEERE, uw God, is een God der goden, en een Heere der heren; die grote, die machtige, en die vreselijke God, Die geen aangezicht aanneemt, noch geschenk ontvangt”. Daar staat dus: “...de HEERE, uw God, is (…) een Heere der heren”. En daar worden dan dezelfde Hebreeuwse woorden gebruikt als in Ps. 110 : 1. Zo ziet u hoe, onder het mom van “Hebreeuws leren”, de grondtekst misbruikt wordt om dingen te leren die niet kloppen.

Zo laat de Bijbel onder andere zien dat de Heere Jezus in het Nieuwe Testament Zichzelf openbaart met de Naam "Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, ..." (Openb. 1 : 8). Dat zegt de Heere Jezus, want Hij zal komen (zie ook Openb. 1 : 11, 21 : 6 en 22 : 13)! Maar wat lezen we dan in de profeet Jesaja? In Jes. 41 : 4 staat geschreven: "Wie heeft dit gewrocht en gedaan, roepende de geslachten van den beginne? Ik, de HEERE (Jehovah), Die de Eerste ben, en met de laatsten ben Ik Dezelfde" (zie ook Jes. 44 : 6 en 48 : 12). De Heere Jezus openbaart Zichzelf (Openb. 1 : 1) dus als Jehovah God van het Oude Testament, de Enige! Daarom was Openb. 1 : 8 ook nog niet compleet aangehaald, maar dat vers sluit af met de woorden: "Ik ben ... de Almachtige"! En zo zijn er nog wel meer voorbeelden aan te halen, waaruit blijkt dat Jehovah God Dezelfde is als de Messias (bijv. Zach. 12 : 1, 10; Jes. 9 : 5, 10 : 20, 21).

Zo lezen we dat, na de Opstanding, Thomas, wanneer hij de Heere Jezus ziet, uitspreekt: “En Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Heere en mijn God” (Joh. 20 : 28). Wanneer de Heere Jezus niet God zou zijn, dan had Hij Thomas terecht gewezen, want alleen de Heere God mag als God aanbeden worden (Openb. 22 : 8, 9). Net zoals Paulus en Barnabas (weliswaar) tot goden gemaakt werden (Hand. 14 : 11). Maar Paulus en Barnabas scheurden toen de kleren (Hand. 14 : 14) en riepen de mensen op zich te bekeren tot de levende God. In Hand. 14 : 15 lezen we: “En zeggende: Mannen, waarom doet gij deze dingen? Wij zijn ook mensen van gelijke bewegingen als gij, en verkondigen ulieden dat gij u zoudt van deze ijdele dingen bekeren tot den levenden God, Die gemaakt heeft den hemel en de aarde en de zee en al hetgeen in dezelve is”. De Heere Jezus roept Thomas niet tot orde over zijn uitspraak. En waarom niet? De enige conclusie is, omdat Hij God is!


Het effect van de Schriftkritiek

Maar het aanhalen... van de belofte in Gods Woord, dat de Heere Zijn Woord voor ons zal bewaren (Ps. 12 : 7, 8); dat Hij Zijn kinderen niet 1700 jaar zonder Zijn Woord zou laten; van het feit dat de Reformatie-Bijbel (o.a. onze Statenbijbel) juist door Rome op een lijst met verboden boeken is geplaatst; dat degenen, die de Griekse en Hebreeuwse woordenlijsten voor deze eeuw hebben samengesteld, juist een hang hadden naar het occulte; dat deze mensen de Griekse betekenis of zelfs de betekenis, die buurvolken van Israël hadden voor een woord, belangrijker vonden dan de het Bijbelse Schrift met Schrift vergelijken in het door de Heere bewaarde Woord van God; … dat vindt vaak geen gehoor meer.

Het antwoord wat ik van de bewuste persoon kreeg was duidelijk:

“Nee, de Messias was niet bij de schepping aanwezig (…)
De Messias was geheel gevolmachtigd (…). De Messias heeft alle macht, die Hem wordt toebedeeld door de Vader…. Geen Almacht”.

En dan te bedenken dat ook 1 Joh. 5 : 20 zegt: “Doch wij weten dat de Zone Gods gekomen is, en heeft ons het verstand gegeven, dat wij den Waarachtige kennen; en wij zijn in den Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon Jezus Christus. Deze is de waarachtige God en het eeuwige Leven”.


En zo wordt zelfs de verlossing geherformuleerd...

En in hetzelfde antwoord blijkt deze persoon dan ook bezig te zijn om de Verlossing door de Heere Jezus voor zichzelf te herformuleren. Ik citeer:

“...de Messias is onze Losser, niet onze Verlosser en was volledig mens, de profeet die vewacht werd”.

Wat als de Heere Jezus ALLEEN maar volledig mens was? Dat kan toch niet? Gods Woord zegt toch dat Hij weliswaar “naar het vlees” uit het zaad van David was (Rom. 1 : 3), maar dat Hij ontstaan is uit de Heilige Geest (Matth. 1 : 18)? Hij was God geopenbaard in het vlees, Hij was zonder zonden en kon daardoor voor onze zonden sterven. Als Hij volledig Mens was geweest, dan had Hij ook een zondige natuur gehad (Rom. 5 : 12)! Dan had Hij nooit voor onze zonden kunnen sterven…! Ziet u hoe ver het gaat, als men Gods Woord gaat ontkennen… dan gaat men zelfs de verlossing herformuleren!


Tot slot

De afval van het geloof slaat hard om zich heen! Gelukkig mogen wij zien, door Schrift met Schrift vergelijken, dat Gods Woord gewoon klopt. Het enige wat we moeten doen, is het Woord ook accepteren, ook als er soms onderdeeltjes in zitten die we misschien (nog) niet helemaal kunnen begrijpen. Maar God is de Drie-Enige God, Die naar ons heeft omgezien. Hij is de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, de Almachtige, Die kan verschijnen op drie verschillende manieren. Waardoor Hij zelfs (in Zijn Zoon) voor ons geleden heeft en Zijn bloed voor ons heeft vergoten tot vergeving van onze zonden. Hij heeft ons vrijgekocht, en is daarmee met recht onze Verlosser.

Laat ons Die Ene Heere verheerlijken. Laten we de Heere danken voor alles wat Hij in die Drie-eenheid voor ons, die gered zijn, gedaan heeft, en voor dat wat Hij op dit moment in deze wereld doet, dat Hij deze wereld nog steeds bewaart voor de grote eindstrijd van Gods toorn, die in de Grote Verdrukking over deze aarde zal gaan, een tijd die zeker komen zal. Wij mogen naar Hem blijven uitzien, want Hij zal ons Thuishalen!

Amen.

Zie voor deel 2 van deze studie "Hoort 1 Joh. 5 : 7 in de Bijbel thuis?"



[1]  ‘Belijdenis des Geloofs’, uit: ‘Bijbel met Uitleg’, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, 2015, artikel 9, blz. 2156.
[2]  ‘Nederlandse Geloofsbelijdenis’, van: ‘Online Bible DeLuxe 2001’, CD-ROM, Importantia Publishing, 2000.
[3]  ‘Belijdenis des Geloofs’, uit: ‘Bijbel met Uitleg’, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, 2015, artikel 9, blz. 2156.
[4]  Uit: Diverse mails aan "Bijbel en Geloof" tussen 3-02-2019 en 5-3-2019.